no. 15283
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden van
21 oktober 1982 (bijlage no. 404);
BESLUIT
voor de uitbreiding van de telefooncentrale bij de gemeentelijke Sociale
Dienst een krediet van 18.380,— beschikbaar te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter
Secretaris
Vaststelling Verordening ingevolge artikel 9, tweede lid, van de Winkel
sluitingswet.
Bijlage nr. 405. Leeuwarden, 21 oktober 1982.
Aan de Gemeenteraad.
Bij besluit van 24 november 1981, nr. 15915 hebt U ingevolge artikel
9 tweede lid van de Winkelsluitingswet 1976 een nieuwe verordening vastge
steld.
Hierin wordt de bevoegdheid geregeld van ons College om ontheffing te ver
lenen voor de straathandel in bloemen, planten en fruit nabij ziekenhuizen
ondermeer ook op zondag. Ook wordt daarin het houden van de bloemenmarkt op
Hemelvaartsdag geregeld, alsmede de openstelling van de bloemenwinkels in de
stad ter gelegenheid van deze bloemenmarkt.
De betreffende verordening behoeft de goedkeuring van de Minister van
Economische Zaken. Bij brief van 22 september 1982, welke voor U bij de
stukken ter inzage is gelegd, laat de Staatssecretaris van Economische Zaken
ons definitief weten aan de bovengenoemde verordening geen goedkeuring te
kunnen hechten.
Hij wijst er daarbij op, dat sedert 8 maart 1980 in het desbetreffende uit
voeringsbesluit een artikel 4a is opgenomen op grond waarvan Burgemeester en
Wethouders voor in de gemeente gevestigde ondernemers voor het uitstallen
van goederen ter gelegenheid van specifiek plaatselijke festiviteiten ont
heffing kunnen verlenen van de sluitingsbepalingen voor maximaal twee zon
en feestdagen per kalenderjaar. De mogelijkheid is het aangewezen middel
voor de bloemenmarkt op Hemelvaartsdag. Wij hebben de Staatssecretaris
daarop ondermeer gewezen op het feit, dat krachtens de door hem bedoelde
bepaling slechts ontheffing verleend kan worden aan plaatselijke onderne
mers; van de ca. 180 standhouders op de bloemenmarkt zijn namelijk slechts
ca. 30 als ondernemer in onze gemeente gevestigd. Dit heeft de Staatssecre
taris niet kunnen overtuigen. Wel overweegt hij te bevorderen dat de wetge
ving terzake wordt versoepeld, doch hij laat in het midden binnen welke
termijn dat te verwachten is.
Voor wat betreft het ondervangen van negatieve gevolgen van het onthou
den van goedkeuring aan bovengenoemde verordening voor de bloemenmarkt op
Hemelvaartsdag zullen wij overeenkomstig de suggesties van de Staatssecre
taris gebruik maken van de volgende mogelijkheden:
a. toepassing van het reeds genoemde artikel 4a ten behoeve van de open
stelling van de bloemenwinkels in onze gemeente; dit betekent wel dat
de winkels niet eerder dan 10.00 uur geopend mogen zijn en dat per
ondernemer een ontheffingsbesluit vereist is;
b. toepassing van artikel 9 lid 1 van de Winkelsluitingswet 1976 ten be
hoeve van de bloemenmarkt zelf; op grond van dit artikel kan de gemeen
teraad voor elk deel van de gemeente voor ten hoogste tien werkdagen
ontheffing verlenen van met name genoemde verboden in de Winkelsluiting
wet. Ook in onze gemeente kennen wij deze 10-daagse regeling, waarvan d
uitvoering door U aan ons College is opgedragen. Nu de Staatssecretaris
van oordeel is dat onder het begrip werkdag in dit geval ook de Hemel
vaartsdag kan worden begrepen, zullen wij van de aan ons verleende
vrijstellingsbevoegdheid gebruik maken om de bloemenmarkt ook in de ko
mende jaren zeker te stellen.