5. de Stichting is verplicht de aan de geldlening en aan de garantie
overeenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen;
6. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantie
overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel zal zijn afgelost,
zonodig nadere voorwaarden te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter,
Secretaris,
Beschikbaar stellen van een krediet voor extra bestuurskosten in verband met
het te voeren minderhedenbeleid.
Bijlage no. 213. Leeuwarden, 27 mei 1982.
Aan de Gemeenteraad.
In februari van 1981 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken, als
coördinerend bewindsman voor het minderhedenbeleid, een regeling afgekondigd
die het gemeenten mogelijk maakt een bijdrage van het rijk te ontvangen
in de extra bestuurskosten die worden gemaakt in verband met het gemeentelijk
minderhedenbeleid. Deze regeling is vooralsnog van kracht tot 1 januari 1983.
Daarna zal op basis van de opgedane ervaringen worden bezien of de regeling
jaarlijks zal worden gecontinueerd of dat op een meer definitieve wijze zal
worden voorzien in een bijdrage aan gemeenten voor de bedoelde bestuurs
kosten.
De voornoemde bijdrageregeling is gebaseerd op de veronderstelling,
dat door de blijvende aanwezigheid van etnische minderheden en de daardoor
noodzakelijk geworden beleidsontwikkeling alsmede het stimuleringsbeleid ten
aanzien van woonwagenbewoners er door lokale overheden extra maatregelen
moeten worden getroffen die de nodige inspanningen op lokaal niveau vereisen.
De regering heeft het derhalve wenselijk geacht om aan gemeenten waar belang
rijke aantallen etnische minderheidsgroepen en woonwagenbewoners tot de in
gezetenen behoren, een tegemoetkoming te verstrekken in de kosten in verband
met het aantrekken van personeel t.b.v. het gemeentelijk apparaat, de kosten
van inspraakmogelijkheden, de voorlichting over het uit te voeren beleid en
het voor het beleid noodzakelijke onderzoek.
Ingevolge de regeling dienen gemeenten die voor een rijksbijdrage in
dit kader in aanmerking willen komen er in het bijzonder op toe te zien dat
algemene voorzieningen openstaan voor minderheden en dat in de beleidsvoor
bereiding en -uitvoering door onderscheiden gemeentelijke afdelingen en
diensten de positie en de belangen van de minderheden uitdrukkelijk worden
betrokken. Tot de taak van de gemeente kan verder gerekend worden:
- het inventariseren en evalueren van gegevens omtrent de positie waarin
minderheden verkeren;
- innovatie van beleid en opzetten van experimenten;
- het leggen en onderhouden van contacten met het particulier initiatief,
zowel het autochtone als het allochtone;
- het voeren van overleg met de rijksoverheid over het gevoerde en te voeren
beleid op landelijk en plaatselijk niveau.
Voor de berekening van de bijdrage is gekozen voor een bijdrage per
hoofd. Bij een aantal ingezetenen uit de minderheidsgroepen van 1000 of meer
doch minder dan 5000 kan gerekend worden op een bedrag van 40.000,-- plus
35,-- per bedoelde ingezetene boven het aantal van 1000.
Voor Leeuwarden was dit aantal voor 1981 berekend op 2.720.
Gelet op het feit dat deze bestuurskostenregeling de mogelijkheid biedt
om de reeds bestaande aandacht voor de ontwikkeling van een gecoördineerd
gemeentelijk minderhedenbeleid te intensiveren en daarvoor extra menskracht
aan te trekken, hebben wij terzake een aanvraag ingediend.
In het derde kwartaal van 1981 heeft de minister van Binnenlandse Zaken ons
laten weten positief te hebben beschikt op onze aanvraag en de bijdrage voor
1981 te hebben vastgesteld op 100.200,--.
- 2 -
'WW