- 14- -
- 15 -
Beleidssector V. Volkshuisvesting.
1Het Gemeentelijk Woningbedrijf.
Bij de vaststelling van de "Nadere voorstellen tot herwaardering"
heeft U besloten dat het Gemeentelijk Woningbedrijf niet aan een herwaar-
deringsonderzoek zou worden onderworpen.
Beleidssectoren VI en VII. Nutsbedrijven en. Reiniging en Brandweer
1. Toekomstige positie Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf
Bij de vaststelling van de nadere voorstellen tot herwaardering
heeft U besloten dat de toekomstige positie van dit bedrijf geen onder
werp van herwaardering zou uitmaken.
2. Onderhoudsniveau en jaarlijkse vervangingsinvesteringen Gemeentelijk
Electriciteitsbedrijf en Dienst voor Reiniging en Brandweer.
Dit herwaarderingsonderzoek was in de eerste plaats gericht op een verla
ging van het onderhoudsniveau en de jaarlijkse vervangingsinvesteringen
bij het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf en de Dienst voor Reiniging
en Brandweer. Wij zijn van mening dat de aanvankelijk verstrekte taak
stelling ruimer gelnterpreteeerd mag worden in die zin dat ook besparinge
in de sector Openbare Verlichting expliciet tot de onderhavige taakstelli
van 275.000,-- gerekend mogen worden.
a. Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf.
Het onderhoud in zijn algemeenheid is aan een kritische beschouwing on
derworpen. Hoewel een aantal in de binnenstad uit te voeren werken een
kostenverhogende invloed hebben, is het niettemin mogelijk gebleken op
een aantal begrotingsposten tot verlagingen te komen. Anderzijds zij opge
merkt dat in de onderhoudsbudgetten en verwijdering/herstel van huisaan
sluitingen op enkele plaatsen elementen zaten waarvan het bedrijfsecono
misch gezien meer voor de hand ligt die als vervangingsinvesteringen aan
te merken.
Voor de verwisseling van kwh-meters kan naar onze mening een lager bedrag
geraamd worden, omdat reeds eerder rekening is gehouden met vervanging
van oude meters.
De kwh-meters worden thans afgeschreven in 16 jaar. De ervaringen met be
trekking tot het noodzakelijke vervangen hiervan hebben uitgewezen dat
een verlenging van de afschrijvingstermijn tot 20 jaar verantwoord is.
Ook bij de openbare verlichting achten wij mogelijkheden tot kostenbespa
ring aanwezig.
Door verschuiving van de vervangingsgrens van lampen van globaal 6.000
tot 8.000 uren kan op jaarbasis een besparing worden geraamd van
83.000. Deze verschuiving betekent dat tegen het einde van de branduur-
tijd vaker een defecte lamp moet worden vervangen dan thans het geval is.
De extra kosten die hiermede gemoeid zijn bedragen 42.000.
Anderzijds is het zo dat het onderhoudsbudget openbare verlichting blijke
uitgewezen ervaringen aanpassing behoeft. Hiermede is een bedrag gemoeid
van 42.000.
Met betrekking tot het toepassen van zuiniger lampen zij opgemerkt dat wi
nog niet tot een afsluitend oordeel zijn gekomen, omdat naast energiebe
sparing tevens investeringsaspecten in het geding zijn die de afweging
bemoeilijken.
In casu betreft het hier een door de N.V. Frigas gedaan voorstel tot het
vervangen van HTL-kwiklampen door hoge druk Zon-natrium lampen. Op deze
materie komen wij zonodig afzonderlijk bij U terug.
In het beleidsplan 1982-1986 is ingaande 1985 een tekort op de normwinst
uitkering van het Electriciteitsbedrijf geraamd, omdat het winstegalisa
tiefonds uitgeput zou zijn geraakt. De thans aangedragen besparingen lei
den er toe dat op basis van de uitgangspunten van het beleidsplan 1982-
1986 dit moment een aantal jaren vertraagd kan worden.
Totaalbedrag voorstellen G.E.B. 4-68.000,-- in 1986.
bDienst voor Reiniging en Brandweer.
Op basis van richtlijnen van de Inspectie voor het brandweerwezen kan
het afschrijvingspercentage op autospuiten worden verlaagd van 10 tot
8 1/3 Gelet op de levertijd van autospuiten zullen wij met Gedeputeer
de Staten in overleg treden met betrekking tot eventuele formele bezwa
ren die zijn verbonden aan het aangaan van een leveringsovereenkomst, ter
wijl de uit levering voortvloeiende lasten naar onze mening pas over ruim
twee jaar in de begroting zouden moeten worden opgenomen.
Ervaringen hebben uitgewezen dat het thans in gebruik zijnde type pick-ups
voor de straatveegdienst een langere levensduur hebben dan begrotingstech
nisch steeds is aangenomen.
Dientengevolge vinden wij het verantwoord het afschrijvingspercentage te
verlagen van 25 naar 20.
Gelet op het feit dat ingaande 1979 de vervangingstermijn voor laadkisten
op 10 jaar i.p.v. 8 jaar gesteld kon worden, vinden wij het acceptabel
dat het vervangingstijdstip van een deel van de laadkisten uitgesteld
wordt.
In het kader van de routine-investeringen 1982 was de aanschaf van een
kolkenzuiger voorzien. Aangezien de vervangingstermijn naar onze mening
nog niet was aangebroken hebben wij deze buiten ons Raadsvoorstel
van 2 december 1981 (Bijlage nr. 519) gehouden. In het kader van het her
waarderingsonderzoek is ons gebleken dat inmiddels materieel op de markt
is dat door de D.S.0. (doorspuiten riolen) en de door de D.R.B. (ledigen
straatkolken) uitgevoerde functies kan combineren. Door deze werkzaamheden
te concentreren bij één dienst kunnen naar onze mening besparingen worden
bereikt.
De mate waarin deze besparing gerealiseerd kan worden is thans nog in studie.
Wel is inmiddels duidelijk geworden dat het krediet voor de bovengenoemde
kolkenzuiger afgevoerd kan worden.
Middels een reorganisatie blijkt het mogelijk te komen tot een door ons
verantwoord geachte vermindering van het onderhoudsniveau bij de veeg- en
kolkendienst (voor de gehele gemeente). Hierdoor kan voor 1982 voor de
wijk Camminghaburen geplande aantrekking van 1 man in de veegdienst en 2
man in de kolken- en puttendienst achterwege blijven. Voorts kan voor 1983
worden afgezien van het aantrekken van 1 man voor Camminghaburen t.b.v. de
veegdienst. Een en ander leidt tot een structurele besparing op personeels
kosten voor 1982 van 117.000,-- en ingaande 1983 van 156.000,--.
De huidige kantinebeheerder bij de V.V.I. zal in 1983 gebruikmaken van de
V.U.T.-regeling. Middels uitbesteding van de door hem verrichte schoonmaak-
werkzaamheden en de aanschaf van een koffie/frisdrankenautomaat behoeft de
ze vacature niet vervuld te worden. Per saldo levert dit een besparing op
van 27.000,-- per jaar.
Gelet op het feit dat betrekkelijk weinig schades aan bedrijfsauto's en
brandweerauto's voorkomen, achten wij het acceptabel dat de lopende All-
riskverzekeringen worden omgezet in W.A.-verzekeringen met aanvullende
dekking voor enkele ander risico's. Slechts voor personenauto's achten
wij het eerste jaar nog een all-riskverzekering gewenst.