M - 31 - - 30 - Par. 3. CONCLUSIES N.A.V. DE GEMETEN WERKGELEGENHEIDSEFFECTEN EN DE EFFECTEN OP GROEPEN BURGERS. a. Werkgelegenheidseffecten Overeenkomstig het in het ontwerp-dekkingsplan 1983-1987 aangegeven toetsingscriterium betreffende de hoeveelheid en soort werkgelegenheid, hebben wij de werkgelegenheidseffecten van onze voorstellen gemeten. Deze zijn voor U ter inzage gelegd. Het E.T.I.F. heeft in overleg met ons een aantal globale vuistregels ontworpen waarmede het effect op de werkgelegenheid in de Provincie Friesland gemeten is. Het door het E.T.I.F. uitgebrachte rapport is voor U ter inzage gelegd. Het ligt in ons voornemen de thans toegepaste methode dit najaar te eva lueren en waar mogelijk en nodig te perfectioneren. Het verlies aan arbeidsplaatsen kan, volgens de gehanteerde E.T.I.F. - methode, voor de jaren 1983 t/m 1987 cumulatief gesteld worden op (A en B lijst tezamen genomen): 1983 2if arbeidsplaatsen 1984- 29 arbeidsplaatsen 1985 37 arbeidsplaatsen 1986 arbeidsplaatsen 1987 51 arbeidsplaatsen. Opgemerkt zij, dat aan deze getallen slechts "indicatieve waarde" kan worden toegekend Uit de berekende effecten blijkt, dat het verlies aan arbeidsplaatsen vooi 2/5 deel wordt veroorzaakt door het achterwege laten van investeringen en uit te besteden onderhoud (de zgn. externe effecten), voor 1/3 deel doi verlagingen in de subsidiesfeer en voor 1/4- deel door verlagingen binïien de gemeentelijke organisatie (de zgn. interne effecten). b. Effecten op groepen burgers. Teneinde te komen tot een evenwichtige besluitvorming ten aanzien van de onderzochte herwaarderingsprojecten hebben wij niet alleen de werkgelegen' heidseffecten, maar ook de effecten naar groepen burgers zo goed mogelijk getracht te inventariseren. Met betrekking tot het laatste hebben wij de herwaarderingswerkgroepen opgedragen aan de hand van een aantal richtlij nen te beschrijven welke groepen burgers het meest worden getroffen door de gevolgen van herwaarderingsmaatregelen. In deze richtlijnen, die voor ter inzage zijn gelegd, komt naar voren dat slechts in zeer beperkte matei Leeuwarder gegevens beschikbaar zijn die inzicht kunnen verschaffen in de verdeling van het voorzieningengebruik naar sociaal-economische groepen uit de bevolking. Naast het rapport "Wel en wee in Leeuwarden" (Lagendijk 1981) is daarom, voorzover mogelijk, gebruik gemaakt van de conclusies vai recente rapporten van het Sociaal - Cultureel Planbureau met betrekking t de landelijke verdeling van het voorzieningengebruik naar sociaal-economis bevolkingsgroepen. Ook deze onderzoeksrapporten zijn voor U ter inzage ge-j legd Wij zijn ons, gelet op de bovengenoemde beperkingen, ervan bewust dat de terzake door de herwaarderingswerkgroepen opgestelde rapportages niet ande kunnen worden beschouwd dan als eerste vingeroefeningen om in de loop van de beleidsperiode te komen tot een meer gestructureerde inventarisatie. Genoemde rapportages zijn eveneens voor U ter inzage gelegd. Par. CONCLUSIE Wij geven U in overweging in te stemmen met de in deze Raadsbrief opgenomen herwaarderingsvoorstellen. Tevens stellen wij U voor de gemeentebegroting en de begrotingen van diverse takken van dienst te wijzigen overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp besluiten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden 3.S. Brandsma Burgemeester W.3.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 151