b. de oorspronkelijke koopprijs van de opstallen, vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller aangeeft het indexcijfer voor de bouwkosten, laatstelijk bekend op het tijdstip van vervreemding en waarvan de noe mer aangeeft het indexcijfer van de bouwkosten, laatstelijk bekend op het tijdstip, waarop in artikel 1 bedoelde akte is gepasseerd; voor het tweede jaar en volgende jaren moet aan de gemeente Leeuwarden worden terugbetaald negentig procent van het verschil, tachtig procent vai het verschil en zo vervolgens; op de kosten van de voorzieningen, welke na het gereedkomen in of aan de opstallen zijn aangebracht, onderhoud daaronder niet begrepen, is het met betrekking tot de bouwkosten bepaalde van overeenkomstige toepassing; indien bij vervreemding van de opstallen voor het berekenen van de over drachtsbelasting een hoger bedrag wordt aangehouden dan de in de over drachtsakte genoemde koopprijs, wordt dat hogere bedrag als opbrengst van de opstallen beschouwd; onder het indexcijfer van de bouwkosten wordt verstaan het globale index cijfer van bouwkosten van woningen, gepubliceerd in het Statistische Built tin van het Centraal Bureau voor de Statistiek; voor het overige zijn op de erfpachtsuitgifte en de vestiging van het ac cessoire opstalrecht, voorzoveel nodig en mogelijk en voorzover daarvan in deze bepalingen en bedingen niet is afgeweken, van toepassing de Alge mene Erfpachtsbepalingen Leeuwarden 1965", vastgesteld bij raadsbesuit van 20 oktober 1965, no. 15606, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 18 april 1966, no. 4328 en overgeschreven ten hypotheekkantore te Leeuwarden op 30 juni 1966, in deel 3086, no. 9; de betreffende akte zal worden opgemaakt door en verleden voor een door de erfpachter/opstaller aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde notaris. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Gevolgen I.S.P.-arbeidsplaatsenplan voor de welzijnssector. Bijlage no. 130 Leeuwarden 25 maart 1982. Aan de Gemeenteraad. Zoals U bekend is, zijn door de regering 1200 arbeidsplaatsen in de kwartaire sector toegezegd in het kader van het Integraal Structuur Plan voor het noorden des lands. Onlangs is een aantal formele beschikkingen t.b.v. de voor instel lingen in Leeuwarden bestemde arbeidsplaatsen afgekomen. Deze leveren het volgen de toewijzingsovericht op: 1. Centraal Orgaan Leeuwarden 2. Stichting Hippopotamus 3. Stichting 't Vliet 4Stichting Sociaal Kultureel Werk Leeuwarden (S.S.K.W.L.) 5. Project Drugshulpverlening Stichting Kinderdagverblijven 1 adm. kracht 1 fin. adm. kracht 1 fin. adm. kracht 7. Stichting voor Maatschappelijke Dienstver lening (Madi) 3. Oongersn Advies Bureau (3AB) 9. Ver. Openbare Bibliotheek 1 adm. kracht 2 maatsch. werkers 1 directrice C 1 leidster 2 ass. leidsters 1 maatsch. werker 1 maatschwerker 1 formatieplaats Voor de bezetting van deze arbeidsplaatsen komen in aanmerking werklozen die in beginsel 6 maanden of langer ingeschreven zijn bij de G.A.B.'s en een uitkering ontvangen krachtens RWW en WWV, alsmede wachtgelders zoals onderwijsgevenden en ambtenaren. Er wordt gestreefd naar een bezetting van ca. 15% van de arbeids plaatsen door werkloze onderwijsgevenden. Het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Yerk dat voor de toe wijzingen zorg draagt heeft ons verzocht om indien van de voor de gemeente opge nomen arbeiasplaatsen geen gebruik zal worden gemaakt, hiervan op korte termijn mededeling te doen. Terzake merken wij het volgende op. Vergeleken met net voorlopige toewijzings overzicht dat wij in een eerder stadium van Gedeputeerde Staten ontvingen blijkt er één arbeidsplaats meer toegewezen te worden t.b.v. de drugshulpver lening; dit sluit echter geheel aan bij de door ons kenbaar gemaakte wens. Verder ontbreken nog de toewijzingen voor een opbouwwerker t.b.v. culturele minderheden en voor democratische planning; voor zover bekend kunnen deze op af zienbare termijn tegemoet gezien worden. In eerste instantie werd er door het rijk uitgegaan van een 100%-vergoeding in de personeelskosten van de toe te wijzen plaatsen. Voor alle bijkomende kos ten (apparaatskosten) zou geen enkele vergoeding verstrekt worden, met het oog daarop zijn wij er van uitgegaan dat bij aanvaarding van de toe te wijzen plaatsen deze bijkomende kosten door de betreffende instellingen zelf zouden moeten worden opgevangen, zonder dat dit voor de hoogte van het gemeentelijk subsidie consequenties zou hebben; dit leek ook geen onoverkomelijke problemen op te leveren. Uit de nu ontvangen beschikkingen blijkt echter, dat er ook niet in alle gevallen sprake zal zijn van een 100% rijksvergoeding t.b.v. de personeelskosten Voor de hierboven onder 1 t/m 4 genoemde (fin.-) administratieve krachten zal een rijksbijdrage verstrekt worden van 90% van het maximale bij de betreffende functiecode behorende salaris. Dit betekent, dat de kosten in het begin waar schijnlijk (meer dan) volledig gedekt worden door de rijksbijdrage; indien de betreffende medewerkers langer in dienst blijven en daardoor hoger in de betreffende salarisschaal (jaarlijkse periodieken) terecht komen, zal deze bijdrage echter niet toereikend zijn. Het maximale tekort, dat op andere wijze gedekt zal moeten worden bedraagt dan in totaal 13.930,=. Voor de hierboven onder 6 bedoelde medewerkers (kinderdagverblijf) zal een rijksbijdrage worden verleend krachtens de per 1 april 19S1 vigerende "R.B.R.-Kinderdagver blijven en Dagcentra voor schoolgaande jeugd". Dat betekent, dat van de perso nele kosten 91,5% voor een rijksbijdrage in aanmerking komt. Het maximale tekort dat dan op andere wijze gedekt zal moeten worden bedraagt \bij de hoogste inschaling conform de C.A.0.) 14.600,=. Uit informatie van het Ministerie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 132