3-10
C ll^fVoor 198A- raamt U een onttrekking
uit het fonds ter dekking van na
delige saldi op grondplannen
van ^.000.000.--.
Hoe is dit bedrag ingevuld?
E. Woonschepen
C 115. Wanneer komt de Nota
Woonschepen in de raad?
D 116. Wanneer kan de Nota Woonschepen-
beleid in de raad worden behandeld
en vastgesteld, zodat ook in
Leeuwarden een werkelijk haven-
beleid gestalte kan krijgen?
Pa 117. Wanneer wordt de raad in de gelegen
heid gesteld de Woonschepennota
vast te stellen?
Hoe staat het met het toegezegde
onderzoek naar de mogelijkheid een
kleinschalige woonschepenhaven
aan te leggen?
Hoe staat het met de aanleg van
nutsvoorzieningen t.b.v.
woonschepen in de stadsgrachten?
F. Monumentenzorg
P 118. In 1976 werd door de raad de
Monumentennota aangenomen.
Is het college met ons van mening
dat het aanbeveling verdient om
na ruim 6 jaar deze nota te toetsen
aan de ontwikkelingen zoals die
in de afgelopen jaren plaats hebben
gevonden?
P 119. Dezer dagen zal het beschermd stads
gezicht van Leeuwarden officieel
worden ingeschreven in het daartoe
bestemde register. Op grond van
artikel 37 WR0 moet de gemeente
binnen een jaar voor de betreffende
gronden een bestemmingsplan vast
stellen. In hoeverre kan de gemeen
te aan deze wettelijke verplichting
voldoen? Met andere woorden: welke
in procedure zijnde bestemmings
plannen kunnen vermoedelijk niet
tijdig aan de raad ter vaststelling
worden aangeboden c.q. welke "witte
vlekken" zullen er binnen het be
schermd stadsgezicht over een jaar
nog resteren?
kunt U hiervan de redenen "aangeven
11A-. Bij de invulling van dit bedrag is
uitgegaan van een bijdrage tot dit
bedrag voor de realisering van een
multifunctioneel gebouw in Cammingti
buren.
Wij zullen ons tegen de achtergrond
van de naar verwachting tegenvallei
exploitatieresultaten nader berade;
of de onttrekking tot een dergelijk
bedrag gehandhaafd kan blijven.
115/ De nota Woonschepenbeleid wordt
116/ in de raadsvergadering van 1^ maar
117. 1983 aan de orde gesteld.
118. In principe delen wij Uw mening.
Te gelegener tijd zullen wij zo
mogelijk deze nota evalueren.
In verband met beperkte personeels-
capaciteit heeft dit evenwel nog
niet plaatsgevonden.
119. De termijn van een jaar, waarbinnen
de hier bedoelde bestemmingsplannen
moeten zijn vastgesteld, kan door
Gedeputeerde Staten met één jaar
worden verlengd. Volgens de planning
van bestemmingsplannen, opgenomen in
de bijgestelde beleidsnota stads
vernieuwing van februari 1982 zullen
binnen twee jaar niet voor de gehele
binnenstad bestemmingsplannen gereed
zijn. Zo zullen de plannen voor de
ReinderstraatNieuwe Steeg-Oude
Doelensteeg en Burmaniastraat-Hania-
steeg U eerst in de jaren 1985-1986
ter vaststelling kunnen worden
aangeboden
3-11
en de termijn, waarin de betreffen
de gebieden wel bescherming zullen
krijgen door middel van een bestem
mingsplan?
P 120. Is het college met ons van mening
dat, mede met het oog op de te
verwachten ontwikkelingen m.b.t.
de decentralisatie van de monumen
tenzorg, juist nu de inventarisatie
en documentatie van het Leeuwarder
monumentenbestand intensief ter
hand genomen moeten worden omdat
zij de voorwaarden voor een goed
onderbouwd restauratiebeleid schep
pen? Zo ja, op welke wijze denkt
het college dit concreet te rea
liseren?
120. Wij beraden ons thans over de komen
de decentralisatie van de monumenten
zorg. In het kader van deze decentra
lisatie zal tevens aan de inventari
satie en documentatie aandacht moeten
worden geschonken.
P 121. Is het college met ons van mening
dat deze inventarisatie- en docu-
mentatiegegevens onder de aandacht
van de Leeuwarder bevolking
gebracht moeten worden, opdat de
belangstelling voor de monumenten
zorg niet tot een kleine groep
beperkt blijft?
121. Van de uitgevoerde inventarisatie
en documentatie zijn de belanghebben
den op de hoogte gesteld.
Onze ervaring is dat van deze wijze
van voorlichting over de monumenten
zorg een wervende werking is uitge
gaan. Wij zijn met U van mening
dat de belangstelling voor de monu
mentenzorg naar brede lagen van de
bevolking moet worden gebracht.
Bij verdere organisatie van de ge
decentraliseerde monumentenzorg zal
te zijner tijd ook aan dit punt
aandacht worden besteed.
P 122. Op welke wijze denkt het college
in de komende jaren het herstel
van waardevolle panden te stimu
leren?
122. Nu reeds proberen wij optimaal in
houd te geven aan het herstel van
waardevolle panden in met name de
binnenstad. Hierbij kunnen wij ge
bruik maken van de budgetafspraken
met het Rijk t.a.v. de restauratie
subsidies. Tevens worden op grond
van de gemeentelijke regeling archi-
tectenkosten vergoed van restauratie
plannen die geen doorgang kunnen
vinden. De economische crisis door
kruist evenwel dit beleid. Wij
blijven er niettemin naar streven
het door U bedoelde herstel zo veel
mogelijk te stimuleren.