Ontruiming van het perceel Kanaalweg 217.
Bijlage nr. 77. Leeuwarden, 11 februari 1982.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 9 maart 1981 hebt U besloten over te gaan tot ver
lenging van de Kanaalweg. Deze verlenging is noodzakelijk geworden, aange
zien er in het kader van de vaststelling van het Verkeersstructuur- en Uit
werkingsplan, als onderdeel van de hoofdwegenstructuur, een verbinding tussen
de Oosttangent en het centrum tot stand dient te worden gebracht.
Het geplande tracé van deze verbinding is gelegen op de plaats waar zich
op dit moment een opstal bevindt, te weten het perceel Kanaalweg 217. Deze
opstal is in eigendom bij de gemeente. Voor het gebruik van de opstal is een
overeenkomst gesloten met de heer W. Kooistra.
In verband met het doortrekken van de Kanaalweg dient het perceel Kanaal
weg 217 te verdwijnen.
Ondanks het feit dat door ons het gebruik van het perceel Kanaalweg 217
aan de heer Kooistra meermalen is opgezegd en hij door ons meerdere malen is
aangemaand dit perceel te ontruimen, is hij hiermede tot dusver in gebreke
gebleven
Wij stellen daarom voor om ons ingevolge het bepaalde in de artikelen
177, eerste lid, en 212 van de Gemeentewet, te machtigen tegen de heer Kooistra
een gerechtelijke procedure tot ontruiming van het perceel Kanaalweg 217 in te
stellen. De procedure dient te worden ingesteld bij de arrondissementsrechtbank.
Procure_urstelling is daartoe verplicht.
Wij stellen U voor te besluiten conform het hierna afgedrukte ontwerp-
raadsbesluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.