II-4-1
PAR. A-. BELEIDSSECTOR ONDERWIJS.
A. Algemeen.
1. Onderwijsontwikkeling.
1.1. Kleuter- en lager onderwijs (k.o./l.o.)
Het wordt de laatste jaren steeds duidelijker dat de periode waarin het
onderwijs een kwantitatieve groei doormaakte (voorlopig) voorbij is.
Het landelijk geboortecijfer is met ongeveer 30% gedaald tot rond 175.000
kinderen per jaar.
De gevolgen hiervan zijn thans in het kleuter- en lager onderwijs merkbaar:
over de periode 1975-1982 daalde in Leeuwarden het aantal kleuters met
ruim 700 (d.w.z. ruim 25%), terwijl het aantal g.l.o. leerlingen met ruim
1300 (ongeveer 16%) achteruit is gegaan. Overigens geven de huidige geboorte
cijfers aanleiding te veronderstellen dat het dieptepunt bereikt is.
In de komende jaren zal wellicht weer een kleine stijging plaatsvinden,
waarvan uiteraard in eerste instantie het kleuteronderwijs zal profiteren.
Ook in het schooljaar 1982-1983 zal door middel van het activeringsplan
en de ontwikkelingsprojecten basisschool verdere uitwerking worden gegeven
aan het innovatieproces basisschool. De Minister van Onderwijs en Weten
schappen heeft op grond van de ingediende projectplannen besloten de
volgende openbare scholencombinaties aan het activeringsplan 1982-1983
te laten deelnemen:
- openbare kleuterschool "It Reidhintsje" en de openbare lagere "Uniaskoalle
te Wirdum;
- openbare kleuterschool "de Spreeuw" en de openbare lagere "Bcernaaveschool
Het OntwikkelingsprojeKt Leeuwarden met als thema 'educatieve achterstanden'
bij de openbare basisschool Plataanschool-Kievit-Zwaluw en de prot.-Chr.
basisschool Willem de Zwijgerschool-Prinses Christinakleuterschool
zal op 1 januari 1983 aflopen. Door het ministerie is een aanvraag voor een
zgn. 'verlengde oogst' (1 jaar) gehonoreerd: de te verlenen faciliteiten
bestaan daarbij uit 1/3 van de huidige faciliteiten.