Dit Besluit bepaalt in grote lijnen:
1. behoudens de door de Minister vast te stellen uitzonderingsgevallen, be
draagt de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van woningen die op het
tijdstip van vaststelling van een geluidszone rond een luchtvaartterrein
nog niet aanwezig of in aanbouw zijn, vijfendertig Kosteneenheden (35 Ke);
2. voor de reeds aanwezige of in aanbouw zijnde woningen, gelegen in het ge
bied waar een geluidsbelasting geldt tussen 40 en 55 Ke, dienen geluidweren-
de maatregelen aan de woningen te worden getroffen (de kosten hiervan komen
voor rekening van het Rijk);
3. handhaving van woningen die een geluidsbelasting van meer dan 55 Ke en min
der dan 65 Ke ondervinden is slechts mogelijk, indien deze woningen tegen re
delijke kosten geïsoleerd kunnen worden en dit met het oog op de bouwkundige
staat van de woningen verantwoord geacht kan worden;
4. alle woningen in het gebied, waar een geluidsbelasting van meer dan 65 Ke
geldt, dienen te worden afgebroken.
Het zal duidelijk zijn, dat de betrokken bevolking rond de vliegbasis
met bijzondere belangstelling het onderzoekresultaat, afgestemd op bovengenoem
de normen, tegemoet heeft gezien.
De onderzoeksresultaten zijn bekend gemaakt in een brief van de Staatsse
cretaris van Defensie van 20 oktober 1981, welke voor U ter inzage is gelegd.
Hieruit blijkt, dat de consequenties zijn onderzocht van:
a. handhaving van de huidige situatie;
b. de "door de regio" voorgestelde baanvariant, bestaande uit een nieuwe Noord/
Zuid-baan in combinatie met de huidige hoofdbaan, welke een ligging heeft van
Zuid/West naar Noord/Oost (variant A);
c. een nieuwe Noord/Zuid-baan welke iets noordelijker ligt dan die onder b, in
combinatie met de verlengde huidige secundaire baan, welke een ligging heeft van
Oost naar West (variant B);
d. een gewijzigd gebruik van het huidige banenstelsel, met dien verstande dat
ook bij deze variant uitgegaan wordt van een verlenging van de Oost/West-baan
(deze variant C werd later de Defensievariant genoemd; overigens niet omdat
Defensie hiervoor een voorkeur zou hebben uitgesproken).
De gepresenteerde onderzoeksresultaten hebben in elk van de varianten be
trekking op de aantallen woningen en boerderijen die in de verschillende geluid
belaste zones komen te liggen en verder op de kosten van sanering of amovering
van die gebouwen. Tevens zijn hierin de kosten van eventuele baanaanleg opgenomen.
Voor wat betreft de aantallen woningen die liggen in de zone van 35 tot 40 Ke in
relatie tot de totale aantallen woningen die een geluidsbelasting ondervinden van
meer dan 35 Ke kan het volgende overzicht worden gegeven:
huidige situatie variant A variant B variant C
totaal meer dan 35 Ke
1770
(6)
2277
(410)
2622
(417)
2893
(263)
35 tot 40 Ke
773
(5)
1422
(404)
1790
(411)
1003
(95)
40 tot 45 Ke
221
(1)
252
(6)
543
(6)
979
(92)
45 tot 55 Ke
213
522
359
575
(13)
55 tot 65 Ke
456
13
18
323
65 en hoger
116
2
5
13
De tussen haakjes geplaatste aantallen hebben betrekking op de gemeente Leeuwarden.
- 3 -
Voor wat betreft de dorpen of wijken waar geluidsoverlast wordt onder
vonden, zijn tussen de verschillende varianten grote verschillen te constate
ren. De dorpen Oelsum, Cornjum, Marssum, Britsum en Wijns zijn gebaat bij een
baanverlegging respectievelijk gewijzigd baangebruik. Daarentegen zal bij een
nieuwe Noord/Zuid-baan in combinatie met de huidige hoofdbaan de geluidsbelas
ting toenemen in Finkum, Oellum, Leeuwarden-Westeinde, Oude Bildtzijl, Stiens,
Oude Leije en Ritsumazijl. Een nieuwe Noord/Zuid-baan in combinatie met een
verlengde Oost/West-baan zal behalve voor de hierboven genoemde dorpen, ook voor
Beetgum, Beetgumermolen en Engelum een grotere geluidsbelasting tengevolge heb
ben.
Uit het onderzoek blijkt, dat bij handhaving van de huidige banen, ingevol
ge het eerdergenoemde Besluit in elk geval 124 woningen zullen moeten worden af
gebroken; 69 woningen in Marssum en 55 woningen in Oelsum. Bij al deze woningen
wordt een geluidsbelasting ondervonden van meer dan 65 Ke. Ten aanzien van ruim
400 woningen in Cornjum, Oelsum en Marssum bestaat onzekerheid over de vraag of
deze aan de woonbestemming moeten worden onttrokken. De woningen liggen namelijk in
de zone tussen 55 en 65 Ke. De toekomst van deze woningen is, zoals uit het vo
renstaande blijkt, grotendeels afhankelijk van de bouwkundige staat van deze wo
ningen en van de vraag of deze woningen tegen redelijke kosten kunnen worden
geïsoleerd. Indien ook grote aantallen van deze woningen moeten worden afgebroken,
zullen in deze dorpen grote gaten ontstaan en wordt het voortbestaan van deze
dorpen ernstig bedreigd. Het is duidelijk dat het afbreken van grote aantallen
woningen enorme gevolgen heeft voor het voorzieningenniveau in deze dorpen, alsme
de voor het sociaal functioneren. Uit de onderzoeksresultaten blijkt verder, dat
de aanleg van een Noord/Zuid-baan (in beide varianten) en ook de wijziging van
het baangebruik uitgaande van een verlengde Oost/West-baan, de geluidssituatie in
Cornjum, Oelsum en Marssum zou doen verbeteren. In plaats van 124 woningen zouden
slechts enkele woningen behoeven te worden afgebroken, terwijl ook het aantal wo
ningen in de zone van 55-65 Ke zeer sterk zou afnemen.
Ten aanzien van de kosten die aan elk van de vier situaties zijn verbonden
kan, in miljoenen guldens uitgedrukt, het volgende overzicht worden gegeven.
huidiqe situatie
variant A
variant B
variant C
kostenramingen
sanering/amovering
49,1
21,5
19,8
47,0
kosten baanaanleg c.q.
baanverlegging
n.v.t.
96,0
131,3
30,0
Totaal
49,1
117,5
151,1
77,0
Besparing sanering t.o.v.
de bestaande situatie
-
27,6
29,3
2,1
Meerkosten t.o.v. de be
staande situatie
-
68,4
102,0
27,9
Onderzoeksgegevens Economisch-Technologisch Instituut voor Friesland (E.T.I.F.)
Nadat in het Overlegorgaan Geluidhinder Vliegbasis Leeuwarden eind vorig
jaar kritiek is geuit op de juistheid en volledigheid van bovengenoemde onder
zoeksresultaten hebben Gedeputeerde Staten van Friesland en de gemeenten Leeuwar
den, Leeuwarderadeel en Menadumadeel gezamenlijk opdracht gegeven aan het