II-ll-l
PAR. 11. BELEIDSSECTOR MAATSCHAPPELIJKE AANGELEGENHEDEN
1Maatschappelijk Beleid
Nadat de minister van W.V.C. vorig jaar de decentralisatie van de maat
schappelijke dienstverlening had aangekondigd, zijn in de plannen van
de rijksoverheid op dit punt een aantal belangrijke wijzigingen opge
treden. Zo was het in eerste instantie nog de bedoeling om de decentra
lisatie in twee fasen te laten verlopen, waarvan de eerste fase zou in
gaan in 1982 en de tweede in 1983. Voorts lag het in het voornemen om
het decentralisatieproces in 198^ af te ronden, zodat voor het daarop
volgende jaar het eerste gemeentelijk vier jarenplan en jaarprogramma
van kracht zou kunnen worden.
Van deze aanvankelijke plannen is fase één inmiddels ingegaan.
Vooralsnog zal het gemeentelijk beleid op het terrein van de maatschap
pelijke dienstverlening toegespitst blijven op de werksoorten die in
deze fase zijn gedecentraliseerd, te weten:
1. het algemeen maatschappelijk werk;
2. de adviesburo's voor jeugd en gezin;
3. de sociale raadslieden of burgerraadslieden;
A. de maatschappelijke advies-, en informatiecentra;
5. de telefonische hulpdiensten;
6. de ambulante hulpverlening bij ongehuwd moederschap en alleen
staand ouderschap.
In Leeuwarden worden deze werksoorten uitgevoerd door de Stichting
Maatschappelijke Dienstverlening Leeuwarden (nrs. 1 en M, het Dongeren
Advies Bureau (nr. 2), de Stichting S.O.S.-Telefonische Hulp Dienst
Friesland (nr. 5) en de Stichting Fiom Friesland (nr. 6).
Het werkterrein van de drie laatstgenoemde instellingen beslaat, in
tegenstelling tot dat van de lokaal werkende Stichting Madi, de gehele
provincie Friesland.
Bij de beleidsbepaling m.b.t. deze instellingen moeten derhalve in
principe alle Friese gemeenten worden betrokken.
Vanuit het Friese Kerngemeentenoverleg zijn aan de V.F.G. enige voor
stellen gedaan, waarin de weg wordt aangegeven waarlangs een gezamenlijk
gemeentelijk beleid tot stand kan komen.