Ü4
De commissie geeft de Raad in overweging B. en V. te verzoeken om
bedoeld overleg met de heer De Boer te voeren.
6. Advies van de Raadsadviescommissie voor de beroer- en bezvaarschriften.
Op grond van de onder 5. genoemde overwegingen i3 de commissie van oordeel,
dat 3nrgemeester en Wethouders terecht de gevraagde bouwvergunning hebben
geweigerd, doch dat het besluit wel aanpassing behoeft naar aanleiding van
de reactie van Burgemeester en Wethouders d.d. 15 december 1932. De
commissie adviseert derhalve het beroepschrift van de heer 3.A. de Boer
ongegrond te verklaren conform bijgevoegd ontwerp-besluit.
De Raadsadviascommissie voor de
beroep- en bezwaarschriften,
J.j?. Janssen,
wnd. voorzitter.
D3 RAAD 7AIT D3 GSUZSJTES L33ÏÏ17A2DE3;
nr. 2153
gelezen de brief van de heer 3.A. de 3oer dd. 15 november 1982,
waarin ingevolge de ïïonirgwet beroep wordt ingesteld by de Raad
tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders dd, 21 september
1982, nr. 3 293/82 (verzonden 21 oktober 1982) om een bouw
vergunning te weigeren voor het plaatsen van een 3chutting op het
perceel 3eetgumerstraat 1
overwegende, dat ingevolge de Procedureverordening Raadsadvies-
comn±3sie voor de beroep— en bezvaarschriften het beroep om
advies in handen is gestald van de Raadsadviescommissis voor de
beroep— en bezvaarschriftan;
dat de commissie adviseert het beroepschrift van de heer De 3cer
ongegrond te verklaren, doch dat tevens de weigeringsgronden
aanpassing behoeven;
dat hij zich net de overwegingen en het advies van de conmi33is
dd. lö februari 1983 (bijlage nr. 71 kan verenigen;
dat op grond van het bepaalde in artikel 43, eerste lid, onder a,
van de Woningwet een bouwergunning moet worden geweigerd, indien
het bouwwerk waarop de aanvrage betrekking heeft niet zou voldoen
aan de bouwverordening;
dat ingevolge artikel 54 ^an de Bouwverordening het uiterlijk en de
plaatsing van een bouwwerk zodanig noeten zijn, cao het bouwwerk
zowel op zichzelf als in relatie net de bestaande omgeving of de
te verwachten ontwikkeling daarvan voldoet aan redelijke eisen van
welstand;
dat hij van mening in, dat het beoogde bouwwerk in het straatbeeld
een 3torerd element vormt en derhalve niet voldoet aan redelijke
eisen van welstand;
dat het bouwplan da ingevolge artikel 39 "7sn da Bouwverordening
geldende voorgevelrooilijn overschrijdt, hetgeen op gror.d van arxikel
40 van deze verordening verboden is;
dat weliswaar op grond van artikel 42 onder 1 van de Bouwverordening
vrystailing van dit verbod mogelijk i3, doch dat in casu het verlenen
van vrijstelling niet neer aan de orde i3, nu het feit, dat het
bouwwerk niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, op zichzelf
al voldoende grond is om de bouwvergunning te weigeren;
dat de gevraagde vergunning dan ook behoort te worden geweigerd;
- 4 -
i J
ar. A.^f^van Dijk,