Beleidssector IV. Onderwijs
(b) 1. Schoolzwemmen
In vervolg op de herwaarderingsoperatie 1982-1986 waarbij een
herschikking heeft plaatsgevonden binnen het bewegingsonder
wijs aan leerlingen van het openbaar- en bijzonder gewoon lager
onderwijs stellen wij U thans voor te onderzoeken of verdere
besparingen mogelijk zijn door middel van een tweede herschik
king, waarbij het zwemonderwijs uitsluitend wordt gericht op het
overlevingsaspect.
Vooralsnog nemen wij aan dat door een reorganisatie van het
schoolzwemmen en het leerlingenvervoer een financiële taakstel
ling ter grootte van bruto 50.000,-- kan worden gerealiseerd.
Na aftrek van derving van badgelden komt deze taakstelling neer
op netto 25.000,Laatstgenoemd bedrag kan wellicht hoger
worden indien de vrijkomende uren wederom worden gebruikt voor
vrij zwemmen.
(c) 2. Onderzoek naar exploitatiekosten bij openbaar kleuter- en lager
onderwijs.
In vergelijking met het bijzonder onderwijs wordt het openbaar
kleuter- en lager onderwijs geconfronteerd met hogere exploita
tiekosten. Het verschil wordt o.m. bepaald door de kostenver
hogende werking die uitgaat van de gemeentelijke "overhead" bij
het openbaar onderwijs. Daarnaast speelt een rol dat bij het
bijzonder onderwijs meer gebruik wordt gemaakt van "vrijwilligers
werk" (ouder^leden)
Gelet op de omvang en duur van dit onderzoek, dat raakvlakken ver
toont met het hiervoor beschreven onderzoek naar de mogelijkheden
van reorganisatie van de Dienst Stadsontwikkeling, ramen wij de
financiële taakstelling ervan vooralsnog p.m.
d3Aanvullende herwaarderinqstaakstellinq i.v.m. tegenvaller onder-
wijscirculaire en vervoerskosten (ex. art. 13)"
Wij stellen U voor om kortingen door het Rijk op specifieke uit
keringen (in de ruimste zin des woords) volledig aan de beleids
sectoren door te geven. Deze gedragslijn wordt al sinds vele
jaren toegepast terzake van de uitgaven voor de Politie.
Wij zijn van mening dat dit uitgangspunt ook betrekking dient te
hebben op de overige doeluitkeringen.
Dit betekent dat de tegenvaller met betrekking tot de uitkering
terzake van het Lager Onderwijs, groot 311.000,--, volledig bin
nen de sector Onderwijs dient te worden opgevangen.
Daar de Minister van Binnenlandse Zaken deze verlaging in hoofd
zaak richt op de zogenoemde randvoorzieningenzijn wij van oor
deel dat een aanvullende herwaarderingsopdracht in eerste instai -
tie in deze sfeer dient te worden gezocht.
Naast de bovengenoemde tegenvaller met betrekking tot de uitkering
terzake van het lager onderwijs rekenen wij op een tegenvaller op
de rijksbijdrage in de vervoerskosten ex art. 13.
Wij zijn van mening dat, zodra de omvang van deze tegenvaller vast
staat, dit dient te leiden tot een aanvullende taakstelling voor
de sector Onderwijs.
De financiële taakstelling bedraagt derhalve 311.000,x (ver
moedelijke tegenvaller rijksbijdrage vervoerskosten).
Beleidssector V. Volkshuisvesting
1. Afstoten onrendabele panden Woningbedrijf
Het gaat hierbij om een onderzoek gericht op een mogelijke
afstoting van onrendabele panden welke door het Woningbedrijf
worden beheerd.
Het te behalen budgettair effect stellen wij voorshands op
p.m.
2Herfinanciering woningwetwoningen
Dit herwaarderingsonderzoek is erop gericht na te gaan in hoe
verre woningbouwcorporaties bereid zijn de hogere kosten in
verband met de herfinanciering van woningwetwoningen 194-8-1957
voor hun rekening te nemen. Wij stellen het te behalen budget
tair effect vooralsnog op p.m., mede i.v.m. het feit dat deze
zaak landelijk tot een oplossing moet worden gebracht.
Beleidssector VI. Nutsbedrijven
1N.V. Friqas
Bij voorgaande ombuigingsoperaties hebben de eigen gemeente
lijke bedrijven een forse bijdrage moeten leveren, terwijl
gesubsidieerde instellingen en bedrijven waarmee de gemeente
op grond van bijzondere samenwerkingsvormen relaties onderhoudt
•toch wel enigszins buiten schot zijn gebleven.
Aangezien de budgettaire problematiek niet alleen onze gemeen
te, doch ook de omliggende gemeenten raakt, zijn wij er voor
stander van te onderzoeken in hoeverre bij de N.V. Frigas om
buigingen gerealiseerd kunnen worden die, middels verhoging van
de winstafdracht, de gemeentel ten goede zouden kunnen komen.
Naar onze mening moeten bij dit bedrijf evenals dit het geval
is bij het Electriciteitsbedrijf en de Dienst voor Reiniging
Brandweer ombuigingen mogelijk worden geacht.
In eerste instantie denken wij daarbij aan aspecten als appa
raatskosten, arbeidsvoorwaarden, publieksservice en onderhouds
kosten.
Rekening houdende met ons aandeel in het aandelenkapitaal dient
naar onze mening voorshands te worden gestreefd naar een verho
ging van de winstuitkering voor de gemeente Leeuwarden van rond
250.000,
Een aanzet tot deze besparingen zou naar onze mening moeten wor
den gegeven door een initiatief van onze gemeente.
Wij zullen daartoe een voorstel aan de N.V. Frigas doen.
De financiële taakstelling bedraagt 250.000,—
- 2 -