- 4 -
Hoofdstuk III.
3.1. Verantwoordelijkheid en bevoegdheden "burgemeester.
3.1.1. De burgemeester heeft de algehele leiding bij de
bestrijding Tan de ramp en de gevolgen daarvan en
draagt daarvoor de verantwoordelijkheid.
3.2. Melding - ram-pverklaring - alarmering.
3.2.1. Melding.
Zodra een mededeling wordt ontvangen van een ramp
of dreigende ramp, wordt de burgemeester onmiddel
lijk ingelicht.
3.2.2. Ranroverklaring.
Indien de gemeente door een ramp wordt getroffen
of dreigt te worden getroffen beslist de burgemeester
of er sprake is van een ramp in de zin van het
rampenplan.
In geval van een ramp 3telt de burgemeester het
rampenplan en zo nodig tevens één of meer rampbe-
strijdingsplannen geheel of gedeeltelijk in werking.
Zijn besluiten terzake van het in werking stellen
van genoemde plannen brengt hij terstond ter kennis
van de Commissaris der Koningin, de gemeenteraad,
en de hoofdofficier van Justitie in het arrondis
sement. De burgemeester bepaalt eveneens, wanneer
een rampsituatie als beëindigd kan worden beschouwd.
3.2.3. Alarmering.
1In geval van een ramp wordt door of namens de
burgemeester:
a. de coördinator van de Brandweer Hulpverlenings
dienst van de regio Friesland-Noord (3.H.D.)
gealarmeerd;
b. de rampenstaf in het beleidscentrum bijeenge
roepen;
c. het rampterrein afgesloten voor anderen dan
leden van hulpverlenende diensten.
2. In geval van een ramp wordt door de coördinator
van de 3.H.D., tenzij de burgemeester anders ken
baar maakt, de commandant rampterrein aangewezen.
3. De coördinator alarmeert de parate diensten.
3.3. Beleid.
Het beleidscentrum is gevestigd in de brandweerkazerne,
tenzij door de burgemeester een andere plaats wordt aangewezen.
3.3.1. De burgemeester wordt bijgestaan door een rampenstaf.
De taken van deze rampenstaf zijn:
a. de burgemeester te adviseren omtrent het te voeren
bestrijdings- en hulpverleningsbeieid en de te
treffen maatregelen;
b. het doen uitvoeren van de genomen besluiten;
c. het doorgeven van aanwijzingen en instructies aan
de commandant rampterrein;
d. het beantwoorden van vragen en oplossen van pro
blemen van het commandoteam;
e. indien nodig zorg te dragen voor het aanvragen van
bijstand;
f. controle op het verloop van de rampbestrijding en
hulpverlening;
- 5 -
g. het verrichten van alle andere werkzaamheden, welke
naar de mening van de burgemeester in verband met de
rampbestrijding en de hulpverlening nodig zijn;
h. het bijhouden van een logboek, waarin aantekening wordt
gehouden van de werkzaamheden van de rampenstaf.
3.3.2. De rampenstaf bestaat uit:
a. de Commissaris van Politie, vice-voorzitter;
b. de Directeur van de Districtsgeneeskundige en Gezondheids
dienst van de regio Friesland-Noord;
c. de Directeur van de Dienst voor Reiniging en Brandweer;
d. de Directeur Openbare Werken van de dienst Stadsontwikkeling
e. het Hoofd Bescherming Bevolking van de A-Kring Friesland-c;
f. het Hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken ter
Secretarie;
g. het Hoofd van de afdeling Voorlichting ter Secretarie;
h. de Directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst;
i. de Coördinator van de Brandweer Hulpverleningsdienst van
de regio Friesland-Noord.
3.3.3. 2e burgemeester kan beslissen, dat de rampenstaf wordt aan
gevuld met degene, die de leiding heeft van een dienst,
organisatie of bedrijf, die bij de rampbestrijding en/of de
hulpverlening wordt ingeschakeld.
3.3.4. 2e leden van de rampenstaf worden bij afwezigheid of
ontstentenis vervangen door hun als zodanig aangewezen
vervanger in de hoofdfunktie.
3.3.5. Zodra sprake is van een ramp, begeven de burgemeester en
de rampenstaf zich naar het beleidscentrum.
Vanuit het beleidscentrum worden rechtstreeks verbindingen
tot stand gebracht met de commandopost rampterrein.
Verbindingsmateriaal en personeel, noodzakelijk voor een
goede taakuitoefening door de burgemeester en de rampenstaf
moeten in het beleidscentrum aanwezig zijn.
3.4. Commando.
Op het rampterrein worden de hulpverlening en rampbestrijding
geleid door een commandoteam onder leiding van de commandant
rampterrein.
3.4.1. Het commandoteam handelt overeenkomstig de door of namens
de burgemeester gegeven instructies.
De daartoe aangewezen functionarissen voeren, ter uitvoering
van de hun opgedragen taak/taken, het bevel over de hulp-
verleningsploegen, welke te hunner beschikking zijn of
worden gesteld.
Het commandoteam richt op of nabij het rampterrein een
commandopost in, draagt zorg voor een rechtstreekse ver
binding met het beleidscentrum en houdt de rampenstaf/
het beleidscentrum voortdurend op de hoogte van de gebeur
tenissen.