3-S Pa 108. Nu de aanleg van de verkeersoplos- sing v. Harinxmabrug/Oostergoplein vastligt kan er gedacht worden over de bestemming van het terrein oostelijk hiervan tussen Legedyk, Beatrixstraat en Aldlansdyk. Op welke termijn denkt het college met voorstellen hiervoor te komen? Pa 109. Nu zo langzamerhand de ruimtelijke consequenties op de locaties noord en zuid van de nieuwbouw- plannen van de Stichting Medisch Centrum bekend worden en deze nogal kleiner lijken uit te vallen dan aanvankelijk werd aangenomen, rijst de vraag of tot in lengte van dagen de resterende gebieden (tussen Badweg en Aldlansdyk en de grond ten westen van de Oelsumerstraat) voor een eventuele uitbreiding in de verre toekomst van de ziekenhuizen gereserveerd moeten blijven. Het is wellicht wenselijker in dat geval aan ande re bestemmingen voor deze goed gesitueerde terreinen te denken. Op welke termijn denkt het college het overleg met bovengenoemde Stichting op dit punt af te ronden en hoe denkt het college over een eventuele alternatieve bestemming voor bovengenoemde terreinen. V 110. Wordt ook overwogen om de mogelijk heden van een D- of T-zone ter bevordering van bedrijfsvestiging te onderzoeken? 108. Op dit moment is nog niet duidelijk welke bestemming aan dit gebied dient te worden gegeven. Gelet op dit feit en gezien de urge? tie van de tot standkoming van bestemmingsplannen voor andere gebit den moet er van worden uitgegaan dat de eerstkomende twee jaar voor dit gebied geen bestemmingsplan zal worden ontworpen. 109. Onlangs is overleg gevoerd over de situering van de uitbreiding van Triotel ten behoeve van de zuidelijk ziekenhuislokatie. Daarbij is geblekt dat minder terrein nodig zal zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Tijdens dit overleg is voorts geble ken dat de grond ten westen van de Oelsumerstraat waarschijnlijk niet meer nodig zal zijn ten behoeve van de noordelijke ziekenhuislocatie. Gelet op het vorenstaande zullen wij ons nader beraden over de bestem ming van de terreinen welke niet nodig zijn ten behoeve van zieken huisdoeleinden. 110. De Minister van Economische Zaken heeft laten weten er niet voor te voelen D- of T-zones in Nederland in te voeren. Niettemin zullen wij de ontwikkelingen nauwlettend volgen. C 111. In de begroting wordt wel gespro ken over de ontwikkelingen ten aanzien van industrieterreinen, maar niet over die van kantoren- bouw. In het "Manhattan" van Leeuwarden komt een groot complex klaar en is een ander in voorbe reiding - Wat zijn de consequenties hier van voor locaties, die ook voor kantorenbouw waren voorbestemd? - Wordt deze problematiek nog in dit begrotingsjaar in de raad aan de orde gesteld? 111. Wij zijn voornemens een werkgroep in te stellen die het inmiddels gereedgekomen N.E.I.-rapport "Kantoren Leeuwarden" zal bestuderen op zijn consequenties voor het ge meentelijk beleid met betrekking tot de vestigingsplaatsen voor kanto ren. De resultaten daarvan zullen naar verwachting in de tweede helft van dit jaar in de raad aan de orde worden gesteld. 3-9 In afwachting daarvan kan op dit moment niet worden aangegeven wat de consequenties zijn voor aanwezige kantorenlócaties als gevolg van het in aanbouw zijnde c.q. gereed gekomen kantorencomplex zoals in de vraag is omschreven. D. Grondzaken. Kan het college gezien de teruglo pende groeicijfers inzicht geven in de daaruit voortvloeiende consequenties voor de bestemmings toedeling van braakliggende gronden alsmede voor het huishoudboekje van het Grondbedrijf? Zou het uit financiële overwegingen geen aanbeveling verdienen om ver spreid liggende terreintjes in bijna volgebouwde bestemmingsplannen zo nodig voor een lagere prijs van de hand te doen, om het bouwen op die terreintjes aantrekkelijk te maken de bouwkosten op verspreid liggende terreinen geeft voor een bouwer altijd een hogere kostprijs van een bouwwerk dan een serie op dezelfde plaats 112. Gelet op de teruglopende groeicijfers wordt een beleid gevoerd waarbij het bouwrijpmaken zoveel mogelijk afhan kelijk wordt gesteld van concrete gronduitgiftenTot andere consequen ties hebben de teruglopende groei cijfers nog niet geleid. Het geheel van de grondexploitaties van de uitbreidingsplannen gaf per 1-1-82 nog een sluitend beeld te zien. De hercalculaties per 1-1-83 zullen nadere informatie verschaffen over de huidige financiële situatie. 113. In het algemeen verdient het geen aanbeveling om de vraagprijs van voor verkoop beschikbare verspreid liggende bouwterreintjes te verlagen tot onder de kostprijs. Het behalen van de kostprijs is noodzakelijk om de ex ploitaties sluitend te houden. Dat er weinig belangstelling bestaat voor dergelijke bouwterreinen is meer een gevolg van de economische situatie in het algemeen. In de in exploitatie zijnde uitbrei dingsplannen is het aantal van deze bouwterreinen overigens vrij gering. In ISR-gebieden is het in principe niet toegestaan om beneden de door de Minister van V.R.O.M. vastgestelde opbrengsten te verkopen. Wanneer (ook na overleg) geen toestem ming wordt verkregen om tot prijsver laging over te gaan, moet het door prijsverlaging ontstane tekort voor rekening van de gemeente worden geno men

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 21