Nr. 6032
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Beschikkende op het beroep, ingesteld door F.G.Hollander te
Leeuwarden tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van
8 december 1981, no. B 278/81 waarbij onder meer vergunning is
geweigerd voor het deels afdekken met een grote schuine kap van
het ommuurde erf op het perceel Hoekstersingel 19» alhier,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F, nr. 2194»
Overwegende, dat Burgemeester en Wethouders bij hun even-
vermeld besluit voor zover te dezen van belang hebben overwogen,
dat ingevolge artikel 49» eerste lid sub b en c van de bouwver
ordening bij een tot bewoning bestemd gebouw een erf aanwezig
moet zijn dat tenminste een strook grond omvat die over de volle
breedte van het gebouw aansluit aan de achtergevel en voor wat
betreft het achter het gebouw gelegen deel dat is begrepen tussen
het verlengde van de zijgevels, een diepte heeft van tenminste
4 meter; dat de uitvoering van het bouwplan tot gevolg zou hebben
dat de reeds bestaande afwijking van laatstgenoemde bepaling
nog zou worden vergroot; dat krachtens artikel 49, derde lid
sub c1 van meergenoemde gebodsbepaling vrijstelling kan worden
verleend indien een gunstige andere indeling van het erf aanwezig
is; dat deze situatie zich hier voordoet; dat door het plaatsen
van de grote schuine kap de bezonning van de naastgelegen woning
Hoeksterstraat 2 op onaanvaardbare wijze wordt verminderd; dat
voldoende bezonning van een woning een volkshuisvestingsbelang
is, dat de Woningwet en de Bouwverordening beogen te beschermen;
dat, gelet op het vorenstaande, meergenoemde vrijstelling voor
wat betreft het plaatsen van de grote schuine kap niet dient te
worden verleend; dat de plaats waar zal worden gebouwd ligt in het
gebied waarvoor het bestemmingsplan "Oldegalileën" is vastgesteld;
dat het aanbrengen van meergenoemde schuine kap in strijd is met
dit bestemmingsplan; dat tegen handhaving van een voorheen aan
wezige kleine overkapping uit een oogpunt van bezonning geen
bezwaar bestaat en dat deze kleine overkapping met inachtname
van de overgangsbepalingen behorende bij evengenoemd bestemmings
plan hiermede in overeenstemming zou zijn;
dat appellant in beroep aanvoert, dat er geen sprake is van
een grote kap zoals in het weigeringsbesluit is vermeld, doch
dat gesproken moet worden van een schuine kap die van hoog tot
laag afloopt naar de woning Hoeksterstraat 2; dat vermindering
van bezonning in de woning Hoeksterstraat 2 als gevolg van het
aanbrengen van de schuine kap zijns inziens valt te verwaarlozen
aangezien deze kap zich pal op het westen bevindt; dat gezien
de situering van het pand Hoeksterstraat 2 ter plaatse nooit en
te nimmer ten volle van de zon kan worden genoten; dat hem voorts
niet duidelijk is in welk opzicht het bouwplan in strijd is met
het bestemmingsplan "Oldegalileën";
dat tijdens de vergadering van de Commissie van advies inzake
beroepschriften ingevolge de Bouwverordening door appellant is
gesteld, dat hij is gaan bouwen op basis van een tekening waarop
gestempeld was dat de Welstandsadviescommissie zich met het bouw
plan accoord verklaarde;
Overwegende, dat ingevolge artikel 48, eerste lid onder a
en b van de Woningwet bouwvergunning alleen mag en moet worden
geweigerd indien het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft
niet zou voldoen aan de Bouwverordening of in strijd zou zijn
met een bestemmingsplan;
dat het bouwplan strekt tot het aanbrengen van een schuine
kap op een aanbouw op het perceel Hoekstersingel 19» alhier;