Vaststellen van het bestemmingsplan "Wiardaburen" Bijlage nr. 206 Leeuwarden, 28 april 1982. Aan de Gemeenteraad Inleiding Het plangebied wordt in grote lijnen begrensd door de N32, de Waldwei, de Drachtsterweg en het Van Harinxmakanaal Op basis van de nota "Wat na Camminghaburen" (door u vastgesteld op 21 april 1980, bijlage nummer 105) heeft u besloten de lokatie ten zuiden van Goutum aan te wijzen voor de eerstvolgende grote stadsuit breiding van Leeuwarden. In deze nota is de omvang van de lokatie gekoppeld aan het gemeentelijk bouwprogramma zoals dat is verwoord in de door u op 2 april 1979 vast gestelde nota "Woningbouwbeleid 1979" (bijlage nummer 122). Deze stadsuitbreiding past binnen het kader van het streekplan Fries land waarin ten aanzien van Leeuwarden een taakstelling is gehanteerd van 95.500 inwoners in 1995. In verband met de voorbereidingen ten behoeve van de continuïteit in het volkshuisvestingsbeleid dient nu reeds het bestemmingsplan "Wiar daburen" te worden vastgesteld. Voor de aan dit plan ten grondslag liggende gedachten en de uitkomsten van het op grond van artikel 8 Besluit op de Ruimtelijke Ordening gevoerde overleg verwijzen wij u kortheidshalve naar de bij dit plan behorende toelichting. Over de hoofdopzet van het plan is op 11 juni 1981 een informatie avond voor de bewoners van Goutum gehouden. Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 8 januari 1982 gedu- renden een maand voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze ter mijn, op 13 januari 1982, hebben wij een informatie-avond voor de bewoners van Goutum over het ontwerp-bestemmingsplan belegd. Be zu aren: Tegen het ontwerp-plan zijn 131 bezwaarschriften ingediend, waarvan een groot aantal geheel of gedeeltelijk gelijkluidend is. Een lijst met namen van de reclamanten is als bijlage bij het ontwerp- raadsbesluit gevoegd. Twee bezwaarschriften, namelijk dat van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland en dat van de heer W. Kielstra, Lykwei 3 te Goutum, zijn niet binnen de wettelijke termijn ingediend. Deze reclamanten dienen in hun bezwaren daarom niet ontvan kelijk te worden verklaard. Overigens kan het eerstgenoemde bezwaarschrift niet als zodanig worden aangemerkt en dient veeleer als een verzoekschrift te worden beschouwd. Het laatstgenoemde bezwaarschrift is voor een belangrijk deel gelijk luidend aan de andere, tijdig ingediende, bezwaarschriften. De overige bezwaarschriften zijn tijdig ingediend, zodat deze recla manten in hun bezwaren kunnen worden ontvangen. Hieronder worden puntsgewijs de ingediende bezwaren met daarop het commentaar behandeld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 357