Telefoonkostenvergoedingsbesluit
Bijlage nr. 386 Leeuwarden, 21 oktober 1982.
Aan de Gemeenteraad.
In het kader van de herwaarderingsoperatie hebben wij geconcludeerd
dat ingaande 1983 de telefoonkostenvergoeding dient te worden aangepast
aan de rijksregeling.
De huidige voorziening - die niet op een formeel vastgestelde
regeling steunt - komt in grote lijnen hierop neer, dat de ambtenaren,
ten aanzien van wie wij het om redenen van dienstbelang nodig achten, dat
zij thuis over een telefoonaansluiting beschikken, ongeacht hun rang of
salaris een vergoeding ontvangen van 280, 324-, 340,of
360,per jaar, al naar gelang de mate waarin zij voor dienstdoeleinden
uitgaande gesprekken moeten voeren. Uitgaande van de abonnementskosten
van thans 276,per jaar betekent dit dat een vergoeding voor gespreks
kosten van resp. 4,--, 48,--, 64,— of 84,-- per jaar wordt verstrekt.
In de thans door ons ontworpen regeling, welke alleen om praktische
redenen slechts op onderdelen afwijkt van de rijksregeling en welke globaal
erop neerkomt dat ambtenaren met een salaris hoger dan het maximumsalaris
van commies (schaal 15 van bijlage A van de Bezoldigingsverordening 1960)
de abonnementskosten voor eigen rekening moeten nemen en dat de vergoeding
voor gesprekskosten wordt bepaald op 25,50,of 75,per jaar.
In 1983 zal dit een besparing opleveren van 25.000,-- inbegrepen
de besparing welke zal worden verkregen door ook de telefoonkostenvergoeding
voor de leden van ons college aan te passen aan de rijksregeling.
De verschillen tussen de bestaande vergoeding en de vergoeding volgens
de nieuwe regeling laten zich als volgt weergeven:
huidig verg, bedrag
nieuw verg, bedrag
abonn. kosten gespr
kosten
totaal
a. voor ambtenaren met een salaris gelijk aan of lager dan het maximum van
commies
280,—
324,--
340,-
360,-
276,-
276,-
276,-
276,-
25,
50,-
75,-
75,-
302,-
326,-
351,.
351,-
b. voor ambtenaren met een salaris hoger dan het maximum van commies:
280,—
324,—
340,—
360,—
25,-
50,-
75,--
75,--
25,-
50,-
75,-
75,-
De verschillen tussen de rijksregeling en de door ons ontworpen regeling
hebben wij aangegeven in een overzicht, dat bij de ter inzage gelegde
stukken is gevoegd.
Wij achten het gewenst de nieuwe regeling vast te leggen in een op grond
van artikel F26 van het Algemeen Ambtenarenreglement door U vast te
stellen verordening.