Met het oog op de herinrichting van het onderhavige binnenge- bied is nader onder ogen gezien in hoeverre de aangrenzende tuinen zouden kunnen worden vergroot. Een en ander heeft geresulteerd in de begrenzingen van de bestemmingenzoals deze op de plankaart zi.jn aangeduid. Voor zover door belanghebbenden geen medewerking aan de op verwezenlijking van vergrote tuinen gerichte bestemming zou wor den verleend, verdient het inderdaad de voorkeur om in de planvoor schriften tot uitdrukking te laten komenjdat op de als bijbehorend erf bedoelde gronden eveneens openbare verhardingen c.q. groenvoor zieningen mogen worden aangebracht ten behoeve van de bestemming woonstraat. Wij stellen derhalve voor de hiermee samenhangende plan voorschriften te wijzigen ,zoals in bijgevoegd besluit tot uitdruk king is gebracht. In verband met het vorenstaande dient naar onze mening dit be zwaar deels gegrond te worden verklaard. B. Bezwaarschrift van Buurtkomitee Smidsbuurt te Leeuwarden. Reclamant acht het noodzakeli jk _,dat de bebouwingsvoorschriften betrekking hebbende op de bij de woningen behorende achtererven (gren zend aan de Smidsbuurt) worden verruimd zulks met het oog op het realiseren van stallingsruimte op eigen terrein. Wij wijzen er allereerst op, dat de desbetreffende planvoor schriften op bedoelde achterterreinen tot een bepaalde omvang de oprichting van bijgebouwen*toestaan. Een en ander kan wel betekenenj dat in verband met de Creeds') bestaande bebouwing het niet altijd moge lijk is om hiernaast nog een garage te situeren. Ten aanzien van per celen welke grenzen aan een ruim openbaar binnenterrein kan gesteld worden, dat er geen overwegende stedebouwkundige bezwaren zijn om in zodanige situaties een wat intensievere bebouwing op het achtererf toe te laten. Tegen deze achtergrond bezien achten wij het verantwoord in de desbetreffende planvoorschriften een vrijstellingsbepaling op te nemen, welke het mogelijk maakt om het bijbehorende erf van een wo ning ten behoeve van een garage voor ten hoogste; 50% met bijgebouwen te bebouwen, met een maximum oppervlak van 40 m in totaal. Bij de beoordeling of vrijstelling verantwoord is te achten, zullen als criteria moeten gelden, dat het bijbehorende terrein per auto bereik baar is en dat de bewoningssituatie niet onevenredig wordt geschaad als gevolg van het te bouwen object. Wij stellen voor de onderschei den planvoorschriften in vorenbedoelde zin te wijzigen, zoals nader is gepreciseerd in het bijgevoegd ontwerp-besluit Gezien het vorenstaande achten wij dit bezwaar deels gegrond. C. Bezwaarschrift van G. Venema te Leeuwarden. Reclamant stelt in zijn bezwaarschrift_- dat zijn zaak als gevolg van het verleggen van de Wijnhornsterstraatwelke voor het doorgaand verkeer wordt afgesloten, geïsoleerd zal komen te liggen waardoor hij voor de verkoop van zijn waren geheel afhankelijk wordt van de buurt. Thans wordt de omzet grotendeels verkregen uit de verkoop van bloemen en planten aan publiek dat gebruik maakt van de doorgaande route. Met betrekking tot dit bezwaarschrift merken wij het volgende op. - 3 - Zoals bekend zijn de woningen in de Hollanderwijk recentelijk gerenoveerd. Een volgende fase vormt de herinrichting van de woon omgeving. Een onderdeel hiervan betreft de herinrichting van de openbare ruimte. De huidige Wijnhornsterstraat zal worden gerecon strueerd tot woonstraat. Voorts is in dit kader van belang de situ ering van een parkeerterrein ten behoeve van het Park-and-Ride systeem. Deze uitgangspunten leiden ertoe, dat de Wijnhornsterstraat in noordelijk richting verlegd dient te worden en niet meer kan fun geren als doorgaande route voor het verkeer. Voorts wijzen wij er op, dat de winkel van reclamant in de toe komst komt te liggen tegenover de zuidelijke toegang tot het station dat door middel van de aanleg van een tunnel bereikbaar zal worden. Dit brengt mede, dat zijn winkel in die situatie komt te liggen in een gebied met een behoorlijke stroom van passanten. Voorts zal door verlegging van de Wijnhornsterstraat de parkeersituatie aldaar ver beteren. Wij voegen hieraan toe, datjalhoewel de doorgaande verbin ding via de Wijnhornsterstraat komt te vervallen3het verkeer gebruik makende van de Hollanderdijk kan afvloeien via de Frans Halsstraat. Mocht reclamant op het standpunt staan3dat hij als gevolg van de bepalingen van het bestemmingsplan schade lijdt, dan kan door hem een beroep worden gedaan op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Gelet op het vorenstaande achten wij de aangevoerde bezwaren ongegrond. D. Bezwaarschrift van Buurtkomitee "Smidsbuurt", Buurtvereniging "Hollanderwijk" en Wijkvereniging "Huizum-West"alsmede van Platform Bén- en tweepersoonshuishoudens Leeuwarden, allen te Leeuwarden. De bezwaren van bovenvermelde organisaties hebben resumerend betrekking op de volgende aspecten: a. De in de "Smidsbuurt" op de gronden gelegde bestemming "Gemengde doeleinden" dient gewijzigd te worden in "wonen met een wijzi gingsbevoegdheid" voor de begane grond t.b.v. een .eventuele kantoor- en winkelruimte. b. In het bestemmingsplan dient te worden opgenomen dat de bestaan de woonfuncties onaangetast dienen te blijven. c. Er dient een reëel onderzoek gestart te worden, wellicht in samenwerking met een woningbouwcorporatie naar de mogelijkheden tot realisatie van sociale woningbouw inclusief wooneenheden voor één- en tweepersoonshuishoudens, desnoods met een beperkte hoe veelheid kantoor-winkelruimte. Hieromtrent merken wij het volgende op. In het hierboven geciteerde structuurrapport is aan de desbetref- fenden gronden de kwalificatie van "winkels/dienstverlenende bedrijven" toegedacht. In een nadien aan de projectgroep verleende opdracht voor het ontwerpen van een bestemmingsplan is ten aanzien van de bestemming en inrichting van de "Smidsbuurt" door U uitgesproken, dat een zake lijke bestemming tot de mogelijkheden zou behoren. De projectgroep heeft met het oog op deze uitspraak het accent menen te moeten leggen op een bestemming in de kantoor-winkel- en bedrijfssfeer met een bescheiden woonfunctie.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 169