Getwijfeld wordt aan de economische uitvoerbaarheid van het
bestemmingsplan.
Redenen: - onzekerheid omtrent de afbouw van de geplande woonwijk.
- grondkostenberekening en vermelde huurprijzen zijn
niet reëel.
- de verdeling in financieringscategorieën wordt niet
reëel geacht.
3
Daarnaast vormen de economische perspectieven geen aanleiding om de
planontwikkeling stop te zetten om de volgende redenen:
1. in het plan wordt rekening gehouden met en ingespeeld op de huidige
onzekere situatie door het inbouwen van een zekere mate van flexi
biliteit zowel qua aanvangsdatum als qua fasering. Het is mogelijk
gemaakt de aanvangsdatum van de bouw, als gevolg van de veranderen
de omstandigheden, op te schuiven, dan wel de fasering van het plan
over een langere tijd uit te strekken.
Deze fasering heeft niet alleen betrekking op de bouw, maar even
eens op de grondaankopen, het bouwrijpmaken en de aanleg van de
infras tructuur
2. om over 6 a 7 jaren daadwerkelijk te kunnen bouwen is het, in ver
band met de te doorlopen bestemmingsplanprocedure en de te treffen
technische voorbereidingen nodig het plan nu reeds vast te stellen.
Het (tijdelijk) stopzetten van deze procedure zou kunnen betekenen,
dat - bij een verbetering van de economische vooruitzichten en als
gevolg daarvan stijgende migratie - de situatie zich voordoet, dat
hoewel alsdan de vraag naar woonruimte aanwezig is, hieraan niet
kan worden voldaan door het niet voorhanden zijn van concrete be
bouwingsmogelijkheden.
Eveneens dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat
de capaciteit elders in de stad (exclusief Cammingaburen) voor
circa 2300 woningen niet tijdig beschikbaar is.
Gezien het vorenstaande dienen de bezwaren van reclamant(en) ongegrond
verklaard te worden.
De gelede opzet van de nieuwe bouwlokatie en de relatief kleine
schaalgrootte van de verschillende deelplannen maken het doen van
omvangrijke voorinvesteringen minder noodzakelijk.
Hierdoor kan - ook bij een gedeeltelijke afbouw van de woonwijk
c.q. bij vertraging in de realisering - een sluitende exploitatie
worden bereikt.
De grondkosten en het huurpeil zijn gebaseerd op de op dit moment
voorhanden zijnde berekeningen voor de periode na 1987.
Opgemerkt dient te worden, dat in het bestemmingsplan geen uit
spraken worden gedaan over de definitieve huurprijzen, maar dat
het bestemmingsplan als zodanig voorwaarden schept om bij de
realisering te kunnen voldoen aan de vanwege de rijksoverheid
vastgestelde grenzen. Uit de exploitatieberekening en het over
leg daarover met de verantwoordelijke instanties blijkt, dat aan
de hiervoor gestelde eisen voor de grondlasten wordt voldaan.
Het bestemmingsplan bevat inzake de bebouwing niet zodanige spe
ciale eisen, dat de vrees gerechtvaardigd is, dat hierdoor extra
bouwkosten zullen ontstaan. Er wordt juist naar gestreefd om het
bestemmingsplan zodanig in te richten, dat de bouwkosten zoveel
mogelijk beperkt kunnen worden.
De verdeling naar financieringscategorieën in het ontwerp-bestem-
mingsplan is gebaseerd op de op dit moment beschikbare gegevens
inzake de aantallen woningzoekenden en de onderverdeling naar be
paalde categorieën woningzoekenden.
De verdeling in de verschillende categorieën moet gezien worden
als een richtlijn, te meer daar is uitgegaan van de op dit moment
gehanteerde financieringsvormen
- er wordt geen rekening gehouden met de onderhouds
kosten van het woongebied.
Alhoewel het hier een globaal bestemmingsplan betreft is in dit
stadium van de planuitwerking een aantal elementen naar onder
houdskosten berekend.
Door reeds in dit vroege stadium een relatie te leggen tussen de
aanleg van het nieuwe woongebied en de daaruit voorvloeiende