2. Burgemeester en Wethouders kunnen toestaan, dat anders dan in de vorm van een
waarborgsom zakelijke of persoonlijke zekerheid wordt gesteld.
3. Uit de waarborgsom of door effectuering, ten gunste van de Gemeente, van de
zakelijke of persoonlijke zekerheid in andere vorm mag de Gemeente zich voldoe
ning verschaffen van de achterstallige canon, de belopen boeten en al hetgeen
de erfpachter terzake van het erfpachtsrecht of het vestigen daarvan overi
gens aan de Gemeente verschuldigd is. Indien de Gemeente van deze bevoegdheid
gebruik heeft gemaakt, is de erfpachter verplicht binnen veertien dagen nadat
Burgemeester en Wethouders hem daarvan schriftelijk in kennis hebben gesteld,
de waarborgsom aan te vullen tot het ingevolge het eerste lid opgegeven be
drag, onderscheidenlijk te zorgen dat wederom tot laatstbedoeld bedrag zeker
heid gesteld is.
Artikel A-.
Vervallen van de zekerheid.
1. De waarborgsom, bedoeld in artikel 3, vervalt aan de Gemeente of de zeker
heid in andere vorm wordt ten gunste van de Gemeente geëffectueerd, indien:
a. nadat de Gemeenteraad tot de gevraagde uitgifte heeft besloten en voordat
de in artikel 1, sub I, onder a, bedoelde akte is verleden, de overeenkomst
tot uitgifte en aanvaarding in erfpacht wordt ontbonden op verzoek van de
aanvrager of tengevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden;
b. de aanvrager geen medewerking verleent aan de totstandkoming van de in ar
tikel 1, sub I, onder a, bedoelde akte binnen één maand nadat Burgemeester
en Wethouders hem schriftelijk om die medewerking hebben verzocht;
c. in verband met het niet nakomen van de verplichting tot voltooiing van de
bebouwing van het in erfpacht uitgegeven terrein binnen de termijn, bedoeld
in artikel 12, tweede of derde lid, het erfpachtsrecht wordt beëindigd op
verzoek van de erfpachter of tengevolge van aan hem te wijten feiten of
omstandigheden.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen de in het eerste lid,
onder b, bepaalde termijn verlengen.
Artikel 5.
Afstand van de zekerheid.
1. De waarborgsom, bedoeld in artikel 3, wordt terugbetaald of van de zeker
heid in andere vorm wordt afstand gedaan:
a. indien de Gemeenteraad afwijzend op de aanvraag heeft beslist;
b. indien aan het besluit van de Gemeenteraad tot uitgifte in erfpacht de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten of in beroep de Koninklijke goedkeurin?
wordt onthouden;
c. op verzoek van de erfpachter nadat de bebouwing binnen de daarvoor inge
volge artikel 12 geldende termijn ten genoegen van Burgemeester en Wethou
ders is voltooid.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen ook in andere gevallen dan bedoeld in het
eerste lid overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de waarborg
som of tot het geheel of gedeeltelijk afstand doen van de zekerheid in andere
vorm.
Artikel 6.
Ingebruikgeven van de grond.
- 3 -
1. Burgemeester en Wethouders kunnen toestaandat, nadat de Gemeenteraad tot
de uitgifte van grond in erfpacht heeft besloten, die grond met inachtne
ming van de eventueel door hen te stellen bepalingen door de aanvrager in
gebruik wordt genomen.
2. Bij toepassing van het eerste lid is door de aanvrager van de dag af, met
ingang van welke de ingebruikneming is toegestaan, tot de dag, waarop de
erfpacht aanvangt, dan wel waarop de grond ingevolge het vierde lid wederom
ter beschikking van de Gemeente wordt gesteld, als vergoeding verschuldigd
een evenredig gedeelte van het bedrag, dat als canon verschuldigd zou zijn,
indien de grond op eerstgenoemde dag in erfpacht was aanvaard.
3. Op de ingebruikneming overeenkomstig het eerste lid is de inhoud van deze
algemene erfpachtsbepalingen voorzoveel mogelijk van toepassing, tenzij
Burgemeester en Wethouders anders besluiten.
k. Wanneer na toepassing van het eerste lid het raadsbesluit tot uitgifte in
erfpacht niet de vereiste goedkeuring verkrijgt, dan wel de bij het inge
bruikgeven gestelde bepalingen niet worden nagekomen, is de aanvrager ver
plicht op eerste aanschrijving van Burgemeester en Wethouders de in gebruik
genomen grond in de toestand, waarin hij deze in gebruik nam, wederom ter
beschikking van de Gemeente te stellen en heeft hij geen recht op vergoeding
door de Gemeente van kosten, hoe ook genaamd, terzake van de toepassing van
dit artikel.
Artikel 7.
Kosten.
Alle kosten van de uitgifte in erfpacht - de kosten van de eventuele opmeting
en de kosten tot levering van een afschrift van de akte van uitgifte ten behoeve
van het gemeente-archief daaronder begrepen - komen voor rekening van de erf
pachter. Voorzover deze kosten door de Gemeente mochten zijn voorgeschoten,
moeten zij uiterlijk bij het passeren van de erfpachtsakte aan haar worden geresti
tueerd
Artikel 8.
Woonplaats
De erfpachter kiest bij de akte van uitgifte voor zich en voor zijn rechtver
krijgenden onder algemene en bijzondere titel met betrekking tot het erfpachts
recht onherroepelijk woonplaats ten Stadhuize van Leeuwarden.
Artikel 9.
Hoofdelijkheid en ondeelbaarheid.
1. Indien het erfpachtsrecht aan meer dan één persoon tezamen toekomt, zijn de
zepersonen hoofdelijk aansprakelijk voor het voldoen aan de verplichtingen,
die met betrekking tot dat recht tegenover de Gemeente moeten worden nage
komen.
2. De verplichtingen van de erfpachter, die met betrekking tot het erfpachts
recht tegenover de Gemeente moeten worden nagekomen, zijn, ook ten aanzien
van zijn rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere titel, ondeelbaar.
Artikel 10.
Toestand van de grond.
- 2 -