Pre-advies inzake een drietal brieven met betrekking tot het plaatsen
van kernwapens en het dumpen van radio-actief afval op het gemeente
lijk grondgebied.
Bijlage no. 460. Leeuwarden, 2 december 1982
Aan de gemeenteraad.
Wij hebben een drietal aan U gerichte brieven ontvangen, waarbij
U wordt uitgenodigd een bepaald standpunt in te nemen inzake de plaat
sing van kernwapens en het dumpen van radio-actief afval op het gemeen
telijk grondgebied. Het betreft hier de volgende brieven:
a. van de Werkgroep energie Wirdum/Swichum, d.d. 22 september 1982,
waarbij U in een begeleidende petitie wordt gevraagd te besluiten
alle wettelijke middelen te hanteren om het gemeentelijk grondge
bied vrij te maken en/of te houden van kernwapens, alsmede terzake
een actief voorlichtings- en bewustwordingsbeleid te voeren;
b. van de heer Th. v.d. Loo uit Oirschot, d.d. 13 oktober 1982, waar
in juist gepleit wordt niet een dergelijk besluit te nemen;
c. van het College van Burgemeester en Wethouders van Westerbork d.d.
28 oktober 1982, waarbij ter uitvoering van het raadsbesluit - ter
kennisname - een afschrift wordt toegezonden van een tweetal door
de raad van die gemeente in zijn vergadering van 7 oktober 1982
aanvaarde moties; de ene motie spreekt zich uit tegen plaatsing van
kernwapens op het gemeentelijk grondgebied en de andere motie tegen
het dumpen van radio-actief afval in de bodem van de gemeente Wes
terbork.
De brieven liggen voor U bij de stukken ter inzage.
De onder a. genoemde brief hebt U in Uw vergadering van 11 oktober 1982
omn pre-advies in handen van ons college gesteld. Dit hield namelijk ver
band met de discussie, die wij met de Commissie Bestuurlijke Aangelegen
heden zouden voeren over de te volgen gedragslijn bij de afhandeling van
moties met verzoek om adhesie. De commissie
heeft zich intussen beraden op dit punt aan de hand van een haar verstrek
te notitie, welke voor U bij de stukken ter inzage is gelegd. Uit het ver
slag van de betreffende vergadering, welke is gehouden op 2 november 1982
blijkt dat geen eensluidende conclusie is getrokken. Een meerderheid van de
commissieleden is namelijk van oordeel dat verzoeken, welke betrekking
hebben op de eigen gemeentelijke huishouding overeenkomstig de huidige ge
dragslijn in principe dienen te worden afgehandeld via de V.N.G.; verzoeken
van algemeen politieke aard, die niet direct verband houden met de ge
meentelijke huishouding zouden om pre-advies in handen van ons college
dienen te worden gesteld, welk pre-advies alvorens het aan de orde komt in
de raad wordt voorgelegd aan de RaadsadviescommissieEen minderheid van
de commissie is echter van oordeel dat de huidige gang van zaken geconti
nueerd dient te worden, hetgeen betekent dat ook de verzoeken van algemeen
politieke aard, die niet direct verband houden met de gemeentelijke huis
houding, voor kennisgeving worden aangenomen.
Wij hebben ons nader beraden over de in dezen uit bestuurlijke oogpunt
gezien wenselijke procedure.
Wij zijn daarbij tot de conclusie gekomen dat ten aanzien van zaken