Subsidiëring sociaal-culturele en educatieve aktiviteiten t.b.v. Marokkanen. Bijlage no. 181. Leeuwarden, 6 mei 1982. Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 11 januari 1982 besloot U naar aanleiding van onze voorstel len betreffende subsidiëring van projecten voor alfabetisering en educatieve aktiviteiten voor culturele minderheden in 1982 (bijlage no. 26) en subsidiëring sociaal-cultureel werk t.b.v. culturele minderheden 1982 (bijlage no. 27) onder meer tot de subsidiëring (direct of indirect) van de Marokkaanse Organisatie Noord Nederland. Deze organisatie mocht tot voor kort mede als vertegenwoordiger van de Marokkanen in Leeuwarden worden aangemerkt. Helaas moet worden geconsta teerd dat binnen de Marokkaanse gemeenschap onenigheid is ontstaan die ertoe eeft geleid dat de gemeente thans met twee organisaties wordt geconfronteerd, n.l. de Marokkaanse Organisatie Noord Nederland, afdeling Leeuwarden en de Marok kaanse Organisatie Leeuwarden, die beide pretenderen op te treden voor de gehele arokkaanse gemeenschap in Leeuwarden. Naar ons inzicht gaat het hier vooral om onderlinge tegenstellingen van persoonlijke aard en is ons niet gebleken van conflicten die verklaarbaar zouden zijn uit politieke tegenstellingen, ondanks het eit, dat argumenten die daarop zouden kunnen duiden recentelijk wel worden aange voerd. Beide organisaties hebben er bij ons op aangedrongen een uitspraak te doen welke organisatie naar de mening van het gemeentebestuur de Marokkanen vertegenwoordigt en als zodanig de aktiviteiten voor deze doelgroep organiseert. Wij hebben tot onze spijt moeten constateren dat de organisaties niet in staat zijn de onderlinge tegenstellingen te beslechten en tot een gezamenlijke aanpak van de te subsidiëren aktiviteiten te komen. De gemeente zal thans een uitspraak terzake moeten doen. Mede gelet op de besprekingen die wij gevoerd hebben met de meest betrokken welzijnsinstellingen zijn wij van mening, dat één van de organisaties als gespreks partner voor de gemeente en als subsidieontvanger moet worden aangewezen. Naar onze mening dient dat de Marokkaanse Organisatie Leeuwarden te zijn. Wij baseren ons hierbij op de volgende overwegingen. - De erkenning van twee organisaties zou een scheiding binnen de gemeenschap teweeg brengen, die een effectieve aanpak van de te verrichten aktiviteiten in de weg staat en de problemen alleen maar groter zou maken. Verder is het voor ons niet acceptabel twee organisaties als gesprekspartner in het Platform Culturele Minderheden zitting te doen hebben die beide ver klaren de hele Marokkaanse gemeenschap te vertegenwoordigen en die bovendien de rechtmatigheid van eikaars aanwezigheid betwisten. - De Marokkaanse Organisatie Leeuwarden (M.O.L.) heeft in haar statuten neerge legd een Leeuwarder organisatie te zijn die zich inspant voor de belangen van alle buitenlanders van deze nationaliteit. - In het bestuur van de M.O.L. hebben dezelfde mensen zitting die in het verleden bewezen hebben zich actief in te zetten voor de Marokkaanse gemeenschap. Zij zijn het ook geweest die telkenmale gereageerd hebben op uitnodigingen van de gemeente en de instellingen om de problemen te bespreken. Bovendien zijn met hen ook de besprekingen gevoerd over de in 1982 op te zetten activi teiten op grond waarvan het subsidie aan de M.O.N.N. is toegezegd. Eveneens zijn zij betrokken geweest bij de voorbereidingen van de verbouw van het pand "Selam". - Uit gesprekken met de welzijnsinstellingen die met of ten behoeve van buiten landers in Leeuwarden werkzaam zijn, zoals Het Baken, C.O.L. en Maatschappelij ke dienstverlening, is gebleken dat de feitelijke situatie zo is dat deze instellingen samenwerken met Marokkanen die zich verenigd hebben in de M.O.L.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 287