Uit het regeerakkoord komt naar voren dat de lagere overheid de komende jaren, voor wat betreft algemene en specifieke uitkeringen, zeer omvangrijke financiële repercussies te wachten staat. In de paragraaf "Algemene aspecten van het beleid" zijn wij hierop reeds ingegaan. Dit alles maakt het noodzakelijk dat, naast een structurele verlaging van het gemeentelijk budget een stringente budgetbewaking gewenst is en een nood zakelijke bijstelling van het budget zo spoedig mogelijk zichtbaar gemaakt en verwezenlijkt zal moeten worden. In de loop van dit jaar zijn diverse publicaties verschenen over een wijziging van de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten. Daar de concrete uitwerking daarvan nog lang niet vaststaat, lijkt het ons prematuur bij de formulering van het gemeentelijk beleid hiervan uit te gaan. Vooralsnog bestaa: de indruk dat voor onze gemeente geen essentiële veranderingen te verwachten zijn. 2. Budgettaire uitkomsten ontwerp-beleidsplan. Op 30 november 1982 hebt U het ontwerp-dekkingsplan 1983-1987 voorlopig vastgesteld. Bij de ontwerp-dekkingsvoorsteïlen is daarbij uitgegaan van een tekort van 3,4-78 min. in 1983 oplopend tot 3,888 min. in 1987. Deze bedragen zijn inclusief de in het ontwerp-dekkingsplan voorziene ruimte voor nieuw beleid van 0,1 min. in 1983 oplopend tot 0,5 min. in 1987. In het voorafgaande hebben wij nadrukkelijk gewezen op het voorlopige karakter van de hierboven gememoreerde budgettaire uitkomsten. Naast de te verwachten verdere korting op. de algemene uitkering 0,4- min. in 1983, 3,0 min. in 1986), verwachten wij nog aanzienlijke kortingen op allerlei specifieke uit keringen. Ook de consequenties van een verder verlaagde algemene uitkering voor de opbrengst van de onroerend-goedbelasting kan nog niet door ons worden aangegeven. Voorts is in de ramingen in de meeste gevallen geabstraheerd van de gevolgen van de voor de komende jaren voorziene daling van de koopkracht van brede lagen van de bevolking voor het gebruik maken van overheidsvoorzieningen. Wij achten het niet uitgesloten dat de eigen inkomsten een lagere opbrengst te zien zullen geven dan wij in dit ontwerp-beleidsplan veronderstellen. Ook bestaat onzerzijds nog steeds geen inzicht in de gevolgen voor onze gemeente van de verlaagde rijksvergoeding krachtens art. 13 van de L.0. wet 1920. Ditzelfde geldt voor de bij de prijsontwikkeling achterblijvende rijks- vergoedingen voor het kleuter- en het voortgezet onderwijs en de vergoeding van de kosten van de gemeentepolitie. Resumerend kan gesteld worden dat er nog tal van onzekerheden bestaan ten aanzien van de definitieve budgettaire positie voor de beleidsperiode 1983- 1987. Als een der weinig lichtpunten kan de zich sinds korte tijd manifesterende daling van de rentevoet genoemd worden. In hoeverre hier echter sprake is van een blijvende daling en derhalve structurele meevaller moet echter nog afgewacht worden. Ontwikkeling inkomsten. .1. Inkomsten Ten aanzien van de ontwikkeling van de belangrijkste inkomsten der gemeente kan gesteld worden, dat er een zekere stagnatie valt waar te nemen. In sommige gevallen kan zelfs, gesproken worden van een negatieve ontwikkeling. Dit laatste geldt met name voor die inkomsten, waarbij sprake is van een relatie met de economische situatie waarin ons land momenteel verkeert. In dit verband noemen wij als voorbeeld: de inkomsten uit nutsbedrijven, maar ook de uitkeringen uit het Gemeentefonds en de daarmee samenhangende ontwikkeling van de onroerend goedbelastingen. Daar wij in de raadsbrief met betrekking tot het ontwerp-dekkingsplan 1983-1987, par. 3 hierop reeds hebben gewezen, menen wij thans met een korte toelichting op de ontwikkeling van de belangrijkste gemeentelijke inkomsten te kunnen volstaan. .2. Financiële betrekkingen met het Rijk. De algemene uitkering uit het Gemeentefonds is gebaseerd op de verdeelmaat- staven krachtens de Financiële Verhoudingswet 1960. Evenals dat het geval was bij het beleidsplan 1982-1986 ten aanzien van de doorwerking van de kortingen over 1981 heeft^het Rijk ook voor 1983 wederom kortingen opgelegd. In het regeerakkoord, dat op 28 oktober 1982 werd gepubliceerd, worden nog verdergaande kortingen op de gemeentefondsuitkeringen voorzien dan in de Voorjaarsnota 1982 en de circulaire van 30 juni 1982 zijn vermeld. 1-8

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 53