- 4 -
voor de inrichting van de straat. Het nieuwe voorstel voorziet in
een 80-tal parkeerplaatsen, gelegen aan de huizenzijde. Hiermee komt
het aantal parkeerplaatsen in het westelijke deel van het gebied op
0.84- per woning. Vooralsnog achten wij dit, gezien het huidige auto
bezit in het gebied, acceptabel.
Mocht het in de toekomst alsnog noodzakelijk blijken tot uitbreiding
van het aantal parkeerplaatsen over te gaan, dan zal (gedeeltelijke)
demping van de Spoorsloot wellicht uitkomst bieden.
Voor de profielopbouw van de Spoorstraat verwijzen wij naar pagina 6
van de rapportage. Wij zijn van mening dat uitgegaan kan worden van de
momenteel beschikbare ruimte, zij het dat in de toekomst bekeken moet
worden of extra verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn.
Verder is op de post verhardingen een groot aantal kortingen toegepast.
De herinrichting van gevel tot gevel van de straten in het westelijk
deel van het gebied is niet geaccepteerd. De huidige plannen gaan in
verband hiermee uit van een inrichting die beperkt blijft tot de open
bare ruimte. De particuliere tuinen blijven derhalve gehandhaafd.
De herinrichting van de straten in het oostelijke deel van het gebied
acht de Minister niet noodzakelijk, aangezien de infrastructuur ter
plaatse nog in goede staat verkeert. Wij hebben er ernstige bedenkingen
tegen dat ook de inrichting van de Knoopstraat tot wijkontsluitingsweg
buiten het saldo is gelaten. Deze straat zal deel gaan uitmaken van de
hoofdontsluiting van het gebied en dient daarom ook als zodanig te wor
den ingericht. Daarnaast heeft het niet aanpassen van de Knoopstraat
tot gevolg dat zich sluipverkeer in de woonstraten zal gaan voordoen,
terwijl bovendien een verlies van een 30-tal parkeerplaatsen optreedt.
Gezien de noodzaak van het inrichten van de Knoopstraat tot wijkont-
sluitingsweg stellen wij voor dit onderdeel nogmaals voor subsidiëring
in het kader van de I.S.R. aan te melden.
De kosten die met de herinrichting gemoeid zijn worden geraamd op
510.000,--.
De Minister heeft wei de verwerving van de kleuterschool "Het Koolmeesje"
ten behoeve van het maken van een 40-tal parkeerplaatsen geaccepteerd,
maar de inrichtingskosten die hier logischerwijs uit voortvloeien,
te weten 112.000,--, buiten het saldo gelaten. Gezien het parkeerpro
bleem in het oostelijke deel van het gebied, achten wij het realiseren
van een parkeerterrein een essentieel planonderdeel. Wij gaan er met
het oog op het voorgaande van uit, dat de inrichtingskosten alsnog voor
vergoeding in het kader van de I.S.R. in aanmerking zullen komen.
In het financiële overzicht zijn wat betreft de groen- en speelvoor-
zieningen de posten "inrichten woonstraten" en "meubilering" pro memorie
opgevoerd; over de hoogte van de uiteindelijke bedragen zal nog overleg
plaatsvinden met het ministerie. Het onderdeel "leveren en planten van
bomen in bestrating" is opnieuw voor subsidiëring aangemeld, aangezien
deze post naar onze mening ten onrechte buiten het saldo is gelaten,
als gevolg van een omissie in de omschrijving.
Financiële consequenties
Uit het financiële overzicht in hoofdstuk 3 blijkt dat de I.S.R.-bij
drage van het ministerie van V.R.0. wordt geraamd op afgerond
9.3 miljoen. Dit saldo zal uiteindelijk hoger worden in verband met
de pro memorie-post voor scholen en de hiervoor genoemde pro memorie-
posten voor de inrichting van de woonstraten en meubilering. In het
- 5 -
bedrag van 9.3 miljoen zijn reeds de opnieuw aan te melden onderdelen,
te weten inrichting parkeerterrein Koolmeesje, inrichting Knoopstraat
en leveren en planten van bomen in bestrating, opgenomen.
Op 22 februari j.l. hebt U reeds besloten het uit de pacht nemen van de
kwekerij aan Achter de Hoven uit te stellen tot na 1985, zodat tot 1986
een bedrag van 8.8 miljoen p.m. benodigd is.
Aangezien het in die periode beschikbare bedrag van 8 miljoen wordt
overschreden is een aangepaste faseringsopzet gemaakt.
Het ten laste van de gemeente blijvende aandeel is vooralsnog geraamd op
526.000,--. Dit tekort hangt met name samen met door de Minister toe
gepaste kortingen op verwervingsbedragen, aangezien wordt verwacht dat
het niet mogelijk zal zijn al de nog te verwerven onderdelen aan te kopen
voor de goedgekeurde bedragen.
Overleg met de bevolking
In hoofdstuk A- van de rapportage van de projectgroepen is ingegaan op
het overleg dat met de bevolking is gevoerd. Kortheidshalve mogen wij 'J
daarnaar verwijzen.
Het behoeft hier geen betoog dat de bewoners van beide gebieden teleur
gesteld zijn. Immers in feite wordt afstand genomen van eerder vastge
stelde plannen welke in overleg met hen zijn vastgesteld.
Wat betreft het bezwaarschrift van dhr. Rurenga met betrekking tot de
uitbreidingsmogelijkheden van zijn bedrijf (Ruba) aan het Molenpad merken
wij op dat momenteel in overleg met dhr. Rurenga wordt nagegaan of het
mogelijk is aan het Noordvliet tot uitbreiding van het bedrijf over te
gaan.
Tot slot
Samenvattend merken wij op, dat alhoewel de beschikking van de bewindsman
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening als taakstellend is opgevat,
een aantal planonderdelen onzes inziens opnieuw voor subsidiëring in het
kader van de I.S.R. dient te worden aangemeld.
De van het ministerie van V.R.0. benodigde bijdrage komt hiermee op een
totaal van 8.8 miljoen voor het Molenpad en 9.3 miljoen voor
Achter de Hoven/Vegelin. Over een aantal planonderdelen zal nog nader
overleg moeten plaatsvinden.
Het is evident, dat de beslissing van de minister voornoemd als teleur
stellend wordt ervaren. De problematiek van deze gebieden noopt hierdoor
noodgedwongen - immers de totale bijdragen van rijkszijde zijn bekend -
tot het beschikbaar stellen van gemeentelijke middelen, welke voor beide
gebieden tesamen vooralsnog geraamd worden op 2.3 miljoen, welke anders
voor overige stadsvernieuwingsgebieden hadden kunnen worden aangewend.
Ondanks de opgelegde beperkingen welke aanzienlijk zijn, menen wij dat
een reëele planontwikkeling mogelijk is.
Onder de mededeling, dat de Commissies voor de Ruimtelijke Ordening en
voor het Grondbedrijf over dit voorstel zijn gehoord, stellen wij U voor
te besluiten overeenkomstig het bijgevoegd ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma, Burgemeester
W.3.G. Reumer, Secretaris