- 2 - Burgemeester en wethouders stellen het volgende: - De bouwvergunning moet worden geweigerd wegens strijd net de bouwveror dening (zie besluit). - Ten onrechte is gesteld, dat van het verbod tot overschrijding van de voorgevelrooilijn (artikel 40 bouwverordening) geen vrijstelling mogelijk is. Artikel 41 onder e van de bouwverordening (verbod niet van toepassing voor erfafscheidingen) kan niet worden gehanteerd. Ingevolge artikel 42 onder 1 van de bouwverordening, zou voor de schutting vrijstelling kunnen worden verleend. Burgemeester en Wethouders achten het verlenen van vrij stelling in het onderhavige geval niet gewenst, omdat ten aanzien van de schutting een negatief welstandsoordeel is uitgesproken. Het bestreden besluit dient in deze zin te worden aangepast. - Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel, dat het beroepschrift on gegrond moet worden verklaard. 4. Tsrinsacelsggins: van de sikken en hoorzitting. Be op de zaak betrekking hebbende stukken hebben van 20 t/m 24 december 1282 ter gemeentesecretarie ter inzage gelegen. Be heer Be Boer heeft kopieën van de stukken ontvangen. Be commissie heeft de heer en mevrouw Be 3oer en het college van Burgemeester en Wethouders in de gelegenheid gesteld hun standpunten toe te lichten in een vergadering van de commissie op maandag 10 januari 1933 te 16.30 uur in het Stadhuis. Het beroepschrift werd als volgt gemotiveerd: - Be schutting is reeds geplaatst. Het was niet bekend, dat hiervoor een bouwvergunning was vereist. - Be huidige situatie i3 niet minder fraai dan de vroegere. - Be schutting is bedoeld om de privacy te behouden. - Be schutting is bedoeld als erfafscheiding. - Bestreden wordt, dat de schutting een storend element is in het straat beeld (welstandsadvies). Be schutting bestaat uit 3peels materiaal; bovendien zal na enige tijd de heg de schutting goeddeels aan het gezicht onttrekken. Overigens is het welstandsadvies niet gemotiveerd, zodat er geen verweer tegen mogelijk is. - Be bereidheid bestaat om in redelijk overleg met de gemeente tot een oplossing te komen. - Bij de buren bestaat geen bezwaar tegen de schutting. Be vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders herhaalt hetgeen m de reactie van het college d.d. 15 december 1932 is gesteld. Het welstands advies is het voornaamste element van de weigering. Overigens kan in her onderhavige geval niet gesoroken worden van een erfafscheiding, aangezien de schutting niet oo de terreingrens (erfafscheiding) staat. - 5 - Overwegingen van de Haadsadviescommissie voor de beroer- en bezwaarsc'n-rjften. a. Ten aanzien van de ontvankelijkheid. Geconstateerd wordt, dat het beroepschrift niet was gemotiveerd. Op grond van het gestelde in artikel 339 van de bouwverordening kan dit conse quenties hebben voor de ontvankelijkheid. Bij de vermelding van de beroeps gang onder aan het aangevochten besluit van 3. en W. is echter ten onrechte niet de plicht van motivering opgenomen. Tevens is de motivering min of meer al te vinden in de toelichting bij de bouwaanvrage. Gelet hierop dient op dit punt soepelheid te worden betracht. Be commissie is van oordeel, dat het beroepschrift kan worden geacht ontvankelijk te zijn. b. Ten aanzien van de gegrondheid. Be commissie neemt voor kennisgeving aan, dat de appellant onbekend was met de plicht om voor de schutting een bouwvergunning aan te vragen, dat de bestaande situatie niet minder fraai is dan de vroegere, dat de schutting bedoeld is om de privacy te behouden en dat bij de buren geen bezwaar bestaat tegen de schutting. Be commissie is van oordeel, dat geen 3prake is van een erfafscheiding, als bedoeld in artikel 41» onder e, van de bouwverordening, aangezien de schutting niet op de erfgrens staat. 3r kan dus 3lechts 3prake zijn van een bouwwerk als bedoeld in artikel 12, onder 1, van de bouwverorde ning. Met Burgemeester en Wethouders is de commissie van oordeel, dat de welstandscommissie in haar advies terecht heeft gesteld, dat de schut ting als een storend element in het straatbeeld roet worden gezien. Bat de heg na enige tijd de schutting goeddeels aan het gezicht zal onttrek ken, doet bij de beoordeling van hex bouwwerk als zodanig niet terzake. Be soort van het materiaal heeft bij de beoordeling door de welstands commissie kennelijk geen rol gespeeld. Be commissie is derhalve van oordeel, dat Burgemeester en Wethouders terecht op grond van het negatieve welstandsadvies de bouwvergunning hebben geweigerd. Be beslissing van Burgemeester en Wethouders behoeft echter wel aanpassing naar aanleiding van het door het college in zijn brief van 15 december 1932 gestelde. Bit betekent, dat ook aan de vrij- stellingsmogelijkheid van artikel 12 onder 1 van de bouwverordening, aan dacht dient te worden besteed. Gelet op het negatieve welstandsadvies is de commissie van oordeel dat de vraag, of deze vrijstelling kan morden verleend, niet meer aan de orde komt. Be commissie kan zich niet verenigen met de oomerking van aooellant, dat hij zich niet kan ververen tegen het welstandsadvies, omdat dit niet gemotiveerd was. Appellant heeft tijdens de hoorzitting voldoende verweren terzake aangevoerd. Be commissie wijst ar nog op, dat de heer Be Boer de bereidheid heeft uitgesproken om in redelijk overleg met 3. en V. tot een oplossing te

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 432