No. 12159
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 auaustu
1982 (bijlage no. 330); y
BESLUIT:
tot het huren met ingang van 1 augustus 1982 voor een tijdvak van 5 jaren
van het pand met bijbehorend terrein aan de Grote Kerkstraat nr. 83,
staande op het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie A,
nummer 2325, groot 1 are 62 centiare van de heren G. Steen te Leeuwarden
en 3. Keijzer te Molenend voor een huurprijs van ^5.000,-- per jaar,
en voorts onder de bedingen, zoals die zijn vermeld in de bij dit besluit
behorende overeenkomst.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen van de bedragen, bedoeld in artikel 88, le lid, van de Wet op
het voortgezet onderwijs over het jaar 1979 voor:
a. de gemeentelijke scholen voor Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs,
Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Algemeen Voortgezet On
derwijs;
b. de Gemeentelijke Opleidingsschool voor Kleuterleidsters.
Bijlage nr. 331 Leeuwarden, 19 augustus 1982.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 88, le lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs moet
de gemeenteraad jaarlijks voorlopig vaststellen:
a. de bedragen, die in het voorafgaande kalenderjaar zijn uitgegeven ter zake van
de exploitatiekosten voor de gemeentelijke scholen voor Voorbereidend Weten
schappelijk Onderwijs, Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Alge
meen Voortgezet Onderwijs en voor de Gemeentelijke Opleidingsschool voor
Kleuterleidsters
b. het bedrag, dat door het Rijk in dat jaar voor de genoemde soorten van onder
wijs beschikbaar is gesteld.
De vaststelling van dit bedrag over het jaar 1979 dient nog te geschieden.
Deze vaststelling is niet zozeer van belang voor het openbaar onderwijs, doch
wel voor het bijzonder onderwijs, aangezien, ingevolge artikel 88, 2e lid, van
genoemde wet, de gemeente om de vijf jaar moet bepalen:
1. de som der bedragen, bedoeld onder a, over de vijf voorafgaande jaren;
2. de som der bedragen, bedoeld onder b, over de vijf voorafgaande jaren;
3. indien de som, bedoeld onder 1, de som bedoeld onder 2, overschrijdt, het
bedrag der overschrijding, gedeeld door het gemiddelde van de aantallen
leerlingen van de desbetreffende gemeentelijke scholen over de vijf voorafgaan
de jaren.
Ingevolge artikel 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs dient het onder 3 ge
noemde overschrijdingdbedrag per leerling, vermenigvuldigd met het gemiddelde
totaal aantal van de aantallen leerlingen van de overeenkomstige bijzondere scho
len over het desbetreffende tijdvak van vijf jaren, aan deze scholen te worden
uitgekeerd
Laatstelijk is dit geschied voor het tijdvak 1974- tot en met 1978.
Met betrekking tot de in bijgevoegd concept-besluit opgenomen bedragen merken
wij het volgende op.
Door de wijziging 13005 d.d. 26 september 1978 van de Wet op het voortgezet on
derwijs worden de werkelijke exploitatiekosten per leerling met ingang van het
tijdvak 1979 tot en met 1983 niet meer berekend per soort onderwijs.
De exploitatiekosten van het Algemeen Voortgezet Onderwijs worden getotaliseerd.
Ingeval de werkelijke uitgaven de rijksvergoeding overtreffen, wordt één over
schrijdingsbedrag per leerling berekend voor het gehele Algemeen Voortgezet Onder
wijs.
De administratiekosten zijn gesplitst in twee groepen, te weten administratie
kosten welke op de scholen worden gemaakt en kosten die voortvloeien uit het deel
van de administratie, dat op de gemeentesecretarie wordt gevoerd.
Ter bestrijding van deze laatste groep, zogenaamde externe, administratiekosten
wordt jaarlijks van het Rijk een vergoeding, bestaande uit een bedrag per klas
en een bedrag per leerling, ontvangen. Aangezien het onmogelijk moet worden ge
acht het bedrag van de administratiekosten, die ter secretarie voor de gemeen
telijke scholen wordt gemaakt, exact te bepalen, zijn wij er van uit gegaan,
dat deze externe administratiekosten gelijk zijn aan de ter zake van het Rijk ont
vangen vergoeding.
Wij stellen U voor te besluiten zoals is aangegeven in het hierbijgaande ontwerp
besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3. ten Brug loco-Burgemeester.
H.A. Lassche loco-Secretaris.