1-6
Vooruitlopend op Uw definitieve stellingname ten aanzien van de door ons in
het ontwerp-dekkingsplan 1983-1987 voorgestelde herwaarderingsprojecten
delen wij U mede dat wij inmiddels een aantal werkgroepen hebben ingesteld
welke de opdracht hebben gekregen de mogelijkheden en de haalbaarheid van
de door ons gedachte herwaarderingsprojecten te onderzoeken.
Daarbij zal tevens aangegeven worden:
a. welke bevolkingsgroepen met name de gevolgen zullen ondervinden van een
mogelijke herwaardering van bepaalde onderdelen van het gemeentelijk beleid
en welke die gevolgen zijn;
b. het effect op de werkgelegenheid.
Indien U zich met onze voorstellen dienaangaande kunt verenigen, ligt het in
ons voornemen, bij de samenstelling van het ontwerp-dekkingsplan 1984—1988
de resultaten van de herwaarderingsprojecten daarin te verwerken. Ons streven
is er op gericht.de eind-rapportage van de diverse herwaarderingsonderzoeken
omstreeks 1 februari 1983 ter beschikking te hebben.
Zo spoedig mogelijk nadat wij deze eindrapportage hebben vastgesteld zal deze
aan U worden toegezonden.
Opgemerkt moge worden dat noch bij de samenstelling van het ontwerp-
dekkingsplan noch in dit ontwerp-beleidsplan rekening kon worden gehouden
met de in hei regeerakkoord gegeven aanzetten tot nog verdergaande ombuigingen
met betrekking tot rijksuitkeringen aan de lagere overheid.
Zoals wij reeds in onze aanvullende raadsbrief met betrekking tot het ontwerp-
dekkingsplan 1983-1987 (bijlage nr. 447) hebben aangegeven gaan deze ombuiginger!
onder meer in de richting van verdere kortingen op algemene en specifieke
uitkeringen.. Door toepassing van het profijtbeginsel zal een nog verdere
afwenteling van de begrotingsproblematiek van de rijks- naar de lagere overheid
plaatsvinden.
Volgens onze eerste indrukken zal het, alleen al wat betreft de algemene
uitkering, kunnen gaan om bedragen oplopend van ca 400.000,in 1983 tot
ca 3.000.000,in 1986.
Deze maatregelen dienen nog nader geconcretiseerd te worden, zodat naar onze
mening hierop eerst bij de opstelling van het beleidsplan 1984-1988 kan worden
ingespeeld
1-7
Wel is duidelijk dat deze maatregelen dermate omvangrijk en ingrijpend zullen
zijn dat de financiële vooruitzichten nog somberder zijn dan waar tot dusver
op was gerekend.
Daarom willen wij er nogmaals op wijzen dat naar onze mening de financiële
taakstelling van de herwaarderingsoperatie 1983-1987, ter grootte van
3,5 min., niet zal mogen worden aangetast.
Financiële aspecten van het beleid.
Doelstelling gemeentelijk financieel beleid.
De doelstelling van het gemeentelijk financieel beleid voor deze raadsperiode
zouden wij als volgt willen omschrijven:
Een op handhaving van de financiële zelfstandigheid stoelende planmatige
verkrijging, beheer en besteding van geldmiddelen, alsmede het beheer van
het vermogen van de gemeente, zodanig dat de diverse doelstellingen op
basis van de door de Raad gestelde en onderling tegen elkaar afgewogen
prioriteiten, optimaal kunnen worden verwezenlijkt.
Om deze doelstelling te kunnen verwezenlijken achten wij een structureel
sluitende meerjarenbegroting en "een sluitende jaarrekening noodzakelijk.
In het ontwerp-dekkingsplan 1983-1987 hebben wij reeds aangegeven dat de komende
jaren de uitgaven en inkomsten, zonder bijsturing, zich steeds verder in
tegengestelde richting zullen ontwikkelen.
Voorts hebben wij toen gesteld dat het gemeentelijk budget niet op het huidige
niveau reëel gehandhaafd kan worden en derhalve gestreefd moet worden naar een
nieuw evenwicht op een lager niveau.
Als eerste aanzet daartoe te geraken hebben wij U reeds voorstellen gedaan bij
de aanbieding van dit ontwerp-dekkingsplan. Middels een fundamenteel en
permanent proces van herwaardering streven wij er naar hieraan op systema
tische wijze gestalte te geven.
Het streven naar handhaving van de financiële zelfstandigheid mag er echter
ons inziens niet toe leiden dat de inwoners bij voortduring reële lasten
verzwaringen krijgen opgelegd. Daarvan zouden wij hier voor wat betreft de
ontwikkeling van de gemeentelijke inkomsten willen refereren aan het
daaromtrent gestelde in de hoofdlijnen van het collegeprogramma.