- 2 -
Artikel V.
Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:
a. In het eerste lid wordt na de zinsnede "De voorzitter kan" ingevoegd
de zinsnede: "niet-raadsleden alsmede".
b. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende als volgt:
De voorzitter kan besluiten om ter vergadering personen die daartoe de wens
te kennen geven, in de gelegenheid te stellen een toelichting te geven op
in de vergadering aan de orde zijnde onderwerpen.
c. Lid 2 wordt vernummerd tot lid 3.
Artikel VI.
Artikel 7 wordt vernummerd tot artikel 8
Artikel VII.
Er wordt een nieuw artikel 7 ingevoegd, dat komt te luiden als volgt:
1. Uitsluitend wanneer dat in de instellingsverordening van de betreffende
commissie is bepaald, kan een commissie in het openbaar vergaderen.
2. De deuren van een openbare vergadering worden gesloten, waneer een derde
der aanwezige leden het vordert of de voorzitter het nodig acht. De
commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
Het besluit daartoe behoeft de stemmen van tweederde der aanwezige leden.
3. De voorzitter kan omtrent het in een vergadering behandelde alsmede omtrent
de inhoud van stukken die aan de commissie worden voorgelegd, geheimhouding
opleggen.
L. Zij wordt zowel door de leden die in de vergadering aanwezig waren als door
de leden die op andere wijze kennis nemen van het in de vergadering
behandelde en van bedoelde stukken, in acht genomen totdat de voorzitter
haar opheft.
Artikel VIII.
Dit besluit treedt in werking op 1 september 1982.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
>A<£>'
trêp*
- /V
g*v*4i
Verordening commissies van advies en bijstand
aan burgemeester en wethouders.
LEEUWARDEN
Verordening, regelende de samenstelling en de
werkwijze van de commissies van advies en bij
stand aan burgemeester en wethouders.
(Rb. 27-1-1970)
Artikel 1.
1. Een commissie van advies en bijstand (hierna te noemen „Commissie")
bestaat uit
a. een door het college van burgemeester en wethouders uit zijn midden
aangewezen voorzitter en
b. het door de raad voor de desbetreffende commissie bij het besluit tot
instelling daarvan te bepalen aantal leden.
2. Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen tot lid van een com
missie worden benoemd, met dien verstande, dat tenminste de helft van
het aantal leden raadslid moet zijn. De leden van een commissie worden
door de raad benoemd, de niet-raadsleden op aanbeveling van burgemeester
en wethouders.
3. Burgemeester en wethouders kunnen te allen tijde de aanwijzing van
de voorzitter herzien.
4. Bij verhindering van de voorzitter om als zodanig op te treden wordt
deze vervangen door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen
ander lid van hun college.
5. De leden treden af:
a. voorzover zij lid van de raad zijn, op het tijdstip, dat zij aftreden als
raadslid; en
b. voorzover zij geen lid van de raad zijn, op het tijdstip, waarop de perio
dieke aftreding van de leden van de gemeenteraad plaats heeft.
6. Van het lidmaatschap van een commissie zijn uitgesloten de ambtenaren
of arbeidscontractanten, in dienst van de gemeente Leeuwarden, wier werk
zaamheden in directe relatie staan tot de aan de commissie gegeven taak
stelling. l)
Artikel 2.
1. Als secretaris van een commissie treedt op een door burgemeester en
wethouders aangewezen secretarie-ambtenaar.
Burgemeester en wethouders regelen de vervanging van de secretaris,
indien deze verhinderd is alszodanig op te treden.
2. De secretaris van een commissie dient de commissie desgevraagd van
advies. Hij houdt aantekening van de besluiten van de commissie en notuleert,
indien de commissie dit wenst eventueel op de door haar te bepalen wijze
haar vergaderingen.
Rb. 24-4-1972
II. 11 juni 1972 aanv. 52
1