Het stichten van een nieuw gebouw ten behoeve van de openbare school voor
voortgezet buitengewoon onderwijs aan moeilijk lerende kinderen.
Bijlage nr. 123 Leeuwarden, 4- maart 1982.
Aan de Gemeenteraad.
Op 10 december 1979 hebt U besloten tot het stichten van een nieuw school
gebouw met zes les/vaklokaleneen gemeenschapsruimte en een gymnastieklokaal
c.a. ten behoeve van de openbare school voor voortgezet onderwijs aan moeilijk
lerende kinderen. Voor de motivering van deze aanvraag verwijzen wij kortheidshal
ve naar de raadsbrief van 29 november 1979, nr. 516, die voor U ter inzage is ge
legd
Bij brieven van het Ministerie van 0. en W. van 21 november 1980 en 16
januari 1981 is toestemming verleend voor vervangende nieuwbouw in permanente bouw
voor een vaklokaal, twee theorielokalen, een gemeenschapsruimte c.q. ruimte voor
meervoudig gebruik en een gymnastieklokaal c.a.
Bij brief van 25 augustus 1981 hebben wij het Ministerie van 0. en W. om
goedkeuring verzocht voor nieuwbouw voor minimaal zes groepen in plaats van de
verleende toestemming voor nieuwbouw voor vier groepen. In verband met het ont
breken van een voldoend onderbouwde prognose is dit verzoek door het Ministerie
niet ontvankelijk verklaard.
Thans is een hernieuwde berekening van het te verwachten leerlingenaantal
beschikbaar
Het leerlingenaantal van de school heeft de laatste jaren een aanzienlijke
stijging ondergaan. Van 1976 tot 1982 bedroeg het leerlingenaantal respectieve
lijk 36, 55, 58, 61, 60 en 71.
Voor de toekomstige ontwikkeling van het leerlingenaantal dient enerzijds
rekening gehouden te worden met de doorwerking van de geboortedaling, terwijl
er anderzijds sprake is van een toename van het leerlingenaantal door een aantal
bijzondere factoren. Rond 1990 zal naar verwachting het leerlingenaantal zich op
ongeveer 85 stabiliseren: bij een groepsgrootte van IA- betekent dit zes groepen.
Voor de volledige berekening van het toekomstig aantal leerlingen verwijzen wij
hier kortheidshalve naar de ter inzage gelegde stukken.
Wij zijn van oordeel dat bij het bepalen van de omvang van het te realise-*
ren schoolgebouw uitgegaan dient te worden van het aantal leerlingen dat de school
thans bezoekt. Deze omvang dient naar onze mening te worden bepaald op vier theo
rielokalen, twee vaklokalen, een gemeenschapsruimte c.q. een ruimte voor meervou
dig gebruik, een gymnastieklokaal en de noodzakelijke nevenruimten.
Onder de vermelding dat de Commissie voor het Onderwijs zich met het voorstel kan
verenigen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp,
onder gelijktijdige intrekking van het besluit van 10 december 1979, no. 17A-A8,
voor zover dit de omvang van de te realiseren nieuwbouw betreft.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
O.S. Brandsma Burgemeester.
W.O.G. Reumer Secretaris.