***»..- Nr. 6031 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Beschikkende op het beroep, ingesteld door H.Hg.Tjan te Leeuwarden tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 12 januari 1982, no. B 529/81 waarbij vergunning is ge weigerd voor het plaatsen van een bergschuurtje op het achter erf bij een woning op het perceel Scheltemastate 44> alhier, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie K, nr. 258(dls); Overwegende, dat Burgemeester en Wethouders bij hun evenvermeld besluit hebben overwogen, dat ingevolge artikel 34 van de bouwverordening het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zodanig moeten zijn, dat het bouwwerk zowel op zich zelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan voldoet aan redelijke eisen van welstand; dat zij van mening zijn, dat het beoogde bouwwerk qua verschij ningsvorm -gezien de materiaalkeuze en vormgeving hiervan- niet aansluit bij de architectuur van het desbetreffende blok woningen en derhalve niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; dat appellant in beroep aanvoert, dat het bouwplaneen net en keurig afgewerkt tuinhuisje betreft met een goede bouwconstructie, een leuk aanzien heeft en van een niet al te groot formaat is; dat het bouwwerk op een houten vloer staat en dus verplaatsbaar is; dat het in het voornemen ligt om rondom het tuinhuisje coniferen te planten waardoor het tuinhuisje in de toekomst niet meer zichtbaar zal zijn; dat het bouwwerk bovendien in de achter tuin is geplaatst en niet zichtbaar is vanaf de openbare weg; dat het voorts in de bedoeling ligt om het gemeenschappelijke binnen terrein in te richten als groen- en speelterrein; dat door de plaatsing van hoog opgroeiende bomen en kinderspeeltuigen het tuinhuisje eveneens aan het zicht wordt onttrokken; dat appellant één en ander nader heeft toegelicht in een vergadering van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouw verordening; Overwegende, dat ingevolge artikel 48, eerste lid onder a en b van de Woningwet bouwvergunning alleen mag en moet worden ge weigerd indien het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft niet zou voldoen aan de Bouwverordening of in strijd zou zijn met een bestemmingsplan; dat het bouwplan strekt tot het oprichten van een berg plaats op het perceel Scheltemastate 44» alhier; dat het bouwplan in overeenstemming is met het in voorbe reiding zijnde ontwerp-uitwerkingsplan "Camminghaburen, deelgebied II"; dat ingevolge artikel 34 van de Bouwverordening het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zodanig moeten zijn, dat het bouw werk zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan voldoet aan redelijke eisen van welstand; dat bij de vraag of het desbetreffende bouwwerk voldoet aan evenvermelde welstandsbepaling alleen acht geslagen mag worden op de esthetische aspecten van het bouwwerk; dat het bouwwerk is gesitueerd binnen een blok nieuwbouwwo ningen en grenst aan een nog in te richten gemeenschappelijk binnenterrein; dat hij met de Commissie Welstandszorg van oordeel is, dat het beoogde bouwwerk qua verschijningsvorm -gezien de materiaal keuze, vormgeving en kleurgebruik- detoneert met de gebouwde omgeving; dat andere esthetische opvattingen van de zijde van appellant hieraan niet afdoen;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 267