- 4- -
f
E.T.I.F. om een rapport op te stellen over de financiële gevolgen van de baan-
varianten, met als doel een zo compleet mogelijke inventarisatie van deze kos
ten te verkrijgen en deze te vergelijken met de kostenberekening van Defensie.
Variant C ofwel de Defensievariant is buiten de onderzoeksopdracht gehou
den. De reden hiervoor is, dat bij deze variant de geluidssituatie rond de
vliegbasis niet wezenlijk zal worden verbeterd. Dit komt omdat bij deze variant
het aantal aan de woonbestemming te onttrekken woningen weliswaar aanzienlijk
zou afnemen, maar hier tegenover staat dat het aantal woningen met een geluids
belasting, welke ligt tussen 4-0 en 55 Ke sterk zal toenemen. Voor de gemeente
Leeuwarden zal deze variant inhouden, dat de bestaande woningen in Lekkum en
Snakkerburen aanzienlijk meer geluidsoverlast zullen gaan ondervinden. Bovendien
zal de geprojecteerde nieuwbouw in deze dorpen (voor Lekkum 175 woningen en voor
Snakkerburen 10 woningen) op grond van meergenoemd Besluit geen doorgang kunnen
vinden, tenzij ontheffing wordt verleend.
Enkele elementen die verder buiten het onderzoek zijn gehouden betreffen
het werkgelegenheidsaspect en de sociale gevolgen. Voor de motivatie hiervan kan
worden verwezen naar het U toegezonden E.T.I.F.-rapport.
Uit het onderzoek blijkt, dat de daarin opgenomen aantallen woningen binnen
de geluidsbelaste zones bij elk van de varianten verschillen vertonen ten opzich
te van het Defensierapport. Deze verschillen zijn een gevolg van het feit, dat niet
dezelfde methodiek is gevolgd. De Defensiegegevens berusten op visuele waarnemin
gen, terwijl het E.T.I.F. zich heeft gebaseerd op gemeentelijke registratie.
Verder is het opmerkelijk, dat het rapport een ander bedrag hanteert voor
de kosten van amovering van een woning.
Het Defensierapport gaat uit van een kostenbedrag van 200.000,per woning. In het
E.T.I.F.-rapport wordt gesteld, dat dit bedrag veel te hoog is, omdat de werke
lijke taxatiewaarde van de woningen gemiddeld een stuk lager ligt. De geraamde
amovatiekosten komen daardoor aanzienlijk lager te liggen.
Een en ander belangrijk verschilpunt tussen het Defensie- en het E.T.I.F.-
rapport is, dat in het laatste rapport twee berekeningen zijn opgenomen, die be
trekking hebben op de aantallen woningen die aan de woningvoorraad moeten worden
onttrokken. Bij de eerste berekening wordt er van uitgegaan, dat uitsluitend de
woningen moeten worden afgebroken die liggen in de zone van meer dan 65 Ke (mi
nimumvariant). Het betreft in dit geval 116 woningen. In het andere geval (maximum-
variant) wordt er van uitgegaan, dat behalve deze 116 woningen ook nog een groot
aantal woningen moet worden afgebroken, die liggen in de zone van 55 tot 65 Ke.
Uitgaande van deze maximumvariant zouden in Marssum 186 woningen en in Oelsum en
Cornjum 62 woningen aan de woningvoorraad worden onttrokken.
Een volgend verschilpunt betreft het feit, dat in het E.T.I.F.-rapport reke
ning is gehouden met de waardebepaling van de woningen die in de verschillende
geluidszones liggen.
De eindresultaten van het E.T.I.F. vertonen echter geen grote verschillen
met die van Defensie. Dit heeft te maken met een tweetal factoren. In de eerste
plaats heeft het E.T.I.F. wel enkele schadeposten in de berekening opgenomen,
die Defensie niet heeft opgenomen. De tweede oorzaak is het feit, dat de kosten die
met baanaanleg of -verlenging te maken hebben en welke Defensie heeft opgevoerd,
door het E.T.I.F. als hard gegeven zijn aangenomen.
Wat de nadere bijzonderheden van het E.T.I.F.-rapport voor Leeuwarden be
treft wijzen wij U er op, dat in het rapport wordt opgemerkt, dat deelplan V
van het^bestemmingsplan Westeinde nog gerealiseerd moet worden en dat dit plandeel
in de zone van 35 tot 4^5 Ke zou komen te liggen. Indien ingevolge het eerder
genoemde Besluit de hier geprojecteerde woningbouw niet gerealiseerd zou kunnen
worden, wordt het hiervoor te berekenen schadebedrag geraamd op 2,5 miljoen gul
den.
Voorts wordt er op gewezen, dat een eventueel ten westen van de stad te
realiseren bedrijvengebied in de zone van 35 tot 55Kezou komen te liggen. Meerge
noemd Besluit zou het oprichten van bedrijven op deze plaats niet belemmeren,
maar wel de eventuele bouw van bedrijfswoningen.
- 5 -
Concept-reactie Gedeputeerde Staten.
Gedeputeerde Staten van Friesland hebben een concept-reactie opgesteld,
welke aan de orde is gesteld in de vergadering van de Provinciale Planologische
Commissie van 11 februari 1982 en in de vergadering van het Overlegorgaan Ge
luidhinder Vliegbasis Leeuwarden van 17 februari 1982.
In hun commentaar benadrukken Gedeputeerde Staten, dat zij de gevolgen van
meergenoemd Besluit voor Marssum en Oelsum onaanvaardbaar vinden. Verder wordt
gesteld, dat al het mogelijke moet worden gedaan, om de door de vliegbasis ver
oorzaakte geluidsbelasting zodanig te verminderen, dat deze gevolgen niet zullen
optreden. Om dit doel te bereiken, wordt als middel aangewezen het treffen van
voorzieningen aan de vliegbasis.
Op basis van de Defensie- en E.T.I.F.-rapporten wordt de conclusie getrok
ken, dat het onderzoek naar een baanverdraaiing op deze vliegbasis zodanig gun
stig zijn voor Oelsum en Marssum, dat een nieuwe Noord/Zuid-baan moet worden aan
gelegd. De nadelen hiervan in de vorm van een toename van de geluidsbelasting in
streken die momenteel niet of nauwelijks worden gehinderd zijn in de omvang als
genoemd in de onderzoeksrapporten voor Gedeputeerde Staten niet acceptabel en
dienen te worden beperkt door het nemen van extra maatregelen aan de basis.
De variant, waarvoor Gedeputeerde Staten voorlopig hebben gekozen, is de
Noord/Zuidbaan in combinatie met de huidige hoofdbaan, enerzijds omdat in dat
geval een minder grote verschuiving van de geluidsbelasting plaatsvindt dan bij
de ander Noord/Zuid variant, anderzijds omdat laatstbedoelde variant meer kos
ten met zich brengt.
Verder wordt het in de concept-reactie betreurd, dat Defensie in het zesde
hoofdstuk van het Structuurschema, dat betrekking heeft op het vliegveld-beleg
gingsplan, geen nadere uitwerking heeft gegeven van de in het begin van deze
raadsbrief uit het Structuurschema aangehaalde mogelijkheid van verplaatsing van
een squadron van de vliegbasis Leeuwarden naar een andere basis. Wat betreft de
eveneens reeds genoemde omscholingseenheid wordt opgemerkt, dat deze geen brede
re functie zal dienen te hebben dan de omscholing van piloten van deze vliegbasis
op de F-16, zodat de piloten van elders niet op deze basis behoeven te worden om
geschoold. Bij de vaststelling van de geluidscontouren zou daarmee rekening dienen
te worden gehouden. Hoewel de effecten van de aanwezigheid van deze omscholings
eenheid op het moment van opstellen van deze concept-reactie nog niet bekend wa
ren, gaan Gedeputeerde Staten er van uit, dat een verminderde belegging op de
vliegbasis Leeuwarden, door hetzij de verplaatsing van één squadron hetzij het
verdwijnen van de omscholingseenheid, niet een zodanig positief effect op de
geluidsbelasting zal hebben, dat afbraak van de bedreigde woningen in Oelsum en
Marssum alléén daardoor kan worden voorkomen. Vandaar ook dat tevens de voorkeur
wordt gegeven aan en nieuwe Noord/Zuid-baan.
Op deze concept-reactie van Gedeputeerde Staten is commentaar geleverd
door de Provinciale Planologische Commissie. Deze acht het een gemis, dat de op
drachtgevers van het E.T.I.F. de bestudering van de gevolgen van de Defensievariant
buiten de onderzoeksopdracht hebben gelaten.
Daarmee is duidelijkheidshalve niet gezegd, dat de Provinciale Planologische Com
missie een voorkeur voor die variant zou hebben.
Wat de conclusies van Gedeputeerde Staten betreft is de Provinciale Plano
logische Commissie op een aantal punten een wezenlijk andere mening toegedaan. Zo
meent zij dat uit de thans ter beschikking staande onderzoeksresultaten niet de
conclusie kan worden getrokken, dat in de situatie die zou ontstaan na de aanleg
van een nieuwe Noord/Zuid-baan, de geluidssituatie in het totale gebied zou ver
beteren. Dit betekent, dat zij de aanbeveling voor de aanleg van een dergelijke
nieuwe baan, in samenhang overigens met het nemen van maatregelen aan de basis
zelf, onvoldoende onderbouwd vindt. Verder wijst de Commissie er op, dat Gedepu
teerde Staten niet duidelijk genoeg in de beschouwing hebben betrokken het feit,
dat enerzijds de geluidsbelasting voor ongeveer 175 woningen in Marssum en Oelsum
bij de aanleg van een nieuwe baan zou verminderen, doch dat anderzijds een ge
luidsbelasting zou worden gelegd op andere gebieden, waar ongeveer 500 woningen
geluidhinder zullen ondervinden, die deze thans niet hebben.