de begrenzing van het gebied.
In afwijking van het rapport zijn wij van oordeel dat een strook
langs het zogenaamde Verbindingskanaal niet gebruikt moet worden voor
de afvalstorting. Dit terreingedeelte is hoogwaardig industrieterrein
gelegen langs een belangrijk vaarwater. Voorts wordt hiermede de af
stand tussen de afvalverwerking en de bedrijven onmiddellijk ten zuiden
van het Verbindingskanaal vergroot en daardoor mogelijke nadelige effec
ten verkleind.
Indien noodzakelijk kan terreincompensatie in (noord)westelijke richting
worden gevonden. In dit verband merken wij op dat de westelijke grens in
beginsel is bepaald door de wens om het voormalige Middelzeegebied "open"
te houden.
De in het rapport aangegeven begrenzing aan de oostzijde dient naar onze
mening te worden gehandhaafd. Het oostelijk gelegen gebied is hoogwaardig
industrieterrein. Voorts zou het gebruik als afvalverwerkingsterrein te
veel overlast veroorzaken voor de aangrenzende (toekomstige) industrieën
alsmede voor de bewoners van de woonschepen in het Bisschopsrak.
Het aanbrengen van beplanting op het volgestorte terrein.
Om te voorkomen dat volgestorte terreingedeelten langdurig een onaan
trekkelijk uitzien vormen dient het terrein fasegewijs te worden volge
stort en aansluitend met een grondlaag bedekt en beplant volgens een
nader overeen te komen beplantingsplan.
De beheersvorm van het bosgebied.
De bedoeling is te waarborgen dat het bosgebied in stand blijft en goed
wordt onderhouden.
Overeenstemming omtrent de keuze en het gebruik van de aan- en afvoer-
route voor het afvalverwerkingsterrein.
De Grontmij heeft de voorkeur uitgesproken voor een route over de toe
komstige locatie-west vanaf de HarlingerstraatwegDe gemeente zal de
garantie moeten verkrijgen dat de plannen ten aanzien van deze locatie
door genoemde route niet worden gefrustreerd.
De toezegging van de Grontmij N.V. dat men in principe bereid is met de
gemeente tot overeenstemming te komen over een aantal nader vast te
stellen richtlijnen inzake het gebruik en de inrichting van het afvalver
werkingsterrein tijdens en na voltooiing van de storting.
Een aanzet tot deze richtlijnen is gegeven in het U toegezonden rapport.
Met inachtname van het vorenstaande kan naar ons oordeel aan de Grontmij
N.V. de principe-toezegging worden gedaan, dat de gemeente Leeuwarden tegen
het aanleggen van een afvalverwerkingsterrein als vorenomschreven geen bezwaar
heeft. Een definitieve toezegging kan ons inziens pas worden gedaan nadat over
de hiervoorgenoemde (rand)voorwaarden overeenstemming is verkregen.
Resumerend stellen wij U voor:
1. de beide navolgende terreinen aan te wijzen als toekomstige industrie- en
bedrijventerrein;
a. het terrein ingesloten door de Harlingerstraatweg, de spoorlijn
Leeuwarden-Stiensde Harlingertrekvaart en het Verbindingskanaal-Van
Harinxmakanaal (locatie-west);
b. het terrein ingesloten door het Van Harinxmakanaal, de Zwette, de toe
komstige Zuidtangent en de toekomstige verbindingsweg tussen de Zuid
tangent en het industrieterrein de Zwette (locatie-zuid);
2. er mede in te stemmen dat terzake van genoemde industrieterreinen het
nodige overleg wordt gevoerd met de gemeente Menaldumadeel;
3. voor het gebied locatie-zuid zo spoedig mogelijk een bestemmingsplan
doen opstellen en voor locatie-west pas nadat het "model" voor dit ge
bied is vastgesteld.
4. er mede in te stemmen dat aan de Grontmij N.V. de principe-toezegging
wordt gedaan, dat de gemeente Leeuwarden geen bezwaar heeft tegen het
aanleggen van een afvalverwerkingsterrein nabij de v.m. steenfabriek
Schenkenschans, één en ander als in de raadsbrief onder punt 3B is aan
gegeven en met inachtname van de onder dit punt omschreven randvoor
waarden.
Tenslotte delen wij U mede, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening
terzake is gehoord.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma, Burgemeester
W.3.G. Reumer, Secretaris
- 6 -
- 7 -