- 2 -
c. Aan dit artikel worden een vierde en vijfde lid toegevoegd,
luidende als volgt:
4. Een commissie heeft tevens tot taak te fungeren als commissie
van advies en bijstand aan Burgemeester en Wethouders en in die
functie dit college, desgevraagd dan wel uit eigen beweging van
advies te dienen betreffende de aangelegenheden waarvoor de com
missie blijkens artikel 1, eerste lid, is ingesteld.
5. De Verordening commissies van advies en bijstand aan Burgemeester
en Wethouders is niet van toepassing op de in artikel 1eerste
lid, van deze verordening genoemde commissies.
Artikel V
In artikel 6, lid 3, vervalt de zinsnede "als bedoeld in artikel 1,
eerste lid, sub a tot en met f".
Artikel VI
In artikel 8, lid 2 worden de zinsneden "De commissie kan" en "totdat de
commissie haar opheft" gewijzigd in respectievelijk: "De voorzitter kan"
en "totdat de voorzitter haar opheft".
Artikel VII
Dit besluit treedt in werking op 1 september 1982.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzitter
Secretaris
Verordening raadsadviescommissies
LEEUWARDEN
VERORDENING, regelende de samenstelling, de
taak en de werkwijze van de commissies van advies
voor de gemeenteraad.
(Rb. 27-1-1970)
Artikel 1. 4)
1. Er bestaan in de gemeente de volgende commissies van advies voor de
gemeenteraad:
a. de Commissie voor de ruimtelijke ordening;
b. de Commissie voor openbare werken;
c. de Commissie voor het onderwijs;
d. de Commissie voor de volksgezondheid en de milieuhygiëne;
e. de Commissie voor welzijnsaangelegenheden;
f. de Commissie voor regio-aangelegenheden;
g. de Commissie voor de financiën.
2. Waar in deze verordening wordt gesproken van „commissie" wordt daarmee
bedoeld: „commissie van advies voor de gemeenteraad".
Artikel 2. 4)
1. Een commissie bestaat uit:
a. een door de raad uit zijn midden aangewezen voorzitter en
b. tenminste vier andere leden, door de raad uit zijn midden aangewezen.
2. De raad kan te allen tijde de aanwijzing van de voorzitter herzien.
3. Bij verhindering van de voorzitter om ais zodanig op te treden wordt deze
vervangen door een door de commissie aan te wijzen ander lid van de
commissie.
4. De wethouder, op wiens portefeuille de werkzaamheden van een commissie
betrekking hebben, woont de vergadering bij en kan daarin het woord
voeren.
5. De voorzitter en de overige leden treden af op het tijdstip dat zij aftreden
als raadslid.
Artikei 3.
1. Als secretaris van een commissie treedt op een door Burgemeester en
Wethouders aangewezen secretarie-ambtenaar. Burgemeester en Wethouders
regelen de vervanging van de secretaris van een commissie, indien deze
verhinderd is alszodanig op te treden.
1) Rb. 1-9-1970 4) Rb. 7-8-1978
III. 11 april 1979 aanv. 102
1