2. Elke schriftelijke kennisgeving ingevolge artikel 22, vierde lid, of ar tikel 24-, tweede lid, wordt de hypotheekhouder onverwijld in afschrift mede gedeeld. Vervallenverklaring vindt niet plaats, indien de hypotheekhouder binnen de in een kennisgeving ingevolge artikel 24, tweede lid, bepaalde termijn alsnog de reden tot vervallenverklaring wegneemt. 3. In afwijking van artikel 23, zesde lid, en artikel 24, zevende lid, vinden, indien het erfpachtsrecht met hypotheek is bezwaard, de in die artikelen bedo de uitkeringen plaats aan de hypotheekhouder, tot ten hoogste het door Burge meester en Wethouders vast te stellen bedrag, dat aan de hypotheekhouder zou toekomen in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtsrecht. Het daar» overblijvende bedrag wordt aan de erfpachter of de gewezen erfpachter uitge keerd. 4. De voorgaande leden vinden slechts toepassing, indien de hypotheekhouder een schriftelijke verklaring, opgemaakt volgens het door het College van Burge meester en Wethouders vastgestelde formulier, bij dat College heeft ingedient of heeft doen indienen, dat hij van de in die leden ten behoeve van de hypotti houders opgenomen bepalingen gebruik wenst te maken en dat hij er in toe stemt, de daar bedoelde kennisgevingen te doen geschieden aan zijn werkelijke woonplaats of aan de door hem bij de inschrijving der hypotheek gekozen woon plaats, ter keuze van de Gemeente. 5. Wijziging in bepalingen, welke bij de uitgifte zijn gesteld of toepasselijk verklaard - wijziging als bedoeld in de artikelen 14 en 15 daaronder begrepen - wordt de hypotheekhouder zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld. Artikel 27. Slotbepalingen. 1. Deze algemene erfpachtsbepalingen kunnen worden aangehaald als "Algemene Erfpachtsbepalingen Leeuwarden 1982" of als "A.E.L. 1982". 2. Zij zijn, hetzij in druk, hetzij in afschrift, voor belanghebbenden ter Secretarie van de gemeente Leeuwarden verkrijgbaar. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. - 12 - Vestiging Surinaams-Antilliaans Centrum. Bijlage nr. 115. Leeuwarden, 4 maart 1982, Aan de Gemeenteraad. Na de sluiting van het centrum Paloeloe aan de Wij brand de Geeststraat zijn de Federatie van Friesche Surinaamse en Antilliaanse Organisaties "Een dracht", de Surinaamse belangenorganisatie Leeuwarden en de Antilliaanse be langenorganisatie "Divi Divi reeds geruime tijd op zoek naar een nieuw pand waarin een Surinaams-Antilliaans Centrum gevestigd kan worden. De organisaties hebben nu een geschikte ruimte gevonden in het pand aan het Heerenwaltje 1, waarvan de eigenaar bereid is dit pand voor dit doel te ver huren. Het Centraal Orgaan Leeuwarden heeft zich namens bovengenoemde organi saties nu tot de gemeente gewend met het verzoek een bemiddelende rol te spe len bij de vestiging van een dergelijk centrum door als huurder van het pand op te treden en dit vervolgens onder te verhuren ten behoeve van voornoemde Surinaamse en Antilliaanse organisaties. In het genoemde pand willen de initiatiefnemers een nieuwe start maken met de vestiging van een centrum dat een administratieve, educatieve, voor lichtende en groepsopbouwende functie zal krijgen. Het centrum zal huisvesting bieden aan het kantoor van de Federatie "Eendracht", er zullen uitvoerende activiteiten plaatsvinden ten behoeve van de Surinamers en Antillianen in Leeuwarden en men heeft de intentie vanuit dit centrum voorlichting te geven aan zowel de betrokken bevolkingsgroep als aan de autochtone inwoners van Leeuwarden, omtrent aangelegenheden die verband houden met Surinamers en An tillianen. Dit centrum zal niet meer de open ("soos") functie krijgen die Pa loeloe had. De huisvestingskosten worden blijkens een begroting van het C.O.L. (inclusief afschrijving inventaris op 66.745,per jaar geraamd. Deze kosten kunnen worden vergoed op basis van de subsidierelatie die tussen het C.O.L. (namens betrokken instellingen) en het ministerie van C.R.M. bestaat. De organisaties achten de betrokkenheid van onze gemeente bij dit centrum door het vervullen van voornoemde intermediaire rol, van essentieel belang om binnen de Leeuwarder samenleving het vertrouwen te wekken dat noodzakelijk is voor het welslagen van dit project. Naar onze mening verdient het aanbeveling aan het verzoek van de betrokken organisaties te voldoen en wel om de volgende redenen. In het in onze gemeente te voeren welzijnsbeleid is een hoge prioriteit toegekend aan het welzijnswerk minderheden; dit initiatief vormt hiervan een onderdeel. Alhoewel de gemeente niet verplicht is de voorgestelde positie in te nemen, gelet op het vigerende rijksbeleid met betrekking tot het welzijns werk ten behoeve van Surinamers en Antillianen, is de verwachting gerechtvaar digd dat de beleidsverantwoordelijkheid op afzienbare termijn naar het lokale niveau zal worden gedecentraliseerd. Het vervullen van een bemiddelende rol biedt reeds in dit stadium mogelijkheden inzicht te krijgen in en betrokken te worden bij het uitvoerend werk dat in de toekomst onder de gemeentelijke ver antwoordelijkheid zal vallen hetgeen zich zal uitstrekken tot het gebruik van het betreffende pand. Planologisch gezien stuit de vestiging van een dergelijk centrum in de binnenstad ons inziens niet op bezwaren; wij zullen in het ontwerp-bestemmings- plan voor dit gebied dat binnenkort gereed zal zijn, rekening houden met de vestiging van een dergelijk centrum.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 103