11-14—2 2. Samenlevingsopbouw Reeds bij de behandeling van het beleidsplan 1982-1986 en de vaststelling van het Sociaal-Cultureel Plan 1982-1985 zijn wij genoodzaakt geweest onder invloed van de verslechterende financiële positie van de gemeente U voor te stel len een verlaging door te voeren van de stelpost kapitaallasten wijkaccommodaties. Wij gingen er op dat moment vanuit dat door een verlaging van het investerings volume per te realiseren project zou kunnen worden bereikt dat de in de Accommo datienota voorziene projecten, zij het soberder en enigszins kleinschaliger, toch alle konden worden gerealiseerd. In het kader van de herwaardering van het beleidsplan 1982-1986 hebt U besloten een verdere verlaging van de stelpost kapitaallasten wijkaccommodaties door te voeren als gevolg waarvan het beschikbare investeringsvolume met 1.111.000,= afnam en een tweetal acoommodaties niet meer binnen de beleidsperiode 1982-1986 konden worden gerealiseerd. De invoering van de Wet op de Geluidhinder leidt er met name toe dat de inves teringen per project hoger zullen moeten zijn dan was voorzien. In hoeverre dit aanleiding zal moeten zijn om het aantal te realiseren projecten binnen het be schikbare investeringsvolume opnieuw te heroverwegen valt op dit moment nog niet te overzien. Daarnaast doet zich in het kader van de realisatie van wijkaccommodaties nog een ander probleem voor.Het wordt steeds duidelijker, dat wijkorganisaties, die de beschikking krijgen over nieuwe c.q. vernieuwde voorzieningen niet altijd kunnen voldoen aan het door de gemeenteraad gestelde uitgangspunt dat alleen de kapi taallasten voor rekening van de gemeente komen en de wijkorganisatie zorg dient te dragen voor een sluitende exploitatie van de voorziening. De door ons ingestelde Adviescommissie Accommodatieproblematiek houdt zich met name met de hierboven geschetste problematiek bezig. Nadat ons adviezen terzake hebben bereikt zullen wij U zonodig nadere voorstellen ter oplossing van de ge signaleerde problemen voorleggen. Voorop staat echter ons uitgangspunt dat deze oplossing niet mag leiden tot een structurele lastenverzwaring voor de gemeente. Met betrekking tot de realisatie van de sociaal-culturele accommodatie in het centrum van de wijk Camminghaburen merken wij op, dat de rijksoverheid nog geen definitief standpunt heeft ingenomen ten aanzien van het verlenen van een bij drage in de investeringskosten. Wij hebben er bij de rijksoverheid op aangedrongen terzake zo spoedig mogelijk de nodige duidelijkheid te verschaffen. 3. Emancipatie-activiteiten De door U vastgestelde Emancipatienota Leeuwarden vormt een eerste aanzet om in de komende jaren nadere invulling te geven aan de totstandkoming van een samen hangend gemeentelijk emancipatiebeleid. 11-14—3 In het kader van het beleidsplan 1982-1986 heeft U de benodigde middelen beschik baar gesteld voor ambtelijke ondersteuning van de hiervoor benodigde werkzaam- heden. Een belangrijke rol zal daarbij de door ons ingestelde Emancipatiecommissie gaan vervullen. Voor de beleidsvoornemens op het terrein van de emancipatie-activiteiten die vallen onder het sociaal-cultureel werk, waarvoor de rijksoverheid op grond van de Tijdelijke rijksbijdrageregeling emancipatie-activiteiten een bijdrage verleent, verwijzen wij U naar het Sociaal-Cultureel Plan 1982-1985 en het -Programma 1983. 4. Volwassenen-educatie In besprekingen met vertegenwoordigers van het Ministerie van Onderwijs en v Wetenschappen is ons gebleken, dat dit ministerie voornemens is met ingang van het cursus-seizoen 1983-1984 in twee jaar tijd het subsidie dat aan de Stichting Baken wordt verleend op titel van artikel 75 van de Wet voortgezet onderwijs (lager huishoud- en nijverheidsonderwijs) te halveren. De ontwikkeling, die het Baken heeft doorgemaakt van instituut voor l.h.n.o. naar centrum voor volwassenen-educatie rechtvaardigt naar de mening van dit ministerie niet langer een volledige bekostiging uit onderwijsgelden. Aangezien binnen de werkzaamheden van Het Baken geen strikte scheiding is aan te brengen tussen regulier onderwijswerk en taken die de instelling alleen of in samenwer king met andere organisaties verricht op het terrein van vorming en ontwikkeling van volwassenen, zoals VOS- en Bijspijkerwerk, het Open school-project en de projecten alfabetisering en educatieve activiteiten voor culturele minderheden, betekent deze afbouw van het rijkssubsidie dat het functioneren van dit centrum voor volwassenen-educatie onder druk komt te staan. Enigszins ter compensatie van dit voornemen heeft de rijksoverheid een structu rele arbeidsplaats op grond van het Werkgelegenheidsplan Kwartaire sector ten behoeve van het Baken aangeboden, welke formatieplaats U inmiddels hebt geaccep teerd. Wij beraden ons met het bestuur van Het Baken op de uit de afbouw van het rijks subsidie voortvloeiende financiële consequentie en de in verband daarmee moge lijkerwijs te ondernemen stappen. 5. Jeugdwerk Met betrekking tot het beroepsmatig jeugd- en jongerenwerk kan het volgende wor den opgemerkt. Het experiment randgroepjongeren van 't Vliet begint langzamerhand vorm te krij- gen.Hierbij wordt vooral duidelijk dat de problematiek, waarmee deze groep wors telt een zeer complexe is. Mede gelet hierop is het voor de staf van het jongeren- V centrum bijzonder moeilijk om in overleg met de daartoe geëigende hulpverlenings-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 222