In verband met destijds actuele plannen om een dergelijke bestem ming op grond van een concreet bouwplan te realiseren, hebt U zich in de vergadering van 31 maart 1980 beraden over de planologische ont wikkeling met betrekking tot de zgn. "Smidsbuurt". In deze vergadering hebt II het model 3 aanvaard, waarbij de bestemming zodanig zou komen te luiden, dat de voorgestane ontwikkeling d.w.z. een in hoofdzaak zakelijke bestemming zijn beslag zou kunnen krijgen. Hieraan vooraf gaande zijn voor de verschillende modellen exploitatie-opzetten over gelegd. In het bijzonder is onder ogen gezien wat de financiële con sequenties zouden zijn^indien het gebied zodanig zou worden ingericht dat het hoofdaccent zou komen te liggen op een woonfunctie in de soci ale sfeer. De berekeningen wijzen uit dat er zeer hoge subsidies zijn vereist om een dergelijke inrichting te realiseren. Een gegeven is dat het desbetreffende gebied niet de status heeft van een stadsver nieuwingsgebied in de zin van de I.S.R. Gezien de budgettaire situ atie zowel bij Rijk als Gemeente achten wij het met het oog op de economische uitvoerbaarheid^welke essentieel is bij het bepalen van bestemmingen, niet realistisch om het plan in de door reclamanten beoogde zin te wijzigen. Immers, een dergelijke bestemming zou de pre tentie kunnen hebben^dat er van gemeentewege een actief beleid zou worden gevoerd, gericht op realisering van deze bestemming alhoewel de noodzakelijke financiën hiertoe ontbreken. Alles afwegende achten wij een aanpak op basis van de voorgestelde bestemmingsregeling niet voor de hand te liggen. Ten aanzien van het handhaven van de woonbestemming in dit gebied merken wij op, dat in het plan een bepaling is opgenomen dat gronden en opstallen niet anders dan overeenkomstig de bestemming mogen worden gebruikt. Deze bepaling biedt voldoende waarborgen tegen ongewenste ontwikkelingen. Het instellen van een onderzoek naar soci ale woningbouw met een beperkte zakelijke functie achten wij tegen de achtergrond van het bovenstaande weinig opportuun. Gelet op het voorafgaande zijn wij van oordeel dat de bezwaren ongegrond zijn te achten. Wijzigingen in het ontwern-olan. Naar aanleiding van vorenbehandelde bezwaren moeten de voorschrif ten worden aangepast, zoals in het ontwerp-besluit nader is aangegeven. Tevens is de plankaart naar aanleiding van recente inrichtingsvoorstel len aangepast t.a.v. de grens van de bestemmingen erf en woonstraat van het binnenterrein ten zuiden van de Hollanderwijk. Voorstel te nemen beslissing. Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening over dit voorstel is gehoord, stellen wij U voor: a. de aangevoerde bezwaren deels gegrond en deels ongegrond te verklaren; b. het bestemmingsplan "Huizum-Westdeelgebied I" vast te stellen in afwijking van het ontwerp, zoals dat ter visie heeft gelegen, lén en ancer overeenkomstig het hierbij gevoegd ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 4531 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Overwegende, dat het wenselijk is om het bestemmingsplan "Huizum-West, deelgebied I" vast te stellen; dat het ontwerp van het bestemmingsplan vergezeld van een toe lichting met ingang van 14 september 1982 gedurende een maand ter gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage heeft gelegen; dat tegen het ontwerp-plan binnen de in de Wet op de Ruimtelijke Ordening voorgeschreven termijn vijf bezwaarschriften zijn ingediend; dat hij onder het overnemen van de motivering zoals weergegeven in het hierna omschreven voorstel van Burgemeester en Wethouders van oordeel is, dat de aangevoerde bezwaren deels gegrond en deels on gegrond dienen te worden verklaard, zoals in het dictum van het be sluit nader is aangegeven; dat het bestemmingsplan enigszins gewijzigd dient te worden vastgesteld, zoals tot uitdrukking is gebracht in het dictum van het besluit gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van /nu^cvL-t i 4 J7 JS (bijlage nr. k gezien zijn besluit van 13 december 1982, nr. 17907» waarbij de beslissing omtrent de vaststelling is verdaagd tot uiterlijk 14 april 1983; gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de Ruimtelijke Ordening; BESLUIT onder overneming van de motivering zoals vervat in het hierboven ver melde voorstel van Burgemeester en Wethouders: A. 1. de bezwaren van de heer A.C. Tjepkema voor zover betreft de bestem- minggrenzen gegrond, doch overigens ongegrond te verklaren; 2. de bezwaren van het Buurtkomitee Smidsbuurt, bedoeld onder B van het voorstel van Burgemeester en Wethouders, voorzover betreft ver ruiming van de mogelijkheid tot het oprichten van bijgebouwen ge grond, doch overigens ongegrond te verklaren; 3. de overige bezwaren ongegrond te verklaren; B. vast te stellen het bestemmingsplan "Huizum-West, deelgebied I", zoals dit is vervat in de bij dit besluit behorende: a. kaartnr. 74-37-02 A met bijbehorende verklaring waarop de bestem ming van de in het plan begrepen grond wordt aangegeven; b. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen gron den en van de zich daarop bevindende opstallen, welk plan op de vol gende onderdelen afwijkt van het ontwerp dat ter visie heeft gele gen:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 170