V. Bezwaar wordt gemaakt tegen de realisering van woningen in de buurt van het bosje bij de kruising van de Wirdumervaart en de Wergeasterdyk aangezien het hier een zogenaamd miltvuurbosje betreft. W 1. Reolamant maakt bezwaar tegen het wegbestemmen van zijn aararisah bedrijf en de daarmee samenhangende onzekerheid en inkomensderving Onduidelijkheid bestaat over de besterrming van de huispercelen. W 2. Reclamant lijdt als huurder/eigenaar schade door de voorgenomen 8loop van het door hem bewoonde huis. 27 Uit ingewonnen informatie is gebleken, dat het hier gaat om een stuk grond, dat overbleef na de gedeeltelijke verlegging ter plaatse van de Wergeasterdyk. Ten tijde van deze reconstructie, welke was gebaseerd op het besluit van de gemeenteraad van Leeuwarden d.d. 13 oktober 1949, is het terrein tijdelijk opgehoogd, waarna er een spontane be groeiing is ontstaan. Van een zogenaamd miltvuurbosje is dan ook geen sprake. Gezien het vorenstaande dienen de bezwaren van de reclamant(en) ongegrond verklaard te worden. 28 Bij de aanleg van de ontsluitingsweg zal worden nagegaan in hoe verre grondruil met nabijgelegen percelen een (tijdelijke) oplossing kan bieden. Bij verdergaande ontwikkeling van het plangebied zal op basis van aankoop c.q. onteigening getracht worden de eigendom te verwerven. Terzake zullen de gebruikelijke regelingen met betrekking tot aankoop c.q. onteigening worden gehanteerd. Op dit moment is niet aan te geven of reclamant al dan niet voor een nieuw te creëren agrarisch bedrijf in het plangebied in aanmerking kan komen. Voorzover reclamant meent schade te lijden als gevolg van het bestemmingsplan kan reclamant een beroep doen op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De huispercelen zijn overigens bestemd voor recreatie. Gezien het vorenstaande dienen de bezwaren van reclamant(en) ongegrond verklaard te worden. Bij minnelijke aankoop c.q. onteigening zal de waarde van de woning aan de eigenaar worden vergoed. In geval van onteigening heeft de huurder op basis van de Onteigeningswet recht op schade vergoeding. Investeringen die door de huurder zijn gemaakt, dienen in principe bij de eigenaar te worden teruggevorderd. Voorzover reclamant meent schade te lijden als gevolg van het bestemmingsplan, kan reclamant een beroep doen op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Verbouwingen op basis van een verleende bouwvergunning kunnen worden uitgevoerd, waarbij de investering conform de boven staande regeling zal worden vergoed. Gezien het vorenstaande dienen de bezwaren van reclamant(en) ongegrond verklaard te worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 371