3 -
4 -
ARTIKEL 7.
1. De voorzitter bepaalt de dag en het aanvangsuur van de vergaderingen
van de commissie. Hij draagt zorg dat de leden, spoedeisende gevallen
uitgezonderd, ten minste een week voor het houden van de vergadering
schriftelijk worden uitgenodigd. In deze uitnodiging wordt zoveel mogelijk
vermeld welke onderwerpen ter vergadering zullen worden behandeld.
2. De commissie vergadert ten minste drie maal per jaar en voorts zo dikwijls
als de voorzitter of tenminste drie leden het nodig achten.
Bedoelde leden geven hiervan, onder vermelding van de te bespreken punten,
kennis aan de voorzitter, die de vergadering binnen veertien dagen daarna
bijeenroept.
3. De commissie is gerechtigd te beraadslagen over zaken die niet op de uit
nodiging voor de vergadering zijn vermeld.
4. De commissie wordt bijgestaan door de projectleider.
Hij woont de vergaderingen bij en heeft daarin een adviserende stem.
In bijzondere gevallen kan de commissie besluiten buiten aanwezigheid
van de projectleider te vergaderen.
5. De commissie kan ook anderen uitnodigen een of meer vergaderingen bij te
wonen. Deze hebben een adviserende stem.
ARTIKEL 8.
1. De leden van de commissie onthouden zich van medestemmen over zaken
- benoemingen, schorsingen en ontslagen inbegrepen - die hen, hun echt
genoten of bloed- of aanverwanten, tot de derde graad inbegrepen,
persoonlijk aangaan, of waarbij zij als gelastigden zijn betrokken.
2. Een benoeming wordt geacht iemand persoonlijk aan te gaan, wanneer hij
behoort tot die personen, tot wie de keuze door een voordracht of bij
herstemming is beperkt.
ARTIKEL 9.
1. Een vergadering vindt geen doorgang, indien niet ten minste de helft
van het aantal leden aanwezig is.
2. Indien een vergadering om de in het vorige lid vermelde reden niet kan
worden gehouden, zal de voorzitter de leden binnen een week daarna voor
een volgende vergadering bijeenroepen. Deze vergadering wordt gehouden,
ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.
In deze vergadering kunnen alleen besluiten genomen worden over zaken,
die op de agenda van de oorspronkelijke vergadering stonden vermeld.
ARTIKEL 10.
1. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd.
2. Ingeval mondeling wordt gestemd en de stemmen staken, wordt de zaak op
een volgende vergadering opnieuw behandeld.
Als ook dan de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
3. Ingeval schriftelijk wordt gestemd en de stemmen staken, beslist na her
stemming het lot.
4. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen van de
leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
5. De notulen van de vergadering der commissie vermelden in elk geval de
besluiten der commissie.
Zij worden ter kennisneming aan Burgemeester en Wethouders gezonden.
Paragraaf if. Toezicht en verantwoording
ARTIKEL 11.
1. De commissie is voor het door haar gevoerde bestuur verantwoording schul
dig aan de raad.
2. Burgemeester en Wethouders oefenen op dit bestuur toezicht uit.
3. De commissie verstrekt daartoe aan Burgemeester en Wethouders desgevraagd
alle inlichtingen.
if. De commissie zendt jaarlijks voor 1 juli een jaarverslag van het centrum
over het afgelopen jaar aan burgemeester en wethouders, die het ter kennis
van de raad brengen.
Paragraaf 5. Slotbepalingen.
ARTIKEL 12.
De voorschriften en besluiten, die de gemeenteraad en burgemeester en wet
houders ten aanzien van het centrum hebben vastgesteld c.q. genomen vóór
het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening tot de bevoegdheid
van de commissie behoren, worden geacht voorschriften dan wel besluiten van
de commissie te zijn.
ARTIKEL 13.
1. Burgemeester eh Wethouders beslissen in de gevallen waarin deze veror
dening niet voorziet, na de commissie te hebben gehoord.
2. Zij kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften
geven.
ARTIKEL 14.
Deze verordening treedt in werking op een door Burgemeester en Wethouders
te bepalen datum.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.