Een en ander betekent een wijziging van de subsidieverhouding omdat onze
gemeente tot dusver het gehele exploitatietekort op het verzorgingsgedeelte
voor haar rekening nam. De subsidiëring op maximumbasis kan 1 januari 1984
ingaan. Wij stellen U derhalve voor, rekening houdende met de bezuinigings
mogelijkheden van het schoolbestuur en het geleidelijk vervallen van het
subsidie ten behoeve van leerlingen van andere gemeenten, voor de Buiten
school uit te gaan van de volgende subsidiebedragen in de beleidsperiode
1983-1987.
1983 773.000,— 849.000,-- min 76.000,--,
1984 maximaal 783.000,-- zijnde het laatste rijkssubsidie
1983 maximaal 744.000,-- over deel van het jaar)
1986 maximaal 699.000,—
1987 maximaal 621.000,—
Dit houdt in dat de gemeente aanvankelijk het ingaande schooljaar '83-'84
vervallen rijkssubsidie ad 120.000,-- op jaarbasis gedeeltelijk (namelijk na
aftrek van de naar het onderwijsgedeelte over te boeken bedrag) voor haar re
kening neemt welke bijdrage geleidelijk (mede) wordt afgebouwd tot nihil in
1987 door bezuinigingen in de exploitatiesfeer van de school. Dit dient te ge
schieden onder voorwaarde dat het schoolbestuur haar pogingen voortzet wijzi
ging te bewerkstelligen van het terzake door de toenmalige Minister van Volks
gezondheid en Milieuhygiëne genomen besluit middels de intussen ingestelde Arol
procedure.
Buitenschool:
Totaalbedrag voorstel 255.000,—
Totaal taakstelling;
255.000,—
- 23 -
Par. 2.b.
HERWAARDERIHGSVOORSTELLEN B-lijst.