Artikel C81
Dit artikel eist voor het inrichten en drijven van een recreatie-inrichting
behorende tot de "zwaardere" categorieën, een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders. Het betreft hier een betrekkelijk gering aantal
inrichtingen, zoals het Cambuurstadion en sportterreinen waar een geluids
apparaat is opgesteld.
Artikel C84
Zeer veel hinder kan worden veroorzaakt door het komen en vooral gaan van
bezoekers van een inrichting. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden
verbonden om deze geluidhinder te voorkomen.
Artikel C85
Het eerste lid bepaalt dat de vergunning geldt zowel voor de aanvrager als
voor zijn rechtverkrijgenden. Derhalve zijn wij voornemens een vast voorschrifi
aan de vergunningen te verbinden op grond waarvan rechtverkrijgenden verplicht
zijn van de overgang, van de vergunning melding te maken aan de vergunning
verlenende instantie.
Artikel C89
Dit artikel regelt het voorkomen van geluidhinder door de zgn. lichtere
categorieën recreatie-inrichtingen. Het betreft hier de recreatie-inrichtingen,
behorende tot de categorieën a. t/m f van het Inrichtingenbesluit.
Een aparte geluidhindervergunning of een. meldingsprocedure lijkt voor deze
.categorieën vooralsnog niet noodzakelijk. Derhalve is voor deze inrichtingen
volstaan met het opnemen van geluidsnormen waaraan deze inrichtingen in het
algemeen zullen moeten voldoen. De verwachting is dat wanneer de normen
worden nageleefd, bij het overgrote deel van de inrichtingen geen geluidhinder
zal optreden. Mochten er in bepaalde gevallen echter toch gegronde klachten
zijn, dan kunnen burgemeester en wethouders, ingevolge het tweede lid, degene
die de inrichting drijft, aanschrijven maatregelen te treffen. Zonodig kan het
gemeentebestuur de maatregelen met politiedwang effectueren. Het is onmogelijk
voor alle denkbare gevallen een regeling te geven. Derhalve is in het derde lid
de term "in het algemeen" opgenomen. Hoewel een globale normstelling ten koste
gaat van de rechtszekerheid, behoeft dit blijkens recente jurisprudentie geen
bezwaren op te leveren.
Artikel C90
Dit artikel komt in de plaats van de huidige artikelen C68a en C68b.
Onder a valt het maken van levende muziek, al of niet met versterker*
Onder b valt o.m. de mechanische muziek.
- 2 -
Vaststelling van het bestemmingsplan "Bagijnestraat"
Bijlage nr. 485 Leeuwarden, 2 december 1982,
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
Hierbij bieden wij ter vaststelling aan het bestemmingsplan
"Bagijnestraat". Bit plan heeft betrekking op het gebied begrensd
door Grote Kerkstraat, Sint AnthonystraatBagijnestraat en Kleine
Kerkstraat. Bit plangebied vormt een onderdeel van het totale bin-
nenstadsgebied dat in het kader van de Beschikking Geldelijke Steun
Stadsvernieuwing 1977 is aangewezen tot stad svernieuwingsgebied.
Het desbetreffende uitvoeringsplan is bij beschikking van 8 decem
ber 1981, nr. 3208111 door de Minister van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening goedgekeurd.
Met het oog op de binnenkort te verkrijgen status van be
schermd stadsgezicht is een bestemmingsplan ontwikkeld, dat zijn
grondslag vindt in artikel 37 vijfde lid van de Wet op de Ruim
telijke Ordening. Voor de aan dit plan ten grondslag liggende ge
dachten en uitkomsten van het op grond van artikel 8 van het Be
sluit op de Ruimtelijke Ordening gevoerde overleg verwijzen wij
kortheidshalve naar de bij dit plan behorende toelichting.
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 8 juni 1982
gedurende een maand voor een ieder ter inzage gelegen. In verband
met het onderzoek naar de binnengekomen bezwaarschriften hebt
bij besluit van 20 september 1982, nr. 13214 de beslissing omtrent
de vaststelling verdaagd tot uiterlijk 7 januari 1983-
Bezwaren.
Tegen het ontwerp-bestemmingsplan zijn vier bezwaarschriften
ingediend welke aantreft bij de ter inzage gelegde stukken. Aan
de in de Wet op de Ruimtelijke Ordening gestelde eisen met betrek
king tot de ontvankelijkheid is voldaan.
Hieronder vindt de bezwaren weergegeven en door ons van
commentaar voorzien.