Nr. 6563 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; (bijlage"?? ^)faadsvoorstel van Burgemeester en Wethouders van A mei 198 gelet op de Woningwet; BESLUIT: de beslissing op het beroepschrift van Wijnsma Mechanisatie te Leeuwarden met ingang van 10 juni 1983 te verdagen met ten hoogste 2 maanden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, Voorzitter. Secretaris. Bijstelling Beleidsnota Stadsvernieuwing 1983. bijlage no. 169. Leeuwarden, 4 mei 1983 Aan de Gemeenteraad, In Uw vergadering van 22 juni 1981 hebt U besloten de Beleidsnota Stadsver nieuwing te aanvaarden als uitgangspunt voor het gemeentelijk beleid op het gebied van de stadsvernieuwing. De vele onzekerheden van financiële en uitvoeringstechnische aard op het terrein van de stadsvernieuwing en de lange termijn waarop de beleidsnota betrekking heeft maken het noodzakelijk de nota regelmatig aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen. Het rapport "Bijstelling Beleidsnota Stadsvernieuwing 1983" vormt de tweede bijstelling van de Beleidsnota Stadsvernieuwing. Hierbij is tevens rekening gehouden met een verlaging van de jaarlijkse storting in het fonds stadsvernieuwing oplopend tot 83.000,-- in 1987. Zoals in de inleiding van het rapport is weergegeven, vormt deze structurele aanpassing van de jaarlijkse stortingen een onderdeel van de financiële taak stelling ad. 690.000,-- van het herwaarderingsonderzoek voor de sector Ruimtelijke Ordening voor de beleidsperiode 1983-1987. Daarnaast zijn de jaarlijkse stortingen met ingang van 1983 aangepast met 170.000,--. Tegenover deze verlaging staan echter evenzo hoge verlagingen van de uitgaven als gevolg van het niet vervullen van oorspronkelijke geplande vacatures en de verminderde subsidie van de S.V.K. Op het totale stadsvernieuw- ingsgebeurën zelf heeft dit alles dus geen invloed. Voor een beschrijving van de bij de bijstelling gehanteerde uitgangspunten verwijzen wij U naar hoofdstuk 2 van het hiervoor genoemde rapport. Blijkens onlangs verschenen publicaties van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is het de bedoeling dat de Wet op de Stads en Dorpsvernieuwing per 1 januari 1985 van kracht wordt. Voor een stad als Leeuwarden betekent dit dat jaarlijks rechtstreeks een doeluitkering wordt verkregen. Wellicht ontstaat over de hoogte van de te ontvangen doeluitkering en de verdere gang van zaken meer duidelijkheid bij de behandeling van de ontwerp-wet en het meerjarenplan stadsvernieuwing in de Tweede Kamer, omstreeks juni a.s. Op pagina 15 van het rapport wordt geconcludeerd dat een verlaging van de jaar lijkse storting in het fonds stadsvernieuwing, welke in 1987 oploopt tot 83.000,-- er naar verwachting niet toe zal behoeven te leiden dat de uitvoering van stadsvernieuwingsactiviteiten in de thans aan de orde zijnde stadsvernieuwing gebieden verschoven dient te worden tot na 1993, het einde van de planning periode. Dit hangt samen met het feit dat het ten laste van de gemeente geraamde tekort enigszins lager is dan bij de vorige bijstelling, daarnaast zijn de kapitaallasten lager dan bij de vorige ramingen aangezien de investeringen iets later plaatsvinden dan oorspronkelijk gepland en de rente enigszins is aangepast. Bij het geheel moet aangetekend worden, dat de voortgang van de stadsvernieuwing voor een belangrijk deel afhankelijk is van het beschikbaar komen van rijkssub sidies. Uit hoofdstuk 3 blijkt dat de toezeggingen op grond van de I.S.R. exclusief voorbereidingskosten tot en met 1985 worden geraamd op 92.4 miljoen. Momenteel lijken voor wat betreft I.S.R.-gebieden met name de subsidiëring van rioleringswerken en de subsidiëring van sociaal culturele accommodaties door de Minister van V.R.O.M. respectievelijk W.V.C. onzeker. Daarnaast zijn sinds de afronding van het bijstellingsrapport nieuwe gegevens bekend geworden, die deels een ongunstige en deels een gunstige uitwerking hebben op het ten laste van de gemeente blijvende tekort. Zo zijn onlangs afrekeningen binnengekomen van verbeteringswerkzaamheden aan een aantal monumentale panden in de binnenstad, waaruit blijkt dat de ten laste van het fonds stadsvernieuwing komende onrendabele toppen aanmerkelijk hoger zijn dan de oorspronkelijke ramingen. Op korte termijn worden eveneens

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 258