b. het 3luiten en/of openen van ramen en deuren; - 6 - Eoofdstuk 17: Iraarschuwing en verplaatsing bevolking. 4.1Waarschuwing -ran de bevolking. 4.1.1. Indien een raap dreigt of heeft plaat3 gevonden, wordt duidelijke inforaatie verstrekt aan de per sonen, die in het betrokken gebied verblijven, waarbij de nodige aanwijsingen en eventuele gedragsregels worden gegeven. Hiervoor worden zo mogelijk geluidswagens gebruikt, indien het enkele straten of buurten betreft. In andere gevallen wordt gebruik genaakt van radio en televisie. 4.1.2. Afhankelijk van de situatie, hebben deze aanwijzingen/ gedragsregels betrekking op de door de personen in het betrokken gebied te nemen maatregelen, zoals ahet ai dan niet afsluiten van gas, water en electri- citeit; o. de risico's van hst zich buiten het pand begeven; d. het besmettingsgevaar; s. het luistersi en het kijken naar respectievelijk radio en televisie. 4.2. Verplaatsing bevolking. 4.2.1. Indien een ramp of een dreigende ramp naar. het oerdeel van de burgemeester ontruiming van een gebied noodzake lijk maakz, is hij bevoegd ontruiming te bevelen. Het bekend maken van hst ontruiaingsbevel vindv plaat3 op de wijze als in artikel 4.1. waarschuwing van da bevolking) is aangegeven. Buitan^emeentelijke verplaat sing van de bevolking vindt niet piaat3 dan na gevoerd overleg met de Commissaris der Koningin. 4.2.2. Hit de door burgemeester en wethouders ingevolge hoofd stuk VII opgemaakte lijst, wijst da burgemeester één of meer opvangcentra aan. 4.2.3. -lan de personen in het betrokken gebied, wordt bekend gemaakt: a. een aanwijzing van de mee te nemen goederen/gelden; b. de plaat3 van het opvangcentrum; c. de wijze van vervoer naar het opvangcentrum; d. indien nodig en mogelijk de route waarlangs het op vangcentrum is te bereiken. 4.2.4. In het opvangcentrum geschiedt de registratie van te verplaatsen en verplaatste personen. 4.2.5. Het ontruimde gebied wordt afgesloten voer anderen dan de leden van de hulpverlenende diensten. In het ont ruimde gebied wordt toezicht uitgeoefend. 4.2.6. De burgemeester is bevoegd te verklaren dat ontruimde panden weer kunnen worden betrokken. Hij laat dit aan de betrokkenen mededelen. Hoofdstuk 7: Taken. Algemeen. 5. Yan de aard en de omvang van de ramp hangt af welke diensten en/of organisaties bij de bestrijding van de ramp en de gevolgen daarvan worden ingezet. Door of namens de burgemeester wordt bepaald welke diensten en/of organisaties worden ingezet. foor de in dit hoofdstuk vermelde diensten en/of organisaties, die - voor zoveel nodig - medewerking en samenwerking hebben toegezegd, fungeren de volgende taakomschrijvingen als richtlijn voor de ver deling van de werkzaamheden. De burgemeester is bevoegd met het oog op een snelle en doeltreffende bestrijding van de ramp de taken anders te verdelen. 5.1. Politie. De commissaris van politie draagt zorg voor: a. het bijeenroepen van de raapenstaf; bordehandhaving; c. verkeersregeling; d. vrijhouden en afzetten rampgebied; e. vrijhouden en afzetten toegangswegen; f. begeleiding gewondentransport; g. waarschuwing van de bevolking en ontruiming van het ramp gebied (zie hiervoor de art. 4.1. en 4.2.); h. het houden van toezicht in het rampgebied; i. identificatie van doden; j. het verstrekken van inlichtingen omtrent de slachtoffers van de ramp aan het Centraal Hegi3tratie- en Inlichtingenbureau. 5.2. District3geneeskundige en Gezondheidsdienst Friesland-Noord.. De directeur van de districtsgeneeskundige en gezondheidsdienst draagt zorg voor: a. de organisatie en de coSrdinatie van medische hulp op het rampterrein; b. de organisatie van de eerste hulp op het rampterrsin; c. de alarmering van, al naar gelang de noodzakelijkheid en mogelijk' heid, plaatselijke ziekenhuizen, plaatselijke medici, Groene Kruis (voor wijkverpleegsters) en Leeuwarder Bloedbank; d. het verzorgen van het gewondentransport en het regelen van de ziekenhuisopname; e. het zonodig doen inrichten door de commandant van de colonne Hode Kruis Korps Leeuwarden van een verzamelplaats gewonden; f. de aanwezigheid van genees- en verbandmiddelen op het rampter rein en/of in de verzamelplaats gewonden; g. het verstrekken van gegevens aan het Centraal 2egi3tratie- en Inlichtingenbureau omtrent de slachtoffers; h. het vaststellen van de dood van slachtoffers, het onderzoek naar de doodsoorzaak en het doen bergen van de doden, een en ander in samenwerking met de politie; i. de gezondheidsbescherming, waaronder een regeling van inenting, ontsmetting, het treffen van quarantainemaatregelen en maat regelen bij radio-actieve en chemische besmetting, het medisch toezicht op de nooddrinkwatervoorziening; j. de regeling van het medisch toezicht in opvangcentra.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 489