Nr. ^521
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 maart 1983
(bijlage no 117);
BESLUIT:
te verkopen aan F. Klunder, wonende te Leeuwarden, Aggemastate 1, de woning met
aanhorigheden, plaatselijk gemerkt Aylvastraat 2, kadastraal bekend gemeente
Huizum, sectie B, nummer 5304-, groot 228 centiare, voor een prijs van 25.000,
en voorts onder de navolgende bedingen:
1. de overdrachtsbelasting berekend over de als grondslag geldende waarde van het
verkochte, vermeerderd of verminderd als bepaald in de Wet op belastingen van
rechtsverkeer, de notariële kosten - waaronder begrepen de kosten van levering
van een afschrift van de akte van eigendomsoverdracht ten behoeve van het
gemeente-archief - alsmede de kosten en rechten wegens de levering van het
verkochte, zijn voor rekening van de koper;
2. de akte van eigendomsoverdracht zal binnen twee maanden na de dag waarop dit
besluit de vereiste goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Friesland zal
hebben verkregen, worden verleden voor notaris H.3. Wierda te Leeuwarden,
diens plaatsvervanger of opvolger;
3. het verkochte zal door de verkoper aan de koper in eigendom worden overgedra
gen met alle daaraan verbonden lusten en lasten, rechten en verplichtingen,
heersende en lijdende erfdienstbaarheden, doch overigens in de staat en toestand
waarin dit onroerend goed zich bevindt op de dag van het verlijden van de akte
van eigendomsoverdracht met alle eventuele zichtbare en onzichtbare gebreken,
maar vrij van huur of enig ander genotsrecht en vrij van hypotheken en beslagen
en in/overschrijvingen daarvan;
4. in de akte waarbij de verkoper zich de eigendom van het verkochte verwierf,
zijnde een akte van koop en verkoop op 18 januari 1968 verleden voor de des
tijds te Leeuwarden standplaats hebbende notaris Mr. A.N. Duintjer, overge
schreven ten hypotheekkantore te Leeuwarden op diezelfde dag in deel 3201,
nummer 144, staat vermeld:
"D. Ten behoeve van gemeld perceel 2012 en ten laste van het verkochte wordt
gevestigd de erfdienstbaarheid inhoudende het verbod tot het houden in de
voortuin van het verkochte van bomen, heesters, en andere beplantingen en
van andere voorwerpen welke hoger zijn dan een meter. Bij overtreding van
dit verbod is door de eigenaar van het dienend erf aan de eigenaar van het
heersend erf een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van een duizend
gulden 1.000,onverminderd alle andere rechten welke te dier zake
aan de eigenaar van het heersend erf toekomen. De eigenaar van het dienend
erf is verplicht om dit sub D gemelde beding -waaronder deze zin- in iedere
akte van vervreemding in eigendom of zakelijk genotsrecht van het verkochte
of een gedeelte hiervan op te nemen en aan de nieuwe eigenaar op te leggen
op straffe van een dadelijk opeisbare boete van een duizend gulden 1.000,--),
te verbeuren ten laste en ten behoeve als hiervoor aangegeven.";
koper is gehouden bovenstaande verplichting op zich te nemen, na te komen en die
ook van zijn rechtsopvolger(s) onder bijzondere titel te bedingen, een en ander
zoals in de akte van eigendomsoverdracht nader te omschrijven;
V 7