no. 737U DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen de brief van de heer G. Kempenaar c.s. van 18 februari 1982, waarin op grond van de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschik kingen bezwaar wordt gemaakt tegen zijn besluit van 1 februari 1982, nr. 913, waarbij een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet Ruimtelijke Ordening is genomen ten behoeve van de aanleg van een speelterrein op het plantsoen aan de Goudsbloemstraat; overwegende, dat het bezwaarschrift overeenkomstig het Reglement behandeling verzoek- en bezwaarschriften, om advies in handen is gesteld van de Raaasadviescommissie voor de beroepschriften; dat de commissie adviseert reclamant in zijn bezwaren te ontvangen, doch het bezwaarschrift ongegrond te verklaren; dat hij zich met de overwegingen en het advies van de commissie d.d. 27 mei 1982 (bijlage nr. 219) kan verenigen; gelet op de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen en het Reglement behandeling verzoek- en bezwaarschriften; BESLUIT: 1. het bezwaarschrift van de heer G. Kempenaar c.s. ongegrond te ver klaren 2. het bestreden besluit te handhaven. Aldus vastgespeld in de openbare vergadering van Voorzitter Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 400