1-10
Eén element van de kortingen wordt gemotiveerd door een versterkte toepassing
van het profijtbeginsel waarbij het Rijk in het bijzonder de reinigings
rechten en rioolrechten op het oog heeft.
Daarnaast wordt overwogen om de personeelsformatie bij zowel de
rijks- als de lagere overheid de komende jaren met 1 per jaar te
verminderen. Bij deze vermindering zou het Rijk de gemeenten kunnen adviseren
de gedragslijn van het Rijk toe te passen; overigens is het denkbaar dat het
Rijk de gemeenten de beperking oplegt via verdere kortingen.
Zolang de uitwerking van het bovenstaande en het ontwerp voor een nieuwe
Financiële Verhoudingswet zich nog niet in een concreet stadium bevinden,
zien wij er van af daarop een financieel beleid voor de gemeente te baseren.
Derhalve hebben wij hiermede geen rekening gehouden in het thans voorliggende
ontwerp-beleidsplan.
.1. Doeluitkering voor de politie.
Evenals in 1982 blijft ook in 1983 de normvergoeding van het rijk voor de
personele kosten ver achter bij de werkelijke personeelskosten. Voor 1983
beloopt dit tekort een bedrag van ruim 330.000,Dit bedrag kan binnen
de doeluitkering alleen warden gedekt door gelden aan te wenden die bestemd
zijn voor uitgaven op materieel gebied. Met betrekking tot de normvergoeding
voor materiële uitgaven moet evenwel worden opgemerkt, dat een aanvankelijk
toegekend reëel accres van 3,5 is teruggebracht tot 2
Bovendien zal blijkens de miljoenennota de materiële normvergoeding voor
1983 verder worden beperkt.
Intussen is een departementale werkgroep bezig een nieuw systeem voor de
vergoeding van de personele kosten te ontwerpen. Dit nieuwe systeem zal naar
verwachting uitgaan van een integrale vergoeding van de hoofdbestanddelen
van de personele kosten, te weten salarissen en sociale lasten, voor het
executieve personeel en een normvergoeding per man voor het administratieve
en het technische personeel. Indien deze nieuwe wijze van vergoeden wordt
ingevoerd mag er van worden uitgegaan dat daarmee de grootste financiële
problemen voor de politie zijn opgelost. Voor het rijk zal een en ander
budgettair neutraal kunnen verlopen omdat de huidige vergoeding ook is
gebaseerd op de werkelijke personeelskosten, maar dan verdeeld over de
gemeenten naar de gemiddelde kosten per man.
1-11
De onderwijsuitkeringen.
Zoals in het door U voorlopig vastgestelde ontwerp-dekkingsplan 1983-1987
is opgemerkt zijn door het rijk op de onderwijsuitkeringen uit het
gemeentefonds kortingen toegepast, die resulteren in een lagere uitkering van
rond 310.000,De maatregelen die tot deze verlaging hebben geleid zijn
de volgende:
1. Beperking van de prijscompensatie voor 1982 tot 1,5 Deze beperking
werkt door in de uitkeringen 1983.
2. Beperking vergoeding noodlokalen en dependances ingaande 1983.
3. Beperking stichtingskostenvergoeding voor nieuwe schoolgebouwen voor
het eerste jaar (het jaar waarin het gebouw in gebruik genomen wordt)
tot de helft van de jaarlijkse vergoeding ingaande 1983.
4. De vergoeding voor de randvoorzieningen voor het gewoon lager onderwijs
komt ingaande 1983 te vervallen. Daarvoor in de plaats komen aparte
componenten voor kosten van culturele vorming, medezeggenschapsorganen
en schoolonderzoeken en voor verplaatsingskosten.
5. Ingaande het schooljaar .1983/1984- worden niet meer vergoed de kosten van
het schoolzwemmen van het buitengewoon lager onderwijs. Alleen de
vergoeding voor de school voor zeer moeilijk lerende kinderen blijft voor
Leeuwarden over.
Voorts is aangekondigd dat het rijk op de uitkering voor de kosten ex artikel
13 Lager Onderwijswet 1920 (vervoerskosten van kinderen naar scholen)
30 miljoen wil bezuinigen (op een totaalbedrag van ruim 114- miljoen). Over
de wijze waarop dit gevolgen zal hebben voor de gemeenten zouden vóór
15 oktober 1982 nadere mededelingen worden verstrekt. Tot dusver hebben wij
echter geen nadere berichten ontvangen.
Ten aanzien van de doeluitkeringen met betrekking tot het kleuteronderwijs
en het voortgezet onderwijs doet het ministerie vooraf geen mededelingen.
De ramingen zijn dan ook gebaseerd op cijfers van voorgaande jaren, welke
zijn doorgetrokken naar 1983 op basis van ongewijzigd (rijks)beleid