4. De in de voorgaande leden bedoelde uitkering wordt verhoogd met een vergoeding
van de eventueel verschuldigde premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet en
de Algemene Weduwen- en Wezenwet over de uitkering en de vastgestelde verhogin
5. De gewezen ambtenaar aan wie een uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 is toe
gekend, is verplicht gedurende de termijn van uitkering burgemeester en wet
houders op de hoogte te stellen van wijzigingen in zijn invaliditeitspensioen,
Paragraaf 5. IZA-deelnemerschap en vergoeding kosten geneeskundige verzorging.
Artikel E 24.
1. In uitkering wegens ziektekosten van ambtenaren wordt voorzien door toe
treding van de gemeente tot de gemeenschappelijke regeling, aangegaan door
de gemeenten in de provincie Friesland, waarbij is ingesteld het instituut
ziektekostenvoorziening voor ambtenaren, in dienst van die gemeenten.
2. De ambtenaar die een betrekking in dienst van de gemeente bekleedt,
waarvan de arbeidsduur ten minste 3/5 deel bedraagt van de voor een soort
gelijke betrekking normaliter vastgestelde arbeidsduur, is verplicht aan
de in lid 1 bedoelde voorziening deel te nemen. Indien daartoe naar hun oor
deel aanleiding bestaat, kunnen burgemeester en wethouders een betrekking
die niet voldoet aan het gestelde in dit lid ten aanzien van de arbeidsduur
aanmerken als een betrekking als bedoeld in de vorige volzin.
Van de verplichting tot deelneming kunnen burgemeester en wethouders op zijn
verzoek ontheffing verlenen aan de ambtenaar die tegen deze deelneming
gewetensbezwaren heeft.
3. De kosten van deze voorziening worden door de gemeente en de ambtenaar
gelijkelijk gedragen. De bijdrage van de ambtenaar wordt op zijn bezoldi
ging ingehouden; zij wordt geregeld bij de gemeenschappelijke regeling,
bedoeld in lid 1. Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de inhouding
nadere regelen stellen.
Daarin kunnen onder ambtenaren gewezen ambtenaren worden begrepen.
Artikel E 25.
1. Aan een ambtenaar die een betrekking als bedoeld in artikel E 24, lid 2,
bekleedt in dienst der gemeente, worden vergoed de in enig, een periode
van twaalf opeenvolgende maanden omvattend, tijdvak te zijnen laste blijvende,
naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte kosten
voor verrichtingen en leveringen, vallende onder de voorziening bedoeld in
artikel E 24, voor zover zij een bedrag gelijk aan 1% van het inkomen over
schrijden, met dien verstande, dat voor de toepassing van het in dit lid
bepaalde de bijdrage van de ambtenaar in de kosten van de voorziening,
genoemd in artikel E 24, lid 3, buiten beschouwing blijft.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kunnen burgemeester en wethouders in
bijzondere gevallen, indien de noodzakelijke kosten, verband houdende
met ziekte, welke de ambtenaar voor zich en zijn gezin heeft gemaakt,
een bedrag overschrijden dat in verhouding tot het inkomen redelijkerwijze
te zijnen laste kan komen, in die kosten een tegemoetkoming toekennen.
3. Onder het inkomen in de zin van dit artikel wordt verstaan het ambtelijk
inkomen, in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet, van de
ambtenaar, vermeerderd met de uit arbeid of bedrijf, waaronder mede te
verstaan vroegere arbeid of bedrijf, verkregen inkomsten van die gezins
leden die op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 1, van de regeling
bedoeld in artikel E 24, lid 1, als gezinslid deelnemer zijn en niet uit
hoofde van enige wettelijke regeling aanspraak kunnen maken op gehele of
gedeeltelijke geneeskundige verzorging of op gehele of gedeeltelijke
vergoeding van de kosten daarvan.
Onder de inkomsten van de gezinsleden worden niet gerekend:
a. het werkgeversaandeel in sociale en pensioenverzekeringen;
b. het bedrag dat in die inkomsten is begrepen ter compensatie van de
premie, die ter zake van die inkomsten wordt geheven ingevolge de
Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet;
c. inkomsten die strekken tot vergoeding van kosten die aan de dienst
verhouding zijn verbonden, vergoedingen voor verblijf buiten Nederland
daaronder begrepen;
d. vacatie- en presentiegelden;
e. kinderbijslag;
f. gratificaties;
g. vergoedingen voor studiekosten;
h. uitkeringen bij bijzondere gelegenheden of bijzondere omstandigheden
die betrekking hebben op het gezinslid;
i. tantièmes.
4. Burgemeester en wethouders kunnen omtrent het bepaalde in dit artikel
nadere voorschriften vaststellen.
Artikel E 26.
1. Ingeval van ziekte welke in overwegende mate haar oorzaak vindt in de
aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere
omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht, en niet aan zijn
schuld of nalatigheid is te wijten, worden hem vergoed de te zijnen laste
blijvende, naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk
gemaakte kosten van geneeskundige behandeling of verzorging.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen omtrent het bepaalde in lid 1 nadere
voorschriften geven.
Paragraaf 6. Overige bepalingen.
Artikel E 27.
1. Met verhindering om de betrekking te vervullen wegens ziekte wordt voor
de toepassing van dit hoofdstuk gelijkgesteld verhindering in verband
met zwangerschap of bevalling, dan wel wegens gebreken.
2. De verhindering in verband met zwangerschap wordt in ieder geval geacht
te bestaan met ingang van de eenenveertigste dag voorafgaand aan de
datum waarop blijkens een verklaring van een geneeskundige of een verlos
kundige de bevalling vermoedelijk zal plaatsvinden.
3. De verhindering in verband met bevalling wordt geacht te bestaan zolang
de verhindering om de betrekking te vervullen uit die oorzaak duurt,
doch in elk geval ten minste tot en met de tweeënveertigste dag na de
dag der bevalling.
Artikel E 23.
Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in dit hoofdstuk zal niet van
invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.
-10-
-11-