bestemmingsplan met betrekking tot gronden gelegen tussen de spoorweg
naar Groningen, de Tijnje, de Potmarge en de Greunsweg omdat dit terrein
is aangewezen voor openbare nutsbedrijven. Uit stedebouwkundige overwe
gingen bestaat echter geen bezwaar tegen het bouwplan. Medewerking kan
eerst worden verleend indien een voorbereidingsbesluit wordt genomen,
waarna het mogelijk wordt vrijstelling van de voorschriften van het gelden
de bestemmingsplan te verlenen. Ook hierbij geldt als voorwaarde, dat
Gedeputeerde Staten vooraf moeten hebben verklaard tegen het verlenen van
deze vrijstelling geen bezwaar te hebben.
V. Voor het noordelijk gedeelte van het plangebied "Van Swietenstraat" hebt
U op 16 december 1980 (bijlage no. 4-94-) een voorbereidingsbesluit genomen.
Dit voorbereidingsbesluit vervalt indien niet binnen twee jaar na dag
tekening daarvan een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage is gelegd.
Aangezien het ontwerp-plan niet tijdig ter visie kan worden gelegd, achten
wij het gewenst, dat op grond van artikel 21, lid 7 van de Wet op de Ruim
telijke Ordening de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit met ten
hoogste een jaar wordt verlengd.
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening zich met
het vorenstaande kan verenigen, stellen wij U voor ten aanzien van genoemde
gebieden en percelen een voorbereidingsbesluit te nemen c.q. te verlengen,
overeenkomstig het bijgevoegd ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma, Burgemeester.
W.O.G. Reumer, Secretaris.
No. 13213
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Overwegende, dat het wenselijk is met betrekking tot de hierna omschreven
geb eden en percelen een voorbereidingsbesluit te nemen;
dat voorts bij zijn besluit van 16 december 1980, no. 18781 voor het noorde
lij gedeelte van het plangebied "Van Swietenstraat" een voorbereidingsbesluit
is enomen, waaraan een werkingsduur van twee jaar is verbonden;
dat het gewenst is deze termijn met ten hoogste een jaar te verlengen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 september 1982
(bijlage no. 359);
gelet op artikel 21, leden 1, 2, 4, 7 en 8 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening;
BESLUIT:
I. e verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied
•egrensd door de de Ruyterweg, een lijn getrokken op een afstand van
ongeveer 50 m uit en evenwijdig aan de Boerhaavestraat, de Archipelweg
;n de Insulindestraat, nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de
üj dit besluit behorende tekening nr. 11 N2-32 (plangebied Cambuur);
II. e verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied
■egrensd door de Oelsumervaart, de Dokkumer Ee, de groenzSne ten noorden
/ande wijk Bilgaard en de Mr. P.3. Troelstraweg, nader aangegeven met een
:warte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening nr. 35-2^
plangebied 't Vierhuis);
III. te verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied
>egrensd door Heggewinde, Bereklauw, Hoornbloem, Froskepolle en het
an Harinxmakanaalnader aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij
dit besluit behorende tekening nr. 1-54- (plangebied Aldlan-Oost VI);
IV. e verklaren, dat een partiële herziening van het bestemmingsplan
'Aldlan-Oost westelijk deel" wordt voorbereid voor een perceel grond ten
uiden van Zenegroen, nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de
3ij dit besluit behorende tekening nr. 1-53;
V. :e verklaren, dat een partiële herziening van het bestemmingsplan met
)etrekking tot gronden gelegen tussen de spoorweg naar Groningen, de
"ijnje, de Potmarge en de Greunsweg wordt voorbereid voor een perceel grond
en zuiden van de Greunsweg (naast terrein Waterleiding Friesland),
ader aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende
ekening nr. 511-20;
-2-