Vaststellen exploitatiekostenbedragen ex art. 186, eerste lid en art. 189, vijfde lid, van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 voor het openbaar en bijzonder buitengewoon onderwijs voor 1983. Bijlage nr. 52 Leeuwarden, 10 februari 1983. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 186, eerste lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 moet de gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar het bedrag vaststellen, dat per leerling van elke soort van de in dit besluit genoemde en in de gemeente bestaande openbare scholen en daarmee gelijk te stellen afdelingen in dat jaar beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h, p en r van de Lager-onderwijswet 1920 en van de kosten van instandhouding. Dit bedrag vormt tevens de grondslag van de exploitatievergoeding aan de bijzondere scholen en afdelingen van dezelfde soort. Hierbij merken wij op, dat de aan de scholen verbonden bijzondere afdelingen op grond van artikel 185, eerste lid, van genoemd besluit voor de toepassing van de onderhavige wetsartikelen wor den beschouwd als zelfstandige scholen van een eigen soort. De geraamde uitgaven voor het openbaar buitengewoon onderwijs voor 1983 zijn opgenomen in de voor u ter inzage gelegde specificaties, waarvan de cijfers zijn ontleend aan de gemeentebegroting voor dit jaar. Wij stellen u voor het administratiekostenbedrag vast te stellen overeenkomstig het door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen nader te bepalen minimumbedrag Met inachtneming van het vorenstaande en op grond van de thans in de overzich ten opgenomen gegevens dienen de voor 1983 per leerling beschikbaar te stellen be dragen te worden bepaald zoals vermeld in het ontwerp-besluit. De uit het vorenstaande voortvloeiende kosten van het openbaar en.bijzonder buitengewoon onderwijs worden in het kader van de financiële verhouding tussen rijk en gemeente terugontvangen. Op verzoek van de schoolbesturen en onder voldoende borgstelling verlenen Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 194-, vierde lid, van het Besluit bui tengewoon onderwijs 1967, een voorschot op de exploitatiekostenvergoeding ter grootte van het per leerling beschikbaar gestelde bedrag en berekend over het ge middeld aantal leerlingen in het afgelopen jaar. Aangezien in onze gemeente geen openbare school voor ziekelijke kinderen is gevestigd, maar wel een bijzondere school van deze soort, welke valt onder de be palingen van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, moet de exploitatievergoe ding voor deze school, met toepassing van artikel 189, vijfde lid, worden berekend naar het bedrag per leerling, dat voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoeften van een in normale omstandigheden verkerende school. Voor de school voor ziekelijke kinderen, de Buitenschool, wordt voor het gedeelte "onderwijskosten" voor de kernafdeling een bedrag van 2.364-,23, voor de afdeling zeer jeugdigen een bedrag van 2.139,71 en voor de afdeling voortgezet buitenge woon onderwijs een bedrag van 2.596,36 voldoende geacht. Onder de mededeling, dat de Commissie voor het Onderwijs en de Gemeenschappe lijke Schoolraad voor het Openbaar Kleuter- en Lager Onderwijs in de gemeente Leeuwarden over dit voorstel zijn gehoord, stellen wij u voor te besluiten overeen komstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma Burgemeester. W.3.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 385