II-12-2 Wij zijn van mening dat de beide andere beleidsnota's, mits stoelend op de nodige realiteitszin, bruikbare uitgangspunten kunnen leveren bij een nadere, eventueel noodzakelijke prioriteitsbepaling en bij overwe gingen voor herschikkingen in de sector cultuur. Derhalve hebben wij de directeur van het Gemeentelijk Muziekinstituut verzocht om in samenspraak met de Commissie voor het Gemeentelijk Muziekinstituut in 1983 een beleids nota voor het Gemeentelijk Muziekinstituut Leeuwarden aan ons voor te leggen. De per 1 september 1982 opgeheven Culturele Raad heeft een aanzet gegeven tot de bijstelling van de Nota Kunstbeleid van 1974-. De door deze raad nagelaten gegevens zullen door ons getoetst worden aan de recente ontwik kelingen en mede als bouwstenen dienen voor een nog uit te brengen nota kunstbeleid. Tenslotte merken wij het volgende op. In het beleidsplan 1982-1986 schreven wij dat, gelet op de slechte financiële positie van de gemeente, vooralsnog geen ingrijpende verbete ringen in Zalen Schaaf konden plaatsvinden. Inmiddels konden echter toch de meest noodzakelijke voorzieningen door de Stichting Théskinkerij Prinse - tun - Zalen Schaaf worden getroffen door gebruikmaking van reserves bij deze stichting. 2Herwaardering/bezuiniging Voor wat betreft de op deze beleidssector betrekking hebbende bezuinigings- c.q. herwaarderingsvoorstellen wordt verwezen naar het door U op 30 november j.l. voorlopig vastgestelde ontwerp-dekkingsplan 1983-1987 (bij lage nr. 371). 3Nieuw beleid Overige Musea (volqnr. 308) Stifting Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaesjesintrum In 1980 hebt U besloten om gedurende twee jaar een subsidie van maximaal 13.000,beschikbaar te stellen voor de exploitatie van de Troelstra- afdeling van het F.L.M.D. Door omstandigheden kon de Troelstra-afdeling eerst in 1981 worden gerealiseerd, zodat de toegezegde subsidies over de jaren 1981 en 1982 beschikbaar konden worden gesteld. II-12-3 Bij de subsidietoezegging werd er van uitgegaan dat na twee jaar de subsi diëring van de Troelstra-afdeling in beginsel zou dienen te worden over genomen door de provincie Friesland. De provincie Friesland heeft laten blijken hiervoor niet te voelen en is van oordeel dat de Troelstra-afdeling geen provinciaal belang dient. Wij betreuren deze zienswijze. Wij zijn echter van oordeel dat door de af wijzende houding van de provincie het voortbestaan van de Troelstra-afde ling van het F.L.M.D. geen gevaar mag lopen. Hoewel wij van oordeel zijn dat de Troelstra-afdeling van het F.L.M.D. van meer dan strict gemeente lijk belang is, onderkennen wij nochtans de culturele, historische en educatieve waarde van deze museumafdeling voor onze gemeente. Derhalve stellen wij U voor om met ingang van 1983 een subsidie van maxi maal 16.000,-- per jaar te ramen ten behoeve van de exploitatie van de Troelstra-afdeling van het F.L.M.D. Muziek, zang en toneel enz, (volgnr. 522) Als gevolg van de toename van het aantal verenigingen die op grond van de Verordening Subsidiëring Amateuristische Kunstbeoefening voor subsidie in aanmerking komen met een tweetal, stellen wij U voor het budget voor de subsidiëring in dit kader met 2.000,-- te verhogen. Naast de reeds op grond van de Regeling Voorwaardenscheppende Organisaties op Muziekgebied gesubsidieerde Vereniging van Vrienden van het Museum het Princessehofde Commissie voor de Kerkmuziek en de Stichting Hothouse Redbad, heeft de Stichting "de Bak" eveneens een beroep op deze regeling gedaan. Deze stichting houdt zich bezig met het organiseren van concerten op het terrein van de niet-traditionele kamermuziek in Leeuwarden. Wij stellen U voor de Stichting "de Bak" in de genoemde regeling op te nemen en daartoe het benodigde budget t.b.v. het onderhavige subsidie met 1.000,te verhogen. Overigens verwijzen wij U naar het binnenkort ter vaststelling aan U voor te leggen Sociaal-Cultureel Programma 1983.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 198