Wijziging van de Verordening Commissies van Advies en Bijstand aan
Burgemeester en Wethouders.
Bijlage no. 192. Leeuwarden, 12 mei 1982.
Aan de Gemeenteraad.
In verband met de aanbevelingen van de Commissie Een Goede Raad
inzake de structurering van de commissies en raden en ons voorstel terzake
(bijlage no. 190), verdient het aanbeveling een aantal wijzigingen aan te
brengen in de Verordening Commissies van Advies en Bijstand aan Burgemeester
en Wethouders. Van deze gelegenheid is tevens gebruik gemaakt de voor
schriften ten aanzien van de taken van de secretarissen van de diverse
soorten commissies te uniformeren en op de huidige praktijk af te stemmen.
Gemakshalve is een exemplaar van de huidige verordening als bijlage aan
deze Raadsbrief bijgevoegd.
Ter toelichting merken wij het volgende op.
In artikel I wordt de reeds bestaande praktijk vastgesteld dat in de
instellingsverordeningen kan worden afgeweken van het voorschrift dat
tenminste de helft van het aantal commissieleden Raadslid dient te zijn.
In artikel II wordt de taakomschrijving van de secretarissen, zoals
hierboven omschreven, nader uitgewerkt. In verband daarmee kan artikel 3,
lid 3, vervallen.
Ingevolge artikel IV vervalt de bepaling, dat de voorzitter slechts
een adviserende stem heeft. Ook in de Raadsadviescommissies en de Commissies
van Advies aan Burgemeester en Wethouders heeft de voorzitter stemrecht.
In artikel V wordt evenals in de Verordening Raadsadviescommissies de
mogeiijkheid geopend dat ook anderen dan ambtenaren worden uitgenodigd om
van advies te dienen. Ook in de Commissies van Advies en Bijstand zullen
personen die daartoe de wens te kennen hebben gegeven, in de gelegenheid
kunnen worden gesteld een toelichting te geven op de in de vergadering aan
de orde zijnde onderwerpen.
In het nieuwe artikel 7 wordt een regeling getroffen terzake van de
openbaarheid van vergaderingen en over het opleggen van geheimhouding.
Met betrekking tot de mogelijkheid in het openbaar te vergaderen is als
algemene lijn gevolgd dat commissies die zijn aan te merken als "opvolgers"
van de functionele raden en/of werkverbanden alsmede Commissies van Advies
en Bijstand die niet zijn verbonden aan een tak van dienst in het openbaar
kunnen vergaderen. Een en ander is nader uitgewerkt in de instellingsbeslui
ten van de betreffende commissies, die U bij afzonderlijk voorstel worden voor
gelegd. Voor wat betreft de Commissies van Avies en Bijstand die wel zijn verbonden
aan een tak van dienst alsmede voor de Commissie voor Automatiseringsaangelegenheden
blijft de huidige praktijk bestaan.
Onder de mededeling dat de Commissie Een Goede Raad over dit voorstel is gehoord,
stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma, Burgemeester.
W.3.G. Reumer. Secretaris.